Het is 10 mei 1943. Ik open de Volkskrant en laat me informeren. Op de voorpagina kopt men Joodse relschoppers doden Duitse ambassadeur in Polen. Het artikel gaat door: “Na vertoning van satirisch film Der Ewige Jude in een bioscoop in Warsaw, braken woedende Joodse jongeren door de beveiliging heen van de Duitse ambassade en doodden de ambassadeur. Lijsttrekker Groot Wilhelm van de Vrije Partij reageerde in een persbericht: “Vanavond draaien we de film in ons partijkantoor voor iedereen. Vrijheid van meningsuiting is ons grootste goed en moet altijd worden verdedigd! Ook tegen geweld van radicale Joden.” Wilhelm reageerde boos op Klaus Schulze, die de film en het geweld veroordeelde: “Voorzitter Europees Parlement Schulze verklaart de vrijheid van meningsuiting dood. Wat een lafaard. Aftreden en opstappen.”
Op de opiniepagina lees ik een stuk van Nausea Marmer: In Europa is ene Ben Goldenberg de baas. Zij reageert op de gezamenlijke persconferentie van Schulze en Goldenberg, de leider van World Jewish Congress. Marmer schrijft: “We laten ons in Europa toch niet door zo’n Ben Goldenberg dicteren hoe te denken – of heb ik iets gemist?”
Defence Science Board
Inmiddels is ook de ondergrondse krant Ja-Pen in mijn bus geland. Daar staat een stuk van Markus Haaspas, als tegenargument: “Het gaat daar in Polen uiteraard niet om die film. En ook die fanatieke rabbi’s spelen maar een bijrol. Waar het om gaat is de straatarme jeugd daar in de Joodse wereld. Zonder werk, zonder enige toekomst; leven te midden van diepe armoede en conservatief geleuter. Reken maar dat die jeugd, wanneer duidelijk is dat het voor een keertje straffeloos kan, rampokkend door de straten gaat.”
Ik zou zo honderden pagina’s door kunnen gaan, met deze analogie. Ik wil daarmee aantonen dat de debatten in het Westen de bevindingen bevestigen van het Amerikaanse Ministerie van Defensie. George Bush gaf de Defense Science Board, een groep van vooraanstaande wetenschappers, de opdracht te onderzoeken: “why do they hate us?”
Het groepje deed wat verrassende ontdekkingen:
“Muslims do not ‘hate our freedom,’ but rather, they hate our policies. The overwhelming majority voice their objections to what they see as one-sided support in favor of Israel and against Palestinian rights, and the longstanding, even increasing support for what Muslims collectively see as tyrannies, most notably Egypt, Saudi Arabia, Jordan, Pakistan, and the Gulf states. Thus when American public diplomacy talks about bringing democracy to Islamic societies, this is seen as no more than self-serving hypocrisy.
[…]
Furthermore, in the eyes of Muslims, American occupation of Afghanistan and Iraq has not led to democracy there, but only more chaos and suffering. U.S. actions appear in contrast to be motivated by ulterior motives, and deliberately controlled in order to best serve American national interests at the expense of truly Muslim self-determination.
[…]
Finally, Muslims see Americans as strangely narcissistic — namely, that the war is all about us. As the Muslims see it, everything about the war is — for Americans — really no more than an extension of American domestic politics and its great game. This perception is of course necessarily heightened by election-year atmospherics, but nonetheless sustains their impression that when Americans talk to Muslims they are really just talking to themselves.”
Eisenhower stelde dezelfde vraag in 1958 en kreeg hetzelfde antwoord: dat Arabieren Amerika haten omdat Amerika democratische en economische vooruitgang in hun landen tegenhoudt.
Eén feit is zeker, het debat is “strangely narcissistic”: wanneer we met moslims praten, praten we met onszelf. Dus een onanistisch debat.
Winston Churchill
Maar waarom proberen we het conflict niet door de ogen van de moslims te bekijken? We hebben hen gekoloniseerd, alsof de moslims ons eigendom waren. Toen kolonialisme op zijn retour was, hebben we moslims een nieuwe kolonie in Palestina opgelegd. Een adviseur vertelde Britse premier Balfour dat je de moslims niet kan vertellen hoe ze over een Joodse kolonie in hun midden zouden moeten denken en hij antwoordde: “I am quite unable to see why heaven or any other power should object to our telling the Moslem what he ought to think.” En de Premier David Lloyd George vertelde in 1932: “We insisted on reserving the right to bomb niggers”.
Winston Churchill, terwijl men volledige Irakese dorpen vergaste, beweerde: “I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilized tribes.”
Dit is allemaal onderdeel van het islamitische bewustzijn.
Tijdens de dekolonisatie hebben we miljoenen moslims vermoord, gemarteld en massaal verkracht. Geloof me, voor mijn masterscripties in filosofie en Internationaal Recht ben ik in de Britse archieven gedoken en het materiaal leest als een roman van John le Carré. Ik, als Westerling, moest me voortdurend in bedwang houden om de Britten niet te haten.
Laatste woord
We zijn vertrokken uit de koloniën, maar we hebben eerst de grootste schurken in het zadel gebracht. En als de moslims die omver wierpen, gingen we opnieuw militair ‘interveniëren’ of een staatsgreep plegen. We hebben hun onderwijs en massamedia met propaganda totaal geïmpregneerd. We hebben de tirannen getraind hoe ze moeten martelen, aan hen lijsten met oppositieleden geleverd en de oppositieleden uitgeleverd. We hebben tirannen wapens en afluisterapparatuur verschaft en hebben zelfs opstanden tegen de dictatuur de kop ingedrukt.
We hebben de moslims nooit een pauze gegeven.
We moeten erkennen dat we altijd het laatste woord eisen en bemachtigen.
Als wij zeggen dat Internationaal Recht ons het recht geeft om Irak binnen te vallen, hebben wij het laatste woord. Zij kunnen niet naar een internationale rechtbank stappen en eisen dat de aanval stopt. Als wij de gemiddelde Ali ontvoeren, martelen, voor de rest van zijn leven zonder rechtsgang op Guantánamo opsluiten en zeggen, dat hij een terrorist is, hebben wij het laatste woord. Ali kan niet naar een internationale rechter stappen en eisen dat hij vrijgelaten wordt of dat hij een eerlijke rechtszaak krijgt. Als Israël nederzettingen bouwt, bulldozert Israël het laatste woord. De Palestijnen kunnen niet naar een internationale rechtbank stappen en een stukje land voor zichzelf eisen.
Dictator
En dat is precies de definitie van een dictatuur, dat iemand altijd het laatste woord heeft.
We kunnen dus de film niet los van de rest zien. We zijn niet twee groepen op gelijke voet, die elkaar met satire plagen, of elkaar met kritiek corrigeren. We zijn in hun ogen de dictator die hen in een film vernedert. In het beste geval zien ze de film als oorlogspropaganda. Zij zijn in het Getto van Warsaw en wij komen met ons gelijk over hen. Klaar.