Gisteren vierde ik voor het vijfde jaar op rij mijn achtentwintigste verjaardag. In Nederland begin je dan tegen de leeftijd te lopen waarop je, alleenstaand en kinderloos, op familiefeestjes en verjaardagen meewarig wordt aangekeken. Ooms en tantes die vergoelijkend ‘het komt wel goed hoor’, in je oor fluisteren, en ‘het is nog niet te laat’. Oma’s die met de beste bedoelingen de gouwe ouwe ‘op ieder potje past een dekseltje’ nog maar eens van stal halen. Een moeder die quasi grappend maar met bloedserieuze ondertoon laat weten dat ze haar hoop op kleinkinderen inmiddels gevestigd heeft op je ruim tien jaar jongere zusje.
In Egypte ben ik de ouwe-vrijster-leeftijd al lang en breed gepasseerd. Vrouwelijk volk boven de vijfentwintig is hier gedoemd ongetrouwd en zonder nageslacht te sterven, mits bereid de standaard flink naar beneden bij te stellen. Mannen die bij het uitdelen van uiterlijke schoonheden iets te ver achteraan in de rij stonden; losers wiens carrièrepad zo ontspoord is dat ze nog altijd niet verder gekomen zijn dan bananenpeller bij de lokale fruitsapjeskraam; autisten die bij een bezoek van de bejaarde buurvrouw al verlegen achter de bank kruipen en anderszins mentaal of fysiek gehandicapt maatschappelijk uitschot.
Ik heb er destijds met mijn studenten – veelal mannen tussen de twintig en dertig jaar – de meest bizarre gesprekken over gehad. Een van de dingen die ze als nieuwe docent als eerste van je willen weten is of je getrouwd bent. Is het antwoord op die vraag ‘nee’, dan is de volgende altijd hoe oud je dan bent. Dat laat je ze raden, en dan doen ze heel beleefd een paar jaar van je eigenlijke leeftijd af, maar kom je toch nog altijd boven die kritieke vijfentwintig jaar grens uit. De volgende vraag is dan uiteraard: wat is het probleem? Want aan iemand die de vijfentwintig ruim gepasseerd is en nog niet aan de man is zal wel iets flink mis zijn.
Onvruchtbaar
En dan komen de echte vragen boven tafel: ‘ben je onvruchtbaar?’ (zo’n beetje het ergste dat een vrouw hier kan overkomen en volledig legitieme reden voor scheiding: het niet kunnen produceren van nageslacht), ‘bleek de man waar je voor gekozen had een eikel die je uiteindelijk toch aan de kant heeft gezet?’, ‘ben je weduwe?’. Wat is er in mijn leven zo ontzettend mis gegaan dat ik nog steeds alleenstaand en kinderloos ben?
Ik heb een paar keer geprobeerd uit te leggen dat het met tegenslag niet zoveel te maken heeft, maar meer met het feit dat ik geen zin heb mezelf vast te ketenen aan het huisje-boompje-beestje ideaal. Dat was een beetje als de evolutietheorie verdedigen in een zwarte kousen kerk. Het ging volledig langs ze heen. Het enige doel van een vrouw op deze aarde is toch het produceren van kinderen? Hoe kun je dat als vrouw nou niet willen?
Lesbisch
Het toppunt was een student die na de les naar me toekwam en me met oprecht bezorgde blik mededeelde: ‘Ik wilde even zeggen dat ik er geen problemen mee heb om les te krijgen van een lesbische docente, hoor.’ Euh, ok. Veel studenten schuiven me vervolgens voor het gemak in de categorie ‘oudere Westere vrouw die hier een man komt halen’. In mijn eigen land lukt het niet, nou, dan maar een lekker jonge Egyptenaar, in ruil voor een Westers paspoort.
Een praktijk waar veel van mijn studenten niet eens zo heel afwijzend tegenover staan. Volkomen logisch dat Westerse vrouwen hier een man komen halen. Egyptenaren zijn immers de knapste, intelligentste en leukste mannen op aarde. Vinden ze zelf. Maar zelf met een Westerse trouwen? Nee, dat zagen ze toch niet zitten. ‘Trouwen doe je met een echte vrouw’, kreeg ik als antwoord. Pardon? ‘Ja, met een Egyptische dus.’ Ok, bedankt.
Ik heb het sindsdien aan iedere Egyptische man die ik ken gevraagd, en allemaal zeggen ze hetzelfde, door sommigen wat intelligenter en eufemistischer verwoord dan door anderen. ‘Even goede vrienden, maar een serieuze relatie begin ik alleen met een Egyptische vrouw.’ Inderdaad, ‘even goede vrienden’, ja. Ik hoef ook niet gelijk met je naar het altaar te hollen en een elftal aan kinderen van je te baren, maar een hele bevolkingsgroep zo verbaal bij het afval zetten is toch ook niet nodig?
Derderangs
De afgelopen weken zijn na die waardeloze anti-Islam film kranten vol geschreven over het gebrek aan begrip voor vrijheid van meningsuiting in de Islamitische wereld. Maar dat is zeker niet het enige onderwerp waarop de meningen tussen West en (Midden)-Oost nogal uiteenlopen. Begrip voor andere culturele gewoonten en respect voor het andere geslacht zijn hier ook eerder uitzondering dan regel. Een Egyptische vrouw is al tweederangs, een Westerse derderangs.
En dat is dan ook standaard mijn antwoord als ik voor de zoveelste keer de vraag moet beantwoorden waarom ik nooit Egyptische vriendjes heb. Ik heb niet zo’n trek in een relatie met iemand die me niet eens als volwaardig mens beschouwt. Dan zit ik later nog liever eenzaam en alleen achter de geraniums.
De komende tijd schrijft journalist en fotografe Ester Meerman vanuit Egypte voor De Buitenlandredactie. Over haar werk en belevenissen in Caïro, maar ook over de journalistiek. Zij blogt al in het Engels op Stories from Cairo. Volg haar op Twitter: @estermeerman.