NFF filmrecensie: Nono, Het Zigzag Kind

26-09-2012 21:53

Deze familiefilm die vandaag (26 september) het Nederlands Film Festival opent is gebaseerd op het succesvolle boek van Israëlische schrijver David Grossman. Met deze aparte keuze stelt het NFF zich ook kwetsbaar op, ze willen een ode brengen aan de Nederlandse familiefilm. Deze film lijkt echter geen goede keuze te zijn als openingsfilm, de film is zeker niet slecht maar laat een aantal steken vallen die toch wel afbreuk doen aan het resultaat.

Het verhaal
Nono (Thomas Simon) is een dertienjarige jongen die beschikt over een zeer rijke fantasie. Zijn vader is een beroemd politie-inspecteur, volgens Nono zelfs de beste van de wereld. Nono kijkt erg op tegen zijn vader en probeert dan ook zoveel mogelijk in zijn voetsporen te treden. In zijn pogingen dit te doen komt hij echter vaak in de problemen. Teleurgesteld in het gedrag van zijn zoon stuurt zijn vader hem, twee dagen voor zijn Bar Mitswa, naar zijn oom Sjmoel om meer volwassen te worden. Als hij tijdens zijn reis een brief ontvangt van zijn vader met de opdracht om te leren een goede inspecteur te worden grijpt hij deze met beide handen aan. Hij wordt getraind door topcrimineel Felix Glick (Burghart Klaussner) die hem helpt meer te weten te komen over het verleden van zijn overleden moeder. Dit is het begin van een avontuur op zoek naar de waarheid.

Lastig te volgen
Het verhaal van Nono het Zigzag kind is veelbelovend. Het spreekt tot de verbeelding en zal jonge jongens en meisjes zeker interesseren. Op de uitwerking is echter wel wat aan te merken. Zo worden er in de film vier verschillende talen gesproken(niet handig als je jongere kijkers hebt), en zakt het tempo van de film soms in. Op het einde van de film volgen de plottwists elkaar plotseling in hoog tempo op. De waarheid achter de dood van Nono’s moeder wordt onthuld en een aantal andere geheimen komen uit. Deze tarten de grenzen van het geloofwaardige maar zijn nog te accepteren. Het lijkt of de regisseur (Vincent Bal) in zijn poging trouw aan het verhaal te blijven niet heeft kunnen beslissen op welke film de doelgroep gericht is. Zo zit er te weinig humor in de film om jongeren geïnteresseerd te houden en te weinig actie om volwassenen te boeien.

Op het acteren is weinig aan te merken. Thomas Simon houdt zich prima staande tussen zwaargewichten als Isabella Rosselini, Burghart Klaussner en Fedja van Huêt. Ook is de film schitterend geschoten, het hoogtepunt hiervan zijn de scènes op in Nice.

Nono het Zigzakind is af en toe zeer vermakelijk, de film duurt echter wat te lang en de aandacht verslapt af en toe. Ook is de film eigenlijk voor kinderen niet grappig en volwassen niet spannend genoeg. Toch zitten er een aantal leuke momenten in de film die door veel bezoekers dan ook prima ontvangen zal worden. Er had alleen veel meer ingezeten. De terechte vraag rijst dus: waarom is dit de openingsfilm van het Nederlands Film Festival?