Hij werd onsterfelijk met zijn sculpturen De Kus en De Denker. Minder bekend zijn de tekeningen van Auguste Rodin (1840-1917). Het Musée Rodin in Parijs heeft nu een deel van zijn tekeningencollectie uitgeleend aan het Singermuseum in Laren. Erotique Rodin luidt de titel van de tentoonstelling die daar tot half januari te zien is. Honderd tekeningen, aquarellen en beelden geven een indruk van Rodins ‘liefde voor de schoonheid van de vrouw’, aldus de brochure bij de tentoonstelling. Bij tramhaltes hangt het bijbehorende affiche: een getekende vrouwenfiguur tegen een vleeskleurige achtergrond. Met haar handen trekt ze een lap of kledingstuk naar beneden zodat haar blote lijf met kaal(geschoren?) geslachtsdeel wordt onthuld.
Erotisch zou ik het niet meteen willen noemen. Het gezicht is uitdrukkingloos, het geheel maakt een wat onbeholpen indruk. Een bezoek aan de tentoonstelling maakt duidelijk waar die onbeholpenheid vandaan komt: Rodin liet zijn modellen vrijelijk door z’n atelier bewegen en tekende ze zonder zijn blik van de modellen af te wenden, dus zonder te zien wat er op papier gebeurde. Zo meende hij de essentie van de menselijke vorm en emotie vast te leggen. Je kunt je afvragen of hij in die opzet slaagde. De onbeholpenheid van de ‘postergirl’ blijkt helaas symptomatisch voor de revolutionaire werkwijze van Rodin: grote handen, lompe ledematen, schematische gezichten. Zonder het stempel van het Musée Rodin zou je geen stuiver voor zo’n krabbeltje geven.
Doezelaar
Rodin blijkt ook grote belangstelling te hebben gekoesterd voor de Sapphische liefde, getuige de vele schetsen (en een paar sculpturen) van elkaar beminnende dames. Het lijkt alsof de kunstenaar wat meer werk maakte van deze tekeningen: met een doezelaar zijn de contouren verzacht en hij bracht subtiele kleuraccenten aan met waterverf. Hier heeft hij in elk geval de moeite genomen om af en toe wél naar z’n papier te kijken en dat loont.
Bijzondere aandacht verdient een zaaltje met tekeningen die nog nooit in Nederland, en daarbuiten ook zelden, zijn getoond: de erotische tekeningen die Rodin maakte ‘voor eigen gebruik’ . Het zijn schetsen van liggende vrouwen die met opgetrokken benen hun geslachtsdeel tonen, al dan niet terwijl ze er met de vingers aan prutsen. Rodin heeft deze tekeningen nooit geëxposeerd. Slechts bij hoge uitzondering toonde hij ze aan goede vrienden. Je ziet het voor je: Rodin die met wat vrienden lekker heeft zitten tafelen en na een paar flessen wijn z’n map met 18+tekeningen op tafel legt: ‘kijk jongens, allemaal in het echt hè? In m’n eigen atelier!‘
Nieuwe wilde
Ook hier die onbeholpen tekenstijl: het is duidelijk dat Rodin tijdens het tekenen z’n blik niet afwendde van wat het model op zijn verzoek lag te doen. Volgens de tekstschrijvers bij de tentoonstelling is de ‘seksuele spanning tussen de kunstenaar en zijn modellen en tussen de modellen onderling […] duidelijk voelbaar en zichtbaar’.
Hield Rodin z’n kleren erbij aan, of was z’n atelier een vrijplaats zoals we die kennen van blootschilder Peter Klashorst? Rodin als ‘nieuwe wilde’ avant la lettre, wie zal het zeggen.
Kijkend naar deze parade van blote poppetjes, dacht ik met weemoed aan Rodins minnares en leerling Camille Claudel: één door haar gebeeldhouwde voet is erotischer dan al deze blote poppetjes bij elkaar.
Erotique Rodin, Singer Laren, 12 september 2012 t/m 13 januari 2013
Marina van Dongen is kunsthistoricus en journalist. Haar boek ‘De Adoptiemonologen’ verschijnt najaar 2013 bij Scriptum Psychologie. Niet dat dit iets met Rodin heeft te maken, maar toch.