Iedereen heeft zo zijn redenen vrijwilliger te worden bij het Nederlands Film Festival. Meestal is het de onbeperkte toegang tot films. Bij mij is het het Gala na de Gouden Kalveren uitreiking. Ik ga al jaren, voor mijn jaarlijks portie dansen. Dit jaar werk ik er voor, als vrijwilliger. En dan kan ik daar ook over bloggen. Undercover, dus.
Bellicher:Cel of de KamaSutraBeurs op vrijdagavond?
De beslissing welke party clandestien te crashen werd bepaald door mijn maandelijkse cyclus. Een kruisloos slipje onder een minirok en plakband op mijn borsten leek mij minder aantrekkelijk met een tampon in. Wel jammer want ik wilde die KamaSutraBeurs wel aan gort bloggen nadat dat rare mens had geschreven dat : ”het niet is toegestaan om een verslag te brengen en dit publiekelijk te verspreiden”. Bovendien voegde ze toe: “ons inziens is de kans op negatieve publiciteit door bloggers over de beurs te groot”.
Ik word altijd bijzonder opstandig van dit soort rare beperkingen.
Vandaar dat ik naar de première van Bellicher:Cel wilde, dus. Veel leuker, veel exclusiever. Kan je je niet eens in inkopen: op uitnodiging only. Geen zilveren ducktape voor de outfit maar een gewoon stretch galajurkje, handschoenen tot over de ellebogen, rode, en een markant collier, zelfgemaakt maar dat weet niemand. De glazen muiltjes vond ik te hoerig. Damesschoenen, dus.
Ik rolde beenwarmers over de hold-ups, een super chique dikke winterjas over de gala outfit en fietste naar de stadsschouwburg waar ik de fiets gauw in de bosjes smeet, de leggings er achteraan flikkerde en keurig naar de ingang schreed. Met mijn NFF-vrijwilligerspas kwam ik moeiteloos door het eerste bewakingscordon van de hermetisch afgesloten gelegenheid voor ongenodigden en bij de receptie vroeg ik een last minute toegangskaartje. Dat kon dus niet: by invitation only. Logisch dat ik dus geïnviteerd ging worden. Ik gaf mijn jas af bij de garderobe bij mijn collegae NFF-vrijwilligers, borg het reçuutje in mijn zwarte handtasje en ging een tijdje mooi zitten wezen op de bank in de foyer. Daarna ging ik naar binnen. Het gaat allemaal om connecties, in het leven.
Iedereen in de zaal was iemand. Behalve ik
Champagne werd onmiddellijk in mijn handen gedrukt en ik bewoog me door mooi en bekend Nederland. Ik kende niemand. Ik houd me niet bezig met bekende mensen. Ik praatte wat met deze en gene over next to nothing en propte mezelf door de rokersruimte waar ik zowat tegen Bas Paternotte aangeduwd werd. Ha, fijn! Nog iemand die ik ken, en waarmee je voorbij de formaliteiten lullen kunt. Certified beauty Ancilla Tilia vermooide het gezelschap en Broos Schnetz had ook wat te vertellen. Er was champagne dus toen werd het toch nog gezellig.
Ik ging in de zaal naast een Russische schoonheid zitten die de dochter was van de buitenlandse boef in de film. Gaaf, joh! Iedereen in de zaal was iemand. Behalve ik, natuurlijk, maar dat wist niemand.
De film. Bellicher:Cel. Hartstikke reuze ongelofelijk spannend want het is een thriller. Ja, gave film. Ik verbeeldde me dat de stijl van de teksten herkenbaar toe kon schrijven aan scenarioschrijver Willem Bosch omdat ik het dinsdag uitgekomen debuutroman Op zwart aan het lezen ben en midden in zijn schrijfstijl zit. Kort, direct en door het weglaten van tekst, soms grappig in zijn directheid. Vind ik. Goed boek, trouwens. Moeten we allemaal lezen.
Omdat er veel aandacht werd besteed aan het bakken van eitjes met het typerend spetterende geluid van zo’n bijna klaar gebakken eitje… kreeg ik verschrikkelijke honger.
Na de film kwamen alle belangrijkste producenten en spelers het podium op om te worden toegeapplaudiseerd. Ik kende uit die rij mensen alleen Willem Bosch die in pak met vlinderdasje en All-Stars stond. Stoer, man, die gympen! Op de weg uit de zaal, kwam hij langs en zoende me hartelijk op mijn beide wangen maar ik durfde later niet nog met hem te gaan praten omdat hij, als celebrity, waarschijnlijk iedereen kent en niet gestalkt wil worden door een of andere fan die toevallig overal opduikt waar hij is. Don’t worry, W illemBosch, ik vind je gewoon bijzonder getalenteerd en ik hemel iedereen op bij wie ik dat speciale zie.
Er was weer drank en het was celebrityspotting time. Een jonge man greep mij nog slinks bij de billen en het onderwerp van gesprek was meestal: “Hoe kom jij hier terecht?” Ik ging op een bankje zitten en jurken bestuderen. De mooiste, by far, was die van Anniek Pfeifer. Die van Anna Drijver was ook een spectaculair mooi gewaad maar verder waren er weinig te bewonderen. Foute jurken, dat wel.
Never mind, echter, wat een dame ook maar aan had, hoe raar, met franjes, tekenende slipjes, lelijke kleurcombinaties of slechtzittende hobbezakken, wat telde was waarop ze stond en dat het in volle glorie gezien kon worden middels korte rokken, leggings en panties. Het schoeisel was steevast plateauzoolhoog, de hakken puntig en dun. Ze waren de herkenbare uitspatting van hipheid, onloopbaarheid en glamour! Ja, de pumps waren extravagant. Ik keek mijn ogen uit!
Daan Schuurmans en een gebakken ei
Tot slot teckelde ik de premièrefotograaf die zeer professioneel dwars door mij heen aan het kijken was en vroeg hem mij te fotograferen met Daan Schuurmans wat ie deed. Wat zijn mensen toch aardig. Die Daan Schuurmans is ook een lieve man, dat ie zo vriendelijk en toegankelijk was met mij, een niemand, op de foto te gaan. En sorry dat ik je misbruikte voor mijn eigen trip maar uiteindelijk kon ik wel zeggen: mission accomplished!
Ik haalde mijn jas op bij de garderobe, viste mijn fiets uit de bosjes, stroopte de leggings terug over mijn benen en foute damesschoenen en fietste terug naar mijn gewone plekje in een gewone straat in Utrecht waar ik een eitje bakte. Midden in de nacht.
Sophia Anastasia is kunstenares in Utrecht, sluipt premierefeestjes binnen en houdt een blog bij.