Gisteravond heb ik een goede vriend een bloedneus geslagen. Waarom? Was hij vervelend? Begon hij met slaan? Had hij me beledigd? Of kreeg ik weer een oneerbaar voorstel? Nee, niks van dat alles. Cairo made me do it.
Belager
Ik sta op de betreffende vriend te wachten naast de uitgang van een cafe in down town Cairo, niet ver van het Tahrir-plein. Ik ben onkarakteristiek vroeg en hij ongewoon laat, dus ik hou me bezig met wat gedachteloos gebrowse op mijn iphone.
Plotseling voel ik een hand op mijn schouder. Zonder nadenken draai ik me om en haal uit. Mijn vuist komt vol op de neus van mijn ‘belager’ terecht. Het bloed stroomt eruit. Pas dan zie ik dat het mijn vriend is die ik net een bloedneus heb geslagen.
‘Zo, ook leuk jou weer te zien, Es.’ De zakdoekjesverkoopster heeft een goede avond, want er zijn minimaal drie pakjes nodig om het bloeden te stelpen.
Ik woon nu ruim negen maanden ‘full-time’ in Cairo en ik ben er inmiddels zo aan gewend geraakt op straat door mannen lastig gevallen te worden dat zodra iemand een hand op mijn schouder legt ik me gelijk omdraai om diegene een ram voor zijn hoofd te verkopen. Treurig, maar waar.
In vergelijking met vriendinnen (zowel Egyptische als buitenlandse) word ik niet eens zo vaak nageroepen op straat, maar dat kan liggen aan het feit dat ik vrijwel altijd naar muziek luister als ik buiten loop, en overdag een zonnebril op heb. See no evil, hear no evil. Aangeraakt word ik al helemaal zelden, maar dat zal vooral zijn omdat ik mezelf op ‘Westerse’ snelheid voortbeweeg (5 km per uur) en niet met ‘Egyptische’ pas (1 km per uur).
Tahrir
Mijn meest vervelende ervaring had ik op het als het op seksuele intimidatie aankomt inmiddels beruchte Tahrir-plein, uitgerekend op het moment dat de binnenstad in euforische stemming gedompeld was: tijdens de bekendmaking van Mohammed Morsi als nieuwe president van Egypte.
Ik ga met een bevriende fotografe naar het plein om foto’s te maken. De drukte is onvoorstelbaar. Mensen schuifelen als haringen in een ton over straat. We zijn nog geen honderd meter het plein opgelopen of ik ben mijn vriendin al kwijt.
Ik besluit naar het verhoogde middendeel van het plein te lopen, in de ijdele hoop dat ik haar vanuit een hogere positie misschien wel vind. Tevergeefs. Ik probeer haar te bellen, maar vanwege de drukte is het netwerk overbelast. Ik schiet wat plaatjes, praat met wat mensen, schuifel een rondje over het plein en besluit na een klein uur dat het beter is om naar huis te gaan. Het is ongemakkelijk druk en bovendien inmiddels te donker om met mijn camera nog fatsoenlijke foto’s te kunnen maken.
Avances
De richting die ik op wil blijkt tegen de stroom van de mensenmassa in te zijn, ik word vanzelf de kant op geduwd die iedereen op lijkt te gaan. Schijnbaar uit het niks begint er een jongen tegen me aan te praten. ‘Waar kom je vandaan, wat ben je mooi, wat doe je hier’: de standaard-onzin. Als ik niet op zijn avances reageer klampt hij zich aan mijn arm vast. Ik geef hem een duw en weet hem van me af te slaan en wurm me langs een partij mensen om van hem af te komen. Ik schuifel verder, steeds vaker handen van mijn lichaam af slaand en zich tegen me oprijende mannen van me af duwend.
Na een tijdje zie ik in mijn ooghoek dat de jongen die eerder aan mijn arm ging hangen opnieuw probeert bij me in de buurt te komen, dus ik wring me nogmaals tussen een paar rijen mensen door om zo ver mogelijk bij hem vandaan te komen.
Waar het op dat moment precies mis gaat weet ik niet, maar opeens ben ik omringd door voornamelijk jonge mannen, die als door een wesp gestoken collectief hun aandacht op me vestigen. Binnen een mum van tijd voel ik overal handen en wordt er van alle kanten aan me geduwd en getrokken. Foute boel, begrijp ik.
Ik begin als een gek om me heen te slaan, te duwen en te schoppen, maar dat lijkt het alleen maar erger te maken. Er wordt aan mijn armen, benen en haar getrokken en ik wordt als een soort lappenpop in de menigte heen en weer geslingerd en langzaam maar zeker naar de rand van het plein gedirigeerd.
Kring
Er vormt zich een kring van mannen om me heen, en instinctief weet ik dat zodra de cirkel zich sluit ik er niet ongeschonden uit kom. Ik probeer zoveel mogelijk heen en weer te bewegen om ruimte te creëren, maar die handen overal beperken mijn bewegingsvrijheid enorm en bovendien is het zo druk dat er bijna geen ruimte beschikbaar is.
Dan zie ik een groep mannen voorbij komen die een sliert Egyptische vrouwen veilig door de menigte heen probeert te loodsen. Hand in hand vormen ze een menselijke keten om de rij vrouwen heen, onderwijl allerhande belagers van zich af slaand.
Met alle kracht die ik in me heb werk ik een tros belagers van me af en werp ik mezelf bij een van de mannen aan de rand van de keten op de rug. Hij probeert me in eerste instantie van zich af te schudden, waarschijnlijk omdat hij me aanziet voor een van de mannen die bij de vrouwen probeert te komen. Maar na een korte worsteling legt een man achter hem zijn handen bij hem op zijn schouders en word ik afgeschermd voor mijn belagers.
Verkracht
Ik heb enorm veel geluk gehad. Het had veel erger kunnen aflopen. Diezelfde avond wordt een Engels meisje verkracht en gemolesteerd. Ik heb alleen wat blauwe plekken. Maar die handen op mijn borsten voel ik dagen later nog.
Er schijnen ‘nieuwe initiatieven‘ aan te komen om het probleem van seksuele intimidatie hier aan te pakken, waaronder betere politie surveillance in de metro en verschillende publieke campagnes. We gaan het zien. Laatste keer dat er een protest tegen seksuele intimidatie was, kwamen er krap een dozijnEgyptische vrouwen opdagen.
De komende tijd schrijft journalist en fotografe Ester Meerman vanuit Egypte voor De Buitenlandredactie. Over de presidentsverkiezingen, haar belevenissen en werk in Caïro. Zij blogt al in het Engels op Stories from Cairo. Volg haar op Twitter: @estermeerman.