Gesneuveld. Het zal je man maar zijn. Of je broer. Of je vader. Of je zoon. Regisseur Robert Oey (De Leugen) laat in zijn pakkende documentaire het verdriet zien dat elke gesneuvelde soldaat achterlaat.
Vijfentwintig waren het er, tijdens de missie in Afghanistan van 2006 tot 2010. Jonge mannen in de bloei van hun leven. De documentaire geeft je een kijkje in de worsteling van de nabestaanden met het zwarte gat van wat er niet meer is. Ieder probeert op zijn eigen manier verder te gaan en het verdriet een plek te geven. Stills met foto’s van de soldaten toen ze nog in leven waren geven de jonge mannen een gezicht: frisse, gebruinde gezichten in legerkleding die lachend of stoer de camera inkijken. En die zijn nu dus dood.
Geen oordeel
Oey weet zich uit de discussie te houden over de missie zelf. De film oordeelt niet. Niet over de nabestaanden, niet over het leger, niet over de soldaten. De documentaire registreert en laat weten dat het er is. Met grauwe, sobere beelden wordt de drukkende sfeer benadrukt. Het is geen lichte film, maar eentje waar je even voor moet gaan zitten. En waar je daarna ook nog even voor moet blijven zitten. Want we weten allemaal dat er soldaten zijn gesneuveld en, sterker nog, dat ze zullen sneuvelen. We weten allemaal hoe erg dat is. Maar nu voel je het ook.
De enige moeilijkheid die ik met de film had, was dat door de hoeveelheid portretten een aantal keer gedachten als: ‘oh ja, dat is dus de moeder van de soldaat van de foto in het vliegtuig’ door me heen gingen – waarmee ik uit het verhaal gehaald werd. Zonde! Maar verder is Gesneuveld een overtuigende documentaire, waarin Oey ons zonder te direct te zijn ons laat voelen wat leegte is.
Stap op je fiets
Toen ik na de film naar buiten stapte had het net hard geregend maar was de zon net weer gaan schijnen, wat voor een rare tegenstelling van donkere wolken en zonnige huizen zorgde. Ook was er een schitterende regenboog te zien. Heel symbolisch, alsof het weer even tegen me wilde zeggen: kom, je mag weer verder, stap die fiets op, doe leuke dingen en denk af en toe aan die jongens. En dat zal ik zeker doen.