Waterschap Rivierenland maakte donderdag bekend dat onderzoeksbureau Arcadis heeft ontdekt dat zanduitspoeling onder de dijken, het zogeheten piping, een veel groter risico voor de stabiliteit vormt dan waterdeskundigen tot nu toe aannamen. Bij hoogwater kan piping er voor zorgen dat een instabiele dijk door de druk van het rivierwater wegspoelt. Op een flink aantal plekken zijn op korte termijn maatregelen nodig, aldus de waterschappen. De waterschappen hebben ongeveer 2 miljard euro nodig om het tot nu toe onderschatte probleem bij de dijken langs de grote rivieren aan te pakken.
“Dijken zouden veiligheidstoets niet doorstaan”
Grote stukken rivierdijk in Nederland zouden een veiligheidstoetsing momenteel niet doorstaan. Sinds de dreigende dijkdoorbraken in 1995 zijn tal van maatregelen genomen om alle dijken langs de grote rivieren op te hogen en te versterken. Desondanks hadden de schappen langs Maas, Rijn, Waal en IJssel de indruk dat piping bij hoogwater een risico bleef. Daarom gaven zij Arcadis opdracht om onderzoek te doen.
Daaruit is nu gebleken dat vooral in de gebieden waar de rivierdijken op zandgrond zijn gebouwd meer piping plaatsheeft dan werd aangenomen. De rivierdijken zijn daar minder sterk dan gedacht. In het westen van het land staan de dijken op vrijwel ondoordringbare kleigrond en is er veel minder risico, aldus de schappen.