Een paar weken terug kwam de nieuwe Tweede Kamer bij elkaar om een nieuwe voorzitter te kiezen. Anousjka van Miltenburg werd gekozen na een prachtige procedure, met openbaar debat in de Kamer en een heuse campagne in de wandelgangen. Samsom en Rutte zijn ondertussen gezellig aan het formeren, en daar zullen een keer, ergens, de fameuze poppetjes tevoorschijn komen. Dan zal wederom één van de grote democratische tekorten van Nederland blijken: de Kamer laat zich de benoemingen van ministers maar aanleunen.
Ministers zijn belangrijk. Weliswaar niet zo belangrijk als de Kamer of media ze vaak maakt, maar toch. Als uitvoerders van beleid – met de traditie van ministers die opstappen wegens fouten van ambtenaren – zijn ze het boegbeeld van de Nederlandse overheid. In de – wat is dat voor onzin? – besloten Ministerraad besluiten ze over veel zaken in Nederland. Weliswaar meestal in nauwe harmonie met de Tweede Kamer, in ieder geval met de coalitiepartijen in het de facto monistische Nederlandse staatsbestel. Dat maakt het zo raar dat de Tweede Kamer alle ministers die een formateur aandraagt klakkeloos accepteert.
Ministers zijn vaak ongeschikt
Interne partijpolitiek, het belonen van vriendjes, het kaltstellen, parkeren of lanceren van troonopvolgers, dat soort zaken gebeuren tijdens het formeren van een kabinet. En oh ja, soms wordt er gekeken naar kwaliteit. Maar niet per se. Zelden eigenlijk. Want waarom wordt anders Hans Hillen minister? Of staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner? Er wordt niet vaak echt gezocht op de combinatie bestuurlijke ervaring, politieke capaciteiten en management-ervaring. Een combinatie die je nu eenmaal nodig hebt op die positie. En de Kamer doet daar dus niets aan. Die laat iedereen op het pluche plaatsnemen.
Europees Parlement als voorbeeld
In dit opzicht het Europees Parlement een voorbeeld voor de Nederlandse Tweede Kamer. In het Europees Parlement worden alle Eurocommissarissen voor het aanstellen uitvoerig getest. Soms ook afgekeurd, zoals in 2010 gebeurde met de Bulgaarse kandidaat-commissaris Rumiana Jeleva. Dan laat je je tanden zien als parlement. Bij het Europees Parlement is dat nog wat nijpender, omdat die officieel geen commissarissen naar huis kan sturen, maar ook in Nederland zou dat heel gezond zijn. Gewoon, openbare hoorzittingen, een openbare sollicitatie zogezegd. Laat ze maar vertellen en aantonen waarom ze goed zijn als minister of staatssecretaris. De Tweede Kamer kan dat mooi beoordelen, de mensen thuis kunnen alles volgen via Politiek24.
Wisselen en een nieuwe nemen
Er zijn twee grote voordelen verbonden aan een individuele beoordeling vóórdat het kabinet geïnstalleerd wordt. Op de eerste plaats wordt de formateur gedwongen goede mensen voor te dragen, in plaats van louter politieke benoemingen te doen. Want je wil geen kandidaten voordragen die op hun bek gaan. Ten tweede zorg je ervoor dat je veel makkelijker afscheid kan nemen van ministers. Ze hebben dan namelijk een eigen individuele relatie met het parlement, een kabinet komt niet in gevaar als er een minister aftreedt. De vorige Tweede Kamer had zonder problemen afscheid kunnen nemen van stuntelaar Rosenthal of van de reeds genoemde Veldhuijzen van Zanten-Hyllner. Gewoon wisselen en een nieuwe nemen. Of, wederom in navolging van Europa, afscheid nemen van iemand die iets te goede vrienden is met de tabakslobby. Waar Minister Hillen mag blijven zitten, is de verdenking van fraude voor Eurocommissaris Dalli genoeg om op te stappen.
Als de Tweede Kamer, onze volksvertegenwoordiging, nu eens zo’n openbare beoordeling zou eisen. Dat zou betekenen dat ze een beetje macht terugpakken van de regering. Dat is rond de formatie gelukt, dat kan ook rondom de poppetjes. Daarmee wordt de Nederlandse politiek weer wat transparanter, mogelijk stabieler en komt de macht meer te liggen waar hij hoort: bij het parlement.
Huub Bellemakers wil een betere Nederlandse politiek. Daarom is hij ook fan van de tips van Kustaw Bessems en Dirk Jacob Nieuwboer.