Burgers lijken weinig van Europa te begrijpen, ondanks de grote hoeveelheid informatie die potentieel over Europa beschikbaar is. Misschien is het ook onrealistisch te denken dat burgers zich zeer actief met Europa bezig gaan houden en informatie over Europees beleid tot zich gaan nemen, zelfs als het gaat over de eurocrisis. Het is voor burgers nauwelijks te volgen waar het allemaal precies over gaat.
Maar misschien is dit op nationaal niveau ook wel het geval. Als een hogeschool als InHolland in crisis is, komen ook vragen op over wie er verantwoordelijk is, wie ooit besloot dat deze fusie tot stand moest komen, wat precies het probleem bij de instelling is en wat er nu aan gedaan kan worden. Burgers hebben ook op deze vragen geen gedetailleerd antwoord, en daarmee zouden we kunnen concluderen dat dit in Europa nauwelijks anders is.
Nationale discussies
Dat is echter een misverstand. Bij een discussie als die over InHolland missen burgers veel kennis, maar ze hebben wel een globaal beeld van het type problemen die spelen en het soort oplossingen die erbij horen. InHolland gaat over schaalvergroting in het onderwijs, te veel managers en te veel bureaucratie, en het ontstaan van perverse bestuurdersculturen waarin het alleen nog gaat over gebouwen, te hoge salarissen en ontslagvergoedingen, en onderwijs geen enkele rol meer speelt. Burgers kunnen zich oriënteren op deze discussies want ze spelen bijvoorbeeld in de zorg ook.
Dit is de herkenbaarheid van het politieke debat op nationaal niveau die op Europees niveau volstrekt mist. Zo sprak Europa ooit af om een zeer innovatieve kenniseconomie te worden. De maatregelen die hiertoe zouden moeten leiden werden bediscussieerd in een nationaal kader, namelijk over de verbetering van het Nederlandse onderwijs of het stimuleren van Nederlandse bedrijven om te innoveren. Wat het precies met Europa te maken had, ging aan burgers voorbij. En zo geldt dat voor veel meer ‘Europese’ discussies.
Europees beleid kan alleen in een nationale context worden bediscussieerd. Er zijn immers geen Europese media die een Europees publiek trekken en dus is er geen Europees debat buiten het Europees Parlement. In nationale nieuwsuitzendingen en talkshows is de bril een nationale en daarmee zijn de meeste Europese onderwerpen of irrelevant, of worden gebracht als een nationaal thema.
Onbenoemde Europese debatten
Het gevolg is dat burgers misschien wel met Europese debatten in aanraking komen, maar dat die debatten nooit als zodanig worden herkend. Er blijft slechts één politiek debat over Europa over: welke taken wel en niet naar Brussel overgeheveld mogen worden. Dat bij veel politieke thema’s die in Den Haag besproken worden Europa een belangrijke rol speelt, blijft ook in Den Haag onbenoemd. Er zijn nauwelijks thema’s te bedenken waaraan geen Europese aspecten kleven, maar Tweede Kamerleden negeren ze meestal gewoon.
Het gevolg is dat burgers nooit iets positiefs over Europa horen. Als Europa besproken wordt, gaat het slechts over het afdragen van bevoegdheden. Welke nuttige rol Europees beleid mogelijk speelt blijft onbesproken. En dus kunnen burgers ook niet zien waarom taken naar Europa overgeheveld zouden moeten worden en waarom dat nuttig zou kunnen zijn. Zij zien vrijwel per definitie slechts dat taken overhevelen leidt tot een gebrek aan zeggenschap en dat daar niets voor terugkomt. Daar is iedereen natuurlijk altijd tegen.
Chris Aalberts is onderzoeker politieke communicatie. Hij schreef o.a. de boeken Achter de PVV en Altijd ver weg: de moeizame relatie tussen burgers en de Europese Unie.