Stel dat ik Mark Rutte van fascisme beschuldig. Zouden er dan wetenschappers zijn die het nodig vinden onderzoek te doen naar de vraag of mijn beschuldiging juist is? Ik vermoed van niet, want iedere burger zou kunnen weten dat een dergelijke beschuldiging ongegrond is en daarom het beste genegeerd kan worden. Waarom zouden we iets onderzoeken waarvan we op voorhand al weten wat eruit gaat komen? Blijkbaar is deze logica nog niet bij iedereen doorgedrongen. Ook bij Geert Wilders is duidelijk dat hij geen fascist is, maar toch verschijnt er een boek met de titel ‘Is Wilders een fascist?’ waarin het verband tussen Wilders en het fascisme wordt onderzocht.
Is Wilders een fascist?
Auteur Robin te Slaa maakte al tijdens de boekpresentatie duidelijk dat het antwoord op deze vraag negatief is. Te Slaa bekritiseert Rob Riemen die dezelfde vraag eerder instemmend beantwoordde en Wilders van een hedendaagse vorm van fascisme beschuldigt. Riemen nam nooit de moeite fascisme te definiëren en maakte de term zo vaag dat velen eronder zouden kunnen vallen. Te Slaa komt tot de conclusie dat Wilders hooguit op kleine onderdelen fascistisch genoemd kan worden, maar dat hij over de hele linie niet op fascisten lijkt.
Hoewel PVV-stemmers wellicht instemmend zullen reageren op deze conclusie, blijft de vraag waarom een dergelijk boek geschreven wordt. Te Slaa – die eerder schreef over de geschiedenis van de NSB – wist vanaf het begin van dit boek al wat de conclusie zou zijn. Bij de boekpresentatie vroeg ik daarom aan Te Slaa waarom hij deze vraag eigenlijk stelt als het antwoord al bekend is. Te Slaa meldde dat in het publieke debat nu eenmaal vaak wordt beweerd dat Wilders een fascist is.
Onbevredigend antwoord
Dat is een onbevredigend antwoord. Wetenschappers kunnen er niet aan beginnen onderzoek te doen naar zaken die her en der de publieke ruimte in worden geslingerd. Welke uitspraken van welke persoon zouden dan als eerste onderzocht moeten worden? Te Slaa laat met kennis van zaken zien dat de fascisme-beschuldiging aan het adres van Wilders kant nog wal raakt. De vraag is daarmee waarom er toch een boek over moet komen, want andere onzinnige beschuldigingen (Rutte is een fascist) verdienen ook geen boek.
Het is goed dat de onzinnige fascisme-beschuldiging aan het adres van Wilders wordt tegengesproken, maar deze exercitie is ook zinloos omdat het hier helemaal niet om een historische vergelijking gaat, zoals Te Slaa doet voorkomen. De beschuldiging van fascisme is precies wat Rob Riemen doet: een niet onderbouwde beschuldiging uiten die alleen als doel heeft de PVV te diskwalificeren. Historische argumenten spelen daarbij helemaal geen rol. Het gaat erom nogmaals duidelijk te maken hoe moreel verheven PVV-tegenstanders zijn.
Die kruistocht zal niet gestopt worden nu Te Slaa heeft laten zien dat Wilders geen fascist is. Dat is jammer, want deze beschuldiging leidt er slechts toe dat PVV-stemmers leren dat hun zorgen niet serieus worden genomen en dat ze voorlopig dus nog een tijdje op Wilders moeten blijven stemmen. Ook zij weten allang dat associaties van Wilders met de Tweede Wereldoorlog nergens op slaan.
Chris Aalberts is onderzoeker politieke communicatie. Onlangs verscheen: ‘Achter de PVV: waarom burgers op Geert Wilders stemmen’.