Eerlijk gezegd begrijp ik er weinig meer van na bestudering van het Algemene Rekenkamer JSF-rapport. Dat we vuistdik vastzitten in allerhande afspraken is niet nieuw. Dat er ook btw wordt geheven op aangeschaft defensiemateriaal (pagina 81) is evenmin nieuw, hoewel een belasting toegevoegde waarde op wat feitelijk een overlevingsorganisatie is, nogal vreemd blijft.
Zeker daar aangekocht materieel onder het hoge ‘luxe’ tarief valt. Schrap de btw op defensiematerieel en de financiële problemen van Defensie worden een stuk minder. Natuurlijk moet Financiën dan gaten gaan vullen, maar dat is hun vak. Wat vooral duidelijk wordt uit het rapport, is dat de Defensietop desnoods bereid is om harakiri te (laten) plegen om de JSF te krijgen. En dat is onbegrijpelijk.
Rekenkamer-rapport
Aanschafargumenten en becijferingen worden door JSF-voorstanders in de Defensietop naar wens geproduceerd, of naar keuze geïnterpreteerd door nagenoeg ter zake onkundige politieke partijen. Wat Johan Boeder bij www.jsfnieuws.nl uitstekend onderbouwt met een analyse van het Rekenkamer-rapport. Dat er harakiri zal moeten worden gepleegd door (andere) krijgsmachtonderdelen om de JSF aan te kunnen schaffen, maakt de Rekenkamer zelf duidelijk (o.a. pagina 14-15).
Als de F-16 tot 2027, of mogelijk zelfs 2029 moet doorvliegen zal de KLu tot het eerste JSF squadron operationeel is (2021, mogelijk zelfs 2024) in toenemende mate weerloos zijn tegen wat omschreven wordt als ‘moderne geavanceerde dreigingssystemen’. Feitelijk komt het neer op: om later het beste te hebben, doen we het tot die tijd met onvoldoende. Een strategie die Defensie vaker hanteert. Als de overlevingskans van vliegers de Defensietop ‘s nachts wakker houdt, waarom zijn moderne dreigingssystemen tot de JSF operationeel komt dan wél min of meer een aanvaardbaar probleem? Waarom moest de F-16 (en daarvoor de F-104G en NF-5) het ten tijde van de Sovjet-dreiging dan doen zonder stand-off geleide wapens tegen gronddoelen terwijl deze al sinds de late jaren zestig beschikbaar waren*?
AGM-65 Maverick
Zelfs toen Nederland eindelijk AGM-65 Mavericks en LGB‘s aanschafte, waren er jarenlang slechts twintig aansturende targeting pods om dergelijke munitie (optimaal) te kunnen gebruiken (LANTIRN). Dat is de praktijk van wat de Defensietop en politiek verantwoord vonden, en vinden.
Andere Defensieargumenten. In het Rekenkamer rapport lezen we,
Wat betreft eventuele andere kandidaten dan de JSF (F-18E Super Hornet, JAS Gripen) lezen we,
F-18E Super Hornet
Mogelijk is de Defensietop vergeten dat zelfs de huidige F-16 MLU deels al ‘kan’ wat men beweert met de JSF pas te krijgen. Radarsystemen konden reeds in WOII beperkt ‘door een wolkenlaag’ doelen identificeren. De originele APG-66 radar van de F-16 zag het al een stuk gedetailleerder en de F-16 MLU-radar (APG-66V2) nog weer scherper. Wat je in een F-16 opvolger inbouwt is grotendeels een keuze. Niet sterk gebonden aan een specifiek vliegtuigontwerp. Je kunt zelfs ingebouwde nieuwe F-16 MLU-apparatuur overbouwen in een opvolger.
Het valt verder te betwijfelen of de in productie zijnde Super Hornets van de US Navy zo ‘doof, stom en blind’ zijn als de Defensietop suggereert. De Super Hornet heeft bovendien nog een aanzienlijk groeipotentieel. Ook het soms gebruikte argument dat dit toestel te zwaar is, is kul. Een (air-to-air) beladen JSF of F-18E klokken beide circa 23 ton. Ook het elders in het rapport gegeven argument dat het vliegbereik van de F-18E tekort schiet (2300 kilometer clean, met twee Sidewinders) mag Defensie toelichten daar voor de JSF een clean vliegbereik van 2200 kilometer wordt opgegeven.
JSF: 8000 vlieguren
Ook met niet 85-, niet 68-, maar slechts 56 aan te schaffen JSF toestellen is het nog ‘verantwoord‘ volgens minister Hans Hillen. Als het maar de JSF wordt. In de praktijk gaat het dan om 54 toestellen, want de twee meegerekende testtoestellen zullen niet operationeel zijn. Met 54 stuks is er geen sprake van reserves. Iets wat nu met het huidige (voorgenomen) aantal van 68 F-16s al een probleem is.
De 54 aan te schaffen JSF toestellen zullen de grootste moeite hebben om de beoogde dertig- tot veertig dienstjaren te halen op basis van de geraamde jaarlijkse 250 vlieguur per toestel in het ’54’ scenario. De geplande levensduur van de JSF bedraagt namelijk 8000 vlieguur. Of Nederland moet het in de toekomst met nog slechts twee operationele squadrons gevechtsvliegtuigen doen. Als daar dan wél gedurende het gebruik state-of-the-art ingebouwd blijft worden, of onder gehangen, een keuze die het overwegen waard is. Anders wordt het (weer) een Rolls Royce in de garage, waar niet mee kan of mag worden gereden.
F22 Raptor
Gezien de situatie waar we ons met dit ernstig FAIL JSF-project in hebben gemanoeuvreerd, gaat elke keuze een hoop (extra) geld kosten. In acht nemend wat Nederland voor haar defensie wil uitgeven bekijken of -nu compleet, eerlijk en realistisch- de F-18E Super Hornet en JAS Gripen(NG) een alternatief zijn, moet naar mijn idee heroverwogen worden. Er blijven veel onzekerheden bestaan over de praktische capaciteiten en kosten van de JSF. Iets wat bij een F-18E keuze het minst het geval is. Een toestel dat met een snelle keuze in 2019 operationeel kan vliegen boven Nederland.
Tot slot, als je echt om het leven van vliegers geeft, voor het luttele bedrag van 200 miljoen dollar opent Lockheed Martin de F-22 Raptor lijn weer.
* Dat er al decennia precisiewapens en aansturende systemen bestonden werd in Nederland pas laat ‘opgemerkt’ getuige een Kamerbrief uit 2005 waarin te lezen valt: “De Prinsjesdagbrief uit 2003 constateert dat het belang en het gebruik van precisiewapens de afgelopen jaren sterk is toegenomen.”