Opnieuw staat een groot Nederlands talent op het punt te vertrekken naar het buitenland. Riechedly Bazoer, een 16-jarige verdediger van PSV A1, wordt momenteel begeerd door Manchester City en naar verluidt hebben ook Arsenal en Chelsea interesse. Een mooie stap, zou je denken. Zijn voorgangers hebben echter bewezen dat een vroege stap naar het buitenland geen garantie is voor succes.
Huurbasis
Jeffrey Bruma en Patrick van Aanholt vertrokken in 2007 naar Chelsea, dat destijds aan de financiële hand van Abramovic op weg was naar de absolute top van Europa. Om aan het publiek te laten zien dat men zich niet alleen bezig hield met de grote transfers, haalde de club een dozijn jeugdspelers uit Spanje, Frankrijk en Nederland. Het is vergelijkbaar met wat Manchester City nu pretendeert; de tijd van de aankopen is bijna voorbij, binnenkort moet de jeugd het gaan overnemen. Bij Chelsea is hier niets van terecht gekomen. Geen enkel buitenlands talent, gehaald op jonge leeftijd, krijgt momenteel speeltijd in de Premier League. Bruma is inmiddels verhuurd aan HSV en Van Aanholt is op huurbasis weer terug in Nederland, bij Vitesse.
Rajiv van la Parra, momenteel speler van SC Heerenveen, verkoos op 17-jarige leeftijd een transfer naar het Franse SM Caen boven de ontwikkeling in de jeugd van Feyenoord. Ook toen waren clubs als Chelsea en Manchester City geïnteresseerd, maar koos Van la Parra voor ‘speeltijd’. Die heeft hij in Frankrijk zelden gekregen, waarna hij in 2011 met hangende pootjes terug kwam in Nederland. Au revoir. Een mooi salaris daar in Frankrijk, maar echte speeltijd bleek uiteindelijk belangrijker. Na vier jaar heb je alle châteaus wel gezien en komt de vin blanc je neus uit.
Mooie centjes, mooie praatjes
Ietwat recenter is de overstap van Karim Rekik naar Manchester City. De verdediger zwichtte vorig jaar voor de centjes en het mooie praatje van de Engelse grootmacht. Hij heeft inmiddels in de Engelse League Cup mogen debuteren en mensen bij de club schrijven hem een grote toekomst voor. De vraag is echter wat hier van terecht komt. Eerdergenoemde Engelse voorgangers werden exact zo omschreven, maar zijn op hun 21e nog niet doorgebroken in het eerste elftal. Wel hebben ze heel Engeland al mogen bezichtigen, getuige de vele keren dat zij verhuurd zijn.
De overstap van deze jongens valt uiteraard te verklaren. De club belooft het hele gezin een mooi leven. De vaders krijgen een baan aangeboden in Engeland en het spelertje zelf verdient genoeg om het hele gezin te onderhouden. Tel daar het dagelijks trainen met grote wereldsterren bij op en ik zou vandaag nog mijn koffers pakken. Toch is het veelzeggend dat de spelers naarmate ze volwassen worden en steevast geen kans op speeltijd krijgen, toch op zoek gaan naar speeltijd. De vraag is wat ze sportief dan zijn opgeschoten met hun transfer. Natuurlijk, ze hebben veel geleerd van hun idolen op de training. Maar leer je niet het meeste door te spelen in een vol stadion, onder druk van de supporters en media?
Waar hadden ze gestaan?
Bij Feyenoord krijgen momenteel talenten volop de kans, denk aan Bruno Martins Indi, Stefan de Vrij, Jordy Clasie en recent nog Jean-Paul Boëtius. Martins Indi staat volgens de media in de belangstelling van AC Milan en heeft al gedebuteerd in het Nederlands elftal. Ook Clasie heeft inmiddels een haasje thuis staan, De Vrij is aanvoerder van Feyenoord. Bij Ajax is Van Rhijn na een half seizoen in de Eredivisie de huidige rechtsback van het Nederlands elftal. Even vergelijken: Jeffrey Bruma staat op vier interlands – zijn laatste dateert van een jaar geleden, Van Aanholt en Van la Parra staan op nul interlands. Hoe zouden die jongens er voor hebben gestaan als ze in Nederland waren gebleven?
Goed, achteraf is het makkelijk praten, maar nog steeds staan er elk jaar talenten van Nederlandse clubs voor dit dilemma. In januari vertrok de Belgische PSV-er Andreas Hoelgebaum Pereira (16) nog naar Manchester United en nu kan Riechedly Bazoer dus voor dezelfde stap bij stadsrivaal City kiezen. Voor deze jongens hoop ik oprecht dat zij de uitzondering op de regel zijn en dat er in Engeland een grote toekomst op ze wacht. Hun voorgangers hebben tot nu toe het tegendeel bewezen. Good luck.