Roald Vogels reageert op mijn stuk over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting, maar zijn tegenargument is niet overtuigend. Zijn argument is als volgt:
Premisse 1: Onze vrijheden ‘botsen’ en ‘schuren’ met elkaar.
Premisse 2: Er bestaat geen objectieve manier om te bepalen of een mening beter is dan een andere.
Conclusie: Dat moet je voor lief nemen en geen regels proberen te zoeken over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.
Everything goes, suggereert Roald.
Ik ben het eens met de eerste premisse, dat onze vrijheden soms tegenstrijdig zijn. Maar juist daarom heeft het uiten van je mening grenzen. Want de opinies kunnen in sommige gevallen niet door dezelfde deur. Eén van de twee opinies moet voorrang krijgen en de andere dient zich te schikken. Ik zal dit met een voorbeeld illustreren.
Lekker vals spelen
Laten we ons voor een moment voorstellen dat de wetten ons oneindige vrijheid van meningsuiting zouden garanderen. Stel je voor dat Jantje rijk, mooi en intelligent is. Pietje is jaloers. Hij kan vals spelen, door te liegen dat Jantje pedofiel zou zijn en daarmee kan hij Jantje kapot maken. Als Jantje een zakenman is, wil niemand meer zaken met hem doen. Als Jantje een zwemleraar is, dan zullen de ouders het zekere voor het onzekere nemen en hun kinderen naar een ander zwembad brengen. Als Jantje een kind heeft, zullen andere mensen hun kinderen niet meer bij het kind van Jantje laten logeren. De maatschappij kan je kapot negeren.
Jantje moet veel meer energie spenderen om zijn reputatie te zuiveren, dan de moeite die het Pietje kost om hem zwart te maken. Pietje scheurt een kussen open vanuit een zolderraam in de wind en Jantje moet alle veren terug in het kussen zien te krijgen. En als Jantje klaar is, kan Pietje opnieuw een dergelijke truc uithalen, eventueel samen met anderen.
Hetzelfde geldt voor De Haas. Stel dat zij een aantal Nederlanders kan overtuigen dat homo’s minderwaardig zijn; dat ze immoreel leven; kinderen misbruiken; veel sekspartners en ziektes hebben en dat lesbiennes misbruikt zijn in hun jeugd. Ze veroorzaakt negatieve gevolgen hebben voor de levens van homo’s, voor hun cijfers op school, voor hun sollicitaties, voor hun zaken of voor het aantal stemmen als ze zich verkiesbaar stellen. Ze verstoort de machtsbalans in het nadeel van homo’s en ontzegt hen dingen waar ze recht op hebben.
Wapenwedloop in het voordeel van de charlatans
Natuurlijk kan Jantje dezelfde techniek gebruiken. Maar dat leidt tot een wedloop van vals spelen. En het is nog steeds niet zeker dat Jantje Pietje kan dwingen om niet meer vals te spelen. Bovendien, kan het zo zijn dat Pietje veel beter is in vals spelen dan Jantje. Waarom zou Jantje zich door Pietje willen laten naaien?
Hieruit volgt dat met oneindige vrijheid van meningsuiting, de valsspelers, de charlatans altijd zullen winnen. Zij zullen onverdiende voordelen voor zichzelf bemachtigen en bij anderen onterechte nadelen veroorzaken. Dus uiteindelijk zullen de privileges en rijkdommen in de wereld verdeeld worden aan de hand van het talent om vals te spelen.
Algehele achteruitgang
Maatschappijen waar valsspelers veel macht hebben, gaan achteruit. Kijk bijvoorbeeld naar Italië waar de maffiosi rechters en politici omkopen en opblazen, kijk naar Griekenland en Oost-Europa waar de corrupte schurken de beste sappen slurpen. Daarom gaat ook Amerika achteruit en hebben we een economische crisis, omdat de valsspelers veel te veel vrijheid veroveren.
De twee begrenzingsvormen
Laat ik duidelijk zijn, ik pleit niet voor meer wettelijke beperkingen van de vrijheid van meningsuiting. Ik pleit voor twee dingen:
Ten eerste, pleit ik voor het ontwikkelen van een culturele waarde, waar iedereen kritisch naar zijn uitspraken kijkt. We moeten onze uitspraken zelf aan drie criteria toetsen:
Als onze uitspraken niet aan deze criteria voldoen en als ze in strijd zijn met gerechtvaardigde belangen van anderen, dan zouden we vrijwillig onze bek moeten houden.
De Haas zou ook niet willen dat we voortdurend in haar oor schreeuwen dat ze haar geloof moet afzweren; noch zou ze het acceptabel vinden als we religie democratisch verbieden – dus ook zij gelooft dat er grenzen zijn.
Ten tweede, pleit ik dat we zachte druk uitoefenen op schenders van deze drie criteria – vergelijkbaar met de druk op leugenaars. Bijvoorbeeld Pauw & Witteman zouden De Haas niet meer moeten uitnodigen. Luuk Koelman zou haar in een stuk moeten bekritiseren. De rest van ons zou meer voor Koelman moeten opkomen, dan voor de vrijheid van meningsuiting van De Haas.
Let Op! Dreigementen moeten verboden blijven en bedreigers moeten zwaar bestraft worden. Trouwens, waarom komt niemand op voor de vrijheid van meningsuiting van de bedreigers? Omdat zij vals spelen en we willen niet dat ze winnen.
In conclusie
We hebben een bepaalde ‘persoonlijke ruimte’ waar we niet willen dat anderen komen, want hun komst beperkt onze vrijheid. Als onze uitspraken deze ‘persoonlijke ruimte’ van anderen kunnen schenden, dan zouden we vrijwillige ‘zelfcensuur’ moeten plegen, als de uitspraken in strijd zijn met de criteria ‘zinvolheid’, ‘neutraliteit’ en ‘correctheid’. We zouden als groep een zachte druk moeten uitoefenen op de schenders van deze regels. Dood aan de argumentatieve laissez-faire.