Klagen over het weer staat in Nederland met stip op positie nummer 1. Een goede tweede is daarna het klagen over de overheid en geldverslindende, mislukte projecten. Nergens bij de overheid tref je meer geflopte projecten aan dan wanneer het gaat om ICT-gerelateerde projecten. Het is dan ook een gemiste kans van Rutte II dat er geen minister van, bijvoorbeeld, ICT en technologie in het kabinet is opgenomen (of op z’n minst een staatssecretarisje).
Zodra er iets complex met computers moet gebeuren bij een (semi-) overheidsproject, gaan de geprojecteerde kosten een paar keer over de kop en is het geen overbodige luxe om al bij voorbaat een onderzoekscommissie in te stellen die kan gaan kijken waar het fout is gegaan.
Het gaat in Nederland niet fout omdat onze beleidsmakers niet kundig zijn. De meesten beschikken namelijk over een schat aan bestuurlijke en beleidsmakende ervaring. Door die ervaring zien zij ook vaak dat ze niet de kennis hebben over grote ICT klussen. Prijzige consultants en talentvolle whizzkids worden er dan bijgehaald om de door de beleidsmakers bedachte systematiek te ontwikkelen en te implementeren. Een paar jaar later staan dan ministers als Donner en Opstelten, waarschijnlijk zelf niet de grootste whizzkids, te stamelen dat ze goed gaan onderzoeken waar het nu weer is misgegaan.
Kansen voor Nederland
Waar het onder andere misgaat is dat de ICT’er er pas weer wordt bijgehaald in de latere stadia. De ICT’ers moeten vervolgens een systeem bouwen wat tegemoet komt aan de visie van de bestuurders. Eigenlijk is het dan al te laat.
Nederland wil graag een kenniseconomie zijn, maar trekt de gewenste lijn niet door in haar beleid. Tijdens de huidige economische crisis heeft menig traditioneel bedrijf het moeilijk, maar zijn ICT startups succesvol. Waar in veel sectoren bijna geen werk meer is, is er in de ICT-sector altijd vraag naar IT specialisten. Wanneer de crisis ooit eens voorbij trekt, is het maar de vraag of alle sectoren weer herstellen. Behalve bij de ICT; deze sector zal alleen nog maar harder groeien.
Het is tijd voor een cultuuromslag in het publieke beleid wanneer het om ICT gaat. Niet langer moet dit meer een hulpmiddel zijn, maar een uitgangspunt. We moeten hierbij niet klein denken. Een voortvarend ministerie van ICT zou Nederland verder kunnen helpen met de grote ICT projecten, maar ook ons verder kunnen brengen op de internationale economische markt. Een wethouder voor ICT en infrastructuur zou niet alleen een stad als Rotterdam kunnen behoeden voor ICT missers, deze wethouder zou er ook voor kunnen zorgen dat de ICT-sector Rotterdam van nieuwe economische impulsen voorziet. Bij elke grote (semi-)overheidsinstantie zou bij het MT-overleg een ICT-expert moeten zitten, zoals dit ook gebeurd bij de overleggen voor de financiën en communicatie.
Met Google WOBBEN
Waarom leren onze scholieren wel wat geologische breuklijnen zijn, maar niet hoe je het best passwoorden op internet kunt beheren? Zelfs in het Oostblok begrijpen ze het beter!
ICT is een groot deel van ieders leven, dit wordt alleen maar groter. Het wordt daarmee minstens net zo belangrijk als taal en rekenen. Organisatie en beleid, als het nu gaat om de zorg, het onderwijs of de veiligheid op straat, zijn anno 2012 niet meer los te zien van het internet en ICT. Het is tijd dat Nederland op alle lagen de organisatie en het beleid inricht, met in het achterhoofd de ICT mogelijkheden. De volgende keer als Donner stelt dat de WOB procedure moet worden aangepast omdat de burger met zijn rechtmatige verzoeken de overheid ‘verlamt’, dan hoort er dus een minister van ICT zaken te zijn die stelt dat we alle overheidsstukken fatsoenlijk, digitaal moeten gaan archiveren. Zodat de burger vanuit eigen huis het internet op kan en alle stukken van de overheid na een search kan inzien. Dat is niet alleen goedkoper en handiger voor de overheid op termijn, maar ook beter en makkelijker voor de burger. En daar hoort het uiteindelijk om te draaien.
Abuzer van Leeuwen (28) studeerde o.a. bestuurskunde in Leiden waar hij nog steeds woont.