De Volkskrant publiceerde zaterdag een lijst van ‘meest invloedrijke mensen’ in diverse categorieën. In de lijst ‘meest invloedrijke jongeren’ flankeerden Prinses Maxima en Ali B, de qua leeftijd nog enigszins jeugdige Sywert van Lienden. Een bont gezelschap dat in de verste niet meer ‘jong’ genoemd kan worden. De reden achter de willekeur op deze lijst? Jongerenparticipatie in Nederland verkeert in zeer zwaar weer.
In 2001 werd inspraak van jongeren op de politiek geregeld in het EU witboek over de jeugd. Op basis daarvan werd onder andere de Nationale Jeugdraad opgericht (NJR), een koepelorganisatie die Nederlandse jongeren een stem moet geven in de (nationale) politiek. Acht van de negen bestaande politieke jongerenorganisaties zijn inmiddels opgestapt uit deze NJR. Dat betekent dat de brede politieke vertegenwoordiging van jongeren richting overheid verdwenen is, en Nederland zich niet langer houdt aan internationale afspraken. Met de politieke uitdagingen van de komende kabinetsperiode op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs, zorg en pensioenen is een goede, gedragen en eenduidige stem in de politiek echter onontbeerlijk.
Nationale Jeugdraad niet meer representatief
De politieke jongerenorganisaties hebben dit begrepen. De ledenaantallen stijgen, de invloed op de eigen moederpartijen wordt geoptimaliseerd. De volgende stap is dat zij ook meer invloed krijgen op landelijke plannen en wetten. De NJR, ook in 2012 nog een nuttige organisatie die zeker 80.000 jongeren per jaar bereikt, is deze politieke taak echter niet meer toevertrouwd. Ministeries als VWS, OCW en Sociale Zaken zouden daarom vaker met politieke jongerenorganisaties om tafel moeten. Zo kan de ‘jongerenstem’ een meer duidelijke rol krijgen. Dit geldt ook voor overleg- en adviesorganen als de SER.
Daarnaast doen de Nederlandse jongeren het erg slecht als het gaat om lidmaatschappen van jongerenorganisaties. In Duitsland, Finland en Belgie bijvoorbeeld gaat dit veel beter (PDF). Nederlandse jongeren zouden door de overheid actiever benaderd moeten worden om zich in te zetten voor de maatschappij. En dan niet alleen bij 14 van de lidorganisaties van de NJR die zich bezighouden met vakantietripjes (NIVON, NJN etc), niet meer echt actief lijken te zijn (IDJUN) of lobbyclubs vormen voor de agrarische sector (NAJK), maar ook via gerichte oproepen tot bijdragen aan politieke besluitvorming. Dit kan door vanuit de overheid een breed politiek jongerenplatform of debatplatform op te zetten, een soort Nationaal Debatplatform, of door de Politieke Jongerenorganisaties structureel de mogelijkheid te geven belangrijke zaken te agenderen bij de ministeries.
Wat Wiegel zegt
Uiteindelijk zal dan wellicht de lijst van meest invloedrijke jongerenorganisaties aangevoerd worden door de voorzitters van de Politieke Jongerenorganisaties. Daarnaast houden we dan de NJR, die iedere dag weer goed werk verzet op het gebied van jongereneducatie, activatie en ontplooiing. Het een hoeft het ander niet te bijten, maar de noodzaak tot actie bestaat wel degelijk! Daarom had Hans Wiegel deze week wel een punt, en zou een staatscommissie ook voor 16-28 jaar geen verkeerd idee zijn.
Tim van Lieshout is 28 en daarmee bijna aan het einde van zijn lidmaatschap van een politieke jongerenorganisatie. Daarnaast was hij 4 jaar actief bij de NJR