n de New York Times stond vorige week een opiniestukvan publicist Evgeny Morozov waarin hij technologiebedrijven hekelt om de conservatieve normen die ze zouden opleggen aan hun gebruikers. Morozov legt bloot hoe bedrijven als Google en Amazon een imago hebben van ‘hyper-tolerantie’ maar ondertussen een nieuwe preutsheid voorstaan. Dit gebeurt onder andere door bepaalde woorden te censureren met sterretjes (‘V****a’ voor ‘Vagina’ in de titel van Naomi Wolfs boek) en door bepaalde woorden niet automatisch aan te vullen (‘bisexual’ wordt pas sinds kort aangevuld).
Er zijn ook andere voorbeelden. In Nederland was er eerder al ophef over Facebook dat de bekende PSP-poster verwijderde. Bij Apple zijn ze vies van scheetjes – maar minder van fascisme. Morozov schrijft:
“Why won’t tech companies let us freely use terms that already enjoy wide circulation and legitimacy? Do they fashion themselves as our new guardians? Are they too greedy to correct their algorithms’ mistakes?”
Censuur
Deze vraag is een dringende. Omdat het gaat om multinationals is het bovendien lastig hier wetgeving voor te maken. Tegen bedrijven die censuur uitoefenen kun je als bezorgde burger eigenlijk maar één ding doen: stemmen met je voeten en er dus voor kiezen geen producten van dat bedrijf af te nemen. Google, Apple en Facebook zijn echter zo alomtegenwoordig dat dat niet eenvoudig is.
Het stuk van Morozov verscheen vandaag in verkorte en vertaalde versie ook bij Vlaamse krant De Morgen. Gevonden via Barry Smit. Dit artikel werd eerder geplaatst op het weblog van Diep onderzoek.