Het staat inmiddels wel vast dat advocaten contant geld aannemen van hun klanten. Was Moszkowicz dan als enige zo dom om de fiscus niet precies te melden hoeveel of was hij de enige die de fiscus achter zich aan kreeg? De anders altijd zo op discretie gesteld zijnde deken en tuchtrechters roken in ieder geval hun kans om – game, set, match – definitief met hun ‘amice’ af te rekenen. Van geheel andere orde was de onthulling uit het strafdossier van de liegende rechter Westenberg. Die had tussen 2005 en 2010 ruim € 400.000 bijverdiend waaronder een fors bedrag bij het prestigieuze advocatenkantoor Houthoff Buruma.
“Normaal dat advocatenkantoren rechters betalen”
In een reactie liet bestuursvoorzitter Rijlaarsdam desgevraagd aan Klokkenluideronline weten “dat het heel normaal was dat advocatenkantoren rechters betalen”. Langs deze weg kon de rechterlijke macht vernemen dat veel collega’s blijkbaar geld, misschien wel contant, aannemen van advocatenkantoren. In feite zette Rijlaarsdam met zijn opmerking de hele Raad voor de Rechtspraak voor schut. Die probeert namelijk met boterzachte gedragscodes het vertrouwen in de rechtspraak te herstellen o.a. met het regeltje dat rechters maar beter geen betaalde juridische adviezen kunnen geven. Voor leken vanzelfsprekend, voor rechters dus niet. Die moesten bijvoorbeeld ook uitgelegd krijgen dat ze geen zaken van familieleden moesten behandelen!
Alsof een luchtvaartmaatschappij nog serieus genomen wordt wanneer ze in een gedragscode moeten uitleggen om vlak vóór de vlucht geen alcohol meer te drinken. Daar ontslaan ze zelfs pursers die buiten diensttijd, maar net binnen de 10-uur limiet vóór een vlucht, bij de lunch een drankje hadden gedronken. Wrang genoeg bevestigd door rechters die zelf gedragscodes nodig hebben of zich daar niets van aantrekken. Maar Westenbergs huisvriend en collega Kalbfleisch had al eens eerder laten zien wat er zo verschrikkelijk mis is in de rechterlijke macht. Toen justitie in 2000 in een onderzoek constateerde dat veel rechters het vertikten om hun nevenfuncties openbaar te maken liet hij als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak in het Algemeen Dagblad (11/10/2000) weten niet geschokt te zijn. Hij vond het “teleurstellend dat rechters de wet overtraden” en “een punt van aandacht” maar kon zich “nuttiger onderzoek voostellen”.Hij zag het probleem letterlijk niet want terwijl hij in 2000 met Westenberg tot over z’n oren in de Chipsholzaak zat, had hij “nog nooit een rechter meegemaakt die niet eerlijk was”.
Omkooping van ambtenaren
Het is overigens maar de vraag of Rijlaarsdam gelijk heeft. Want waarom zouden grote advocatenkantoren die op het gebied van talent, kennis en kunde zelf het neusje van de zalm binnenhalen een rechterlijke ambtenaar nodig hebben voor een cursus of adviesje? Op 20 mei 1890 verdedigde H. Ph ‘t Hoof in Leiden zijn proefschrift Omkooping van ambtenaren. Het ging over courrupte rechters, en Rijlaarsdam maakt onbedoeld duidelijk dat het onderwerp niets aan actualiteit heeft ingeboet. Want hoe koop je een rechter om? Hoe betaal je een rechter voor bewezen diensten of een welwillende houding in de rechtszaal? Geef je hem in een donker steegje een envelop met inhoud? Nee, dat doe je via je advocaat. Die nodigt de rechter uit voor een volstrekt overbodige cursus of advies zodat die na afloop bij de voordeur een keurige factuur met BTW kan afgeven. Niet dat primitieve gedoe dus van Moszkowicz met zwart geld en ontevreden klanten.
Als het dus allemaal niet waar of normaal is dat rechters regelmatig door advocatenkantoren worden betaald dan moet de Raad voor de Rechtspraak mijnheer Rijlaarsdam maar eens krachtig en publiekelijk de oren wassen voor diens schadelijke opmerking. Maar als het hier inmiddels een staande praktijk betreft dan heeft dezelfde Raad nog meer uit te leggen, graag met namen en rugnummers van de betrokken rechters en advocatenkantoren.
Toedekken, vergoelijken en wegkijken
Als het op misstanden binnen de rechterlijke macht aankomt kent men daar nog een gedragscode, een ongeschreven, namelijk: toedekken, vergoelijken en wegkijken. Magistraten kunnen daarbij op hartelijke en zelfs fanatieke steun rekenen van hoogleraren, advocaten, politici en delen van de pers. Het waren dan ook altijd burgers die belastende informatie voor de poorten van de hel wegsleepten en deksels van beerputten lichtten om vervolgens te horen dat ze “van wrok bezeten querulanten” waren. Achteraf werd dan zuinigjes toegegeven dat misschien van enige schijn van belangenverstrengeling sprake was, want echte belangenverstengeling komt in Nederland immers niet voor en hoeft dus ook niet gestraft te worden. Dat gebeurt alleen in het buitenland; in de VS bijvoorbeeld of Zwitserland waar rechters voor corruptie wel in de gevangenis zitten. Want zo moeilijk is het nu ook weer niet om een rechter die zijn vonnis eerst in concept ter instemming aan een bevriende partij voorlegt op staande voet te ontslaan of voor corruptie op te sluiten. Het kwam aan het licht toen een secretaresse het conceptvonnis per ongeluk opstuurde naar de andere partij.
Het probleem in NL is dat we wel met corrupte politie-agenten maar niet met corrupte rechters kunnen omgaan. En als types als Rijlaarsdam ongestoord en ongehinderd hun uitspraken kunnen blijven doen, dan dragen die, mét zwijgende hoogleraren, politici en journalisten hun steentje bij aan de sluipende onttakeling van de rechtspraak. De prijs daarvoor kon op den duur wel eens erg hoog worden.
Mr.P.P.M. Ruijs is auteur van ‘Wij zien u wel in de rechtszaal, klassejustiie in Nederland’