Twee dagen na de eerste publicatie in het Parool zijn de stofwolken rond de zogenaamde ‘halalwoningen’ nog steeds niet opgetrokken. Zo’n beetje alle politici hebben inmiddels hun zegje gedaan over een renovatieproject van Eigen Haard in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer. Bij de grootschalige verbouwing van een woonblok hield deze woningcorporatie rekening met een aantal woonwensen van moslims. Zo is er een opbergkastje voor schoenen, een extra waterkraan met het oog op ritueel reinigen, is de keuken extra groot en worden de keuken en de woonkamer gescheiden door schuifdeuren, ‘in verband met de privacy’.
Wat er islamitisch is aan sommige voorzieningen blijft onduidelijk voor wie alleen de begeleidende graphic van het Parool bekijkt. In mijn eigen huurwoning moet ik via de gang door twee dichte deuren om van de huiskamer in de keuken te komen. Dat heeft niets te maken met privacy of religie. Zo werden deze huizen nu eenmaal gebouwd in het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw. Verder weet ik van bezoeken aan Oekraïne en Rusland dat het een goede gewoonte is om schoenen bij de voordeur uit te trekken, vanwege de sneeuw en de rommel op straat. Ook in die landen zijn de keukens relatief groot vergeleken met de slaapkamers.
Halalhoax
Desondanks is de opwinding groot. Is er sprake van een hype of zelfs van een ‘halalhoax’, zoals bijvoorbeeld journaliste Lamyae Aharouay beweert op website De Jaap? Op het eerste gezicht wel. De term ‘halalwoning’ is een duidelijke vinding van de Parool-redactie. Ze komt niet voor in de vele berichten van Eigen Haard over de voortgang van de bouw en de inspraak van de bewoners.
Aan de basis van de kort-door-de-bocht-benaming lag echter een zeer feitelijk artikel in PS, de zaterdagbijlage van het Parool. Daarin spreekt verslaggeefster Annette Wiesman uitgebreid met diverse bewoners en betrokkenen bij het renovatieproject, onder anderen met projectmanager Cees Stam. Een grote rol is weggelegd voor Aynur Yildirim, een van de naar het huizenblok teruggekeerde bewoners. Zij werkte als stagiaire bij Eigen Haard en trad op als voorzitter van een vrouwencommissie, die meehielp bij het in kaart brengen van bewonerswensen.
Vrouwenraad
“De vrouwenraad,” schrijft Wiesman, “met veel Marokkaanse en Turkse huismoeders, hamerde op het belang om het privé- annex vrouwendomein – de keuken – en het openbare ofwel mannenterrein – de woonkamer – van elkaar te kunnen scheiden, middels schuifdeuren en een gang langs alle kamers.” Elders in de reportage showt Yildirim met trots de schuifdeuren in haar woning, bedoeld ‘om het traditionele mannen- en vrouwendomein van elkaar te kunnen scheiden’. Dat onderdeel van de Parool-reportage is beslist niet verzonnen.
Het is natuurlijk prachtig dat een woningcorporatie rekening houdt met de woonwensen van haar achterban. Maar moet een verhuurder zich ook bezighouden met religieuze voorzieningen in de woning? Critici als het VVD-raadslid Daniel van der Ree vinden terecht van niet. En als mensen achter hun eigen voordeur een strikte scheiding van de seksen willen doorvoeren, dan ligt daar wat mij betreft evenmin een inspanningsverplichting voor woningbouwers.
Spelregels van de moskee
Overigens worden de gerenoveerde woningen niet exclusief aan moslims verhuurd. Maar dat heeft het Parool dan ook helemaal niet beweerd. In PS komt bijvoorbeeld de zeer tevreden oudgediende en niet-moslim Harry Gosen aan het woord. Ook op dit punt dus geen hoax. Eigen Haard en de teruggekeerde bewoners konden eigenlijk heel tevreden zijn over de Parool-reportage. De corporatie heeft zich met veel inzet en zeer multicultureel ingespannen voor de zeer gemengde achterban en dat werd keurig en zeer positief beschreven door de stadskrant. Ongetwijfeld zouden ze op dit moment nog steeds opgetogen zijn, maar helaas – er ontstond gedoe rond de overtrokken term ‘halalwoning’ en over de door ex-stagiaire Yildirim geprezen seksuele apartheid. En dus de noodzaak om het nieuws van zaterdag te nuanceren of tot hoax te bestempelen.
Eigen Haard heeft een indrukwekkende energie in het project gestoken en haar bewoners daar op alle mogelijke manieren bij betrokken. Wat dat betreft geen kwaad woord en ‘petje af’, zoals Godfried Lambriex, wethouder Wonen en Stedelijke Vernieuwing in Amsterdam-West, het formuleert. Maar niet petje af voor alles. Want in de aanloop van het project was de corporatie bereid om westerse emancipatiewaarden opzij te zetten. In een door ijverige speurders opgedoken artikel in het woonblad Nul20 vertelt ‘participatiemedewerkster’ Reiny van Twillert over speciale bijeenkomsten voor vrouwen. ‘omdat vrouwen uit een moslim-cultuur vaak niet met mannen in één ruimte willen zijn’. Kennelijk kwam Van Twillert niet op het idee dat het in dit geval niet zo zeer om ‘niet willen’ gaat, maar om ‘niet mogen’. Verbluffend om te lezen hoe gemakkelijk een woningcorporatie zich aanpaste aan de spelregels van de moskee.
Liberale moskee
Het is elk geval weer wat anders dan het opstellen van de spelregels in de moskee, zoals ook al in Amsterdam werd geprobeerd door de woningcorporaties Het Oosten en de Alliantie. Eerstgenoemde organisatie poogde, daarbij ruimhartig ondersteund door het centrale stadsbestuur, om een liberale moskee te vestigen in stadsdeel De Baarsjes. Bij de plannen voor deze Westermoskee ging Het Oosten in zee met Milli Görüs, een Turkse moskeevereniging die bij nader inzien niet liberaal maar zeer fundamentalistisch bleek te zijn. In Slotervaart probeerde corporatie De Alliantie een ‘vrijzinnige en progressieve’ moskee op te richten in samenspraak met organisaties van de Moslimbroederschap. Opvallend bij deze Blauwe Moskee is een overeenkomst over terugkoop bij mogelijke radicalisering. Alsof de directie van een woningcorporatie kan uitmaken wat er in een moskee wordt gepreekt.
Zo ontstond in Amsterdam een merkwaardige vermenging van woningbouw en religiepolitiek, al dan niet onder invloed van de stedelijke overheid. En dat ook nog zonder het gehoopte resultaat, de stichting van ‘liberale’ moskeeën. Door zich te bemoeien met de inrichting van woningen bleef Eigen Haard tenminste nog op het eigen veld.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op het weblog van Carel Brendel.