ThePostOnline

Beste BN’ers van het ‘Sta op tegen kanker’-gala

29-11-2012 14:14

Beste BN’ers, laat ik gelijk met de deur in huis vallen: ik heb een ontzettende hekel aan het genre “open brieven”. Het feit dat ik mij nu middels dit non-genre tot u wendt, geeft al wel aan hoe hoog de geestelijke nood bij ondergetekende is. Momenteel kan ik niets anders bedenken om u allen aan te spreken, dus het zij zo.

Beste BN’ers, heeft u zich vermaakt gisteravond op het ‘Sta op tegen kanker’ AVRO-gala? Lekker na afloop bier gedronken en elkaar op de schouders geklopt? Na de afschmink nog even wat coke, vreemdgaan en doorzuipen, we weten allemaal hoe het gaat. U en ik, de Hilversumse mores van de Gooische matras, we kennen ze, laten we daar dus niet al te moeilijk over doen. Deelnemen aan een liveshow, voor de zoemende camera’s en onder hete studiolampen, het is geen makkie. U wilt natuurlijk liever niet zeggen dat u, op kosten van de publieke omroep, na afloop van uw gala tegen kanker een “feestje heeft gevierd, maar we weten natuurlijk allemaal hoe gala’s doorgaans eindigen. Zeker het soort gala’s waar de lange tenen en grote ego’s van televisiemakend Nederland zich verzamelen.

Extra donateurs
En vanmorgen, toen u de kijkcijfers zag, heeft u zich toen nogmaals extra bewonderd in de spiegel? Het is tenslotte niet niks, bijna één miljoen kijkers naar de buis trekken voor zo’n goed doel. Daar heeft u toch maar weer mooi uw steentje aan bijgedragen. Dankzij u heeft het KWF weer maar dan 40.000 extra donateurs binnen, dankzij u kan er nog meer worden onderzocht en dankzij u blijft de managementlaag van het KWF ook de komende jaren flink boven modaal verdienen. Ik mag haast wel zeggen: chapeau! Het is tenslotte crisis en ook de directieleden en het management van het KWF hebben hypotheken en kinderen.

Terwijl mensen die een maandje hun snor laten staan al roepen dat ze “strijd” leveren tegen kanker, heeft u uw BN’erschap aangewend om tenminste écht wat tegen kanker te doen. Overdag in een musical spelen en ‘s avonds (geheel belangeloos!) een gala in elkaar draaien: over strijd gesproken.

‘Kanker is topsport’
Wat ik wel erg miste op uw gala waren de kankerpatiënten zelf. De mensen waarmee u zich zo heeft verbonden, kennelijk, zij die waarschijnlijk nooit meer kunnen profiteren van al die nieuwe onderzoeken maar in elk geval sterven met de gedachten dat hun nageslacht wellicht wél van wetenschappelijk onderzoek profiteert. Maar waar waren ze? Zien de kankerpatiënten er soms niet gelikt en glamour genoeg uit voor een avondvullend televisieprogramma? Stralen ze wellicht te weinig positiviteit uit? Zijn ze niet constructief genoeg?

Kanker is “topsport”, en bij topsporters verwacht je nou eenmaal weldoorvoede, gestaalde lichamen. Een krachtig fysiek voorkomen, geel rubber bandje om de pols, afgetrainde torso’s, barstend van levenslust en, vooral dat, een positieve uitstraling met mogelijkheden voor een glorieuze toekomst.

Geen decorum
Een beetje zoals u er zelf uitzag op dat gala. Opgedoft, weldoorvoed, met extra blanke restjes welvaartsreuzel. Lekker afgeroomde blozende bolle wangetjes babyvet. Precies zoals het volk u graag ziet. Geen ellende, geen leed, geen negativiteit. Van sterfelijkheid of breekbaarheid geen sprake. Het is televisie, the show must go on!

Terwijl u daar op uw podium stond of de showtrap afdaalde, het applaus van ‘t murw geslagen klapvee dankbaar in ontvangst nam (niet voor uzelf natuurlijk, maar voor al die kankerpatiënten!) ging het lijden van de kankerpatiënt gewoon door. Zonder showverlichting, glitterpak of autocue ging kankerlijdend Nederland gewoon verder me creperen. BN’er gala of niet, voor de kankerdood is er geen enkel decorum.

Beenmergtransplantatie
Een vrouw van 37, tevens haar netto gewicht, kotste, toen u oh zo spontaan een willekeurige Nederlander aan de lijn had in uw clichématige maar olijke telefoonpanel, haar chemo weer uit. Niet in de toiletpot, zelfs niet op de grond, maar over haar eigen lichaam. Ze was te zwak om haar hoofd te bewegen en het was aan ingrijpen van de verpleging, verpleging die nog geen fractie verdient van wat u jaarlijks binnensleept dankzij een kankergala hier en een van honger stervend werelddeel daar, te danken dat de vrouw niet in haar eigen kots stikte. Kots overigens die zo giftig is dat een speciaal team het moet opruimen om het daarna af te voeren naar een gespecialiseerd verwerkingsbedrijf.

Een kind van 7 keek naar uw gala maar hoorde niets. De televisie stond namelijk buiten de plastic tent waar dat kind nu al een tijd in leeft. voor zijn beenmergtransplantatie is hij bijzonder vatbaar voor zo’n beetje elke bacil dus alle contact met de buitenwereld, geïnfecteerde lucht, moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Zelfs zijn eigen ouders, wanhopig en aan het einde van hun geestelijke veerkracht, kunnen hem niet vastpakken en troosten. Ze weten ook niet hoe ze hem moeten troosten want hoe leg je aan een kind van zeven het oneerlijke bestaan van de sterfelijke en kwetsbare mens uit?

Moraliserende cabaretiers
Een man van 57, al vanaf zijn 16e zware roker, keek ook naar jullie. Hij vond van alles van jullie gewiekste narcistenparade op de vaderlandse beeldbuis maar hij kon helaas niets zeggen. Hij kan niet meer praten sinds zijn onderkaak en een gedeelte van zijn bovenkaak zijn verwijderd omdat die onderkaak langzaam maar zeker werd opgevreten door een kwaadaardige tumor. Overigens bleek dat later onnodig, want recent nog werden kwaadaardige kankercellen in zijn lymfeklieren ontdekt. Terwijl hij naar jullie keek, dacht hij aan een parade ijdele veelverdieners, aan dwaze entertainers, aan moraliserende cabaretiers en pratende soaphoofden die allemaal een mening over kanker hebben, een voor de hand liggende pathetische mening, en aan zijn eigen naderende einde. Hij vroeg zich eigenlijk vooral af of het niet beter was geweest als ze zijn onderkaak hadden gespaard. Dan was hij tenminste niet onophoudelijk kwijlend gestorven zonder in woorden afscheid te kunnen nemen van zijn geliefden.

De 51-jarige vrouw met alvleesklierkanker heeft helemaal niets van jullie gala gezien. Ze wilde wel maar de enige manier om tenminste een beetje van haar pijn te bestrijden was door voorover gebukt te zitten. Zelfs de morfine leek niet meer te werken en ze vroeg zich af, terwijl ze noodgedwongen naar haar eigen knokige knieën staarde, of euthanasie een bespreekbare optie zou zijn.
Ze vreesde van niet: haar arts had haar al verteld dat zoiets niet zo gemakkelijk gaat in Nederland waar degenen die zeggen veel van het leven te houden en de humaniteit graag voorop plaatsen er doorgaans zoveel mogelijk voor zorgen dat uitzichtloos lijden ook uitzichtloos blijft en hij als arts niet de behoefte had in de gevangenis terecht te komen voor de misdaad van het verzachten van iemands leed, maar de rest van haar leven, nog hooguit enkele maanden, voorover gebogen zittend in een zinloze strijd tegen een geheel nieuwe dimensie van voorheen onvoorstelbare pijn leek haar ook geen optie.

Borstvliestumor
Toen jullie, in jullie kekke kostuums, met die zelfingenomen lachjes en die hoofden die glommen van trots en zelfrespect voor de goede werken van al die zielige kankerpatienten, aankondigden weer zoveel en zoveel duizend euro binnen te hebben gehaald, blies een jonge man van net geen 20 zijn laatste adem uit.

Of blies, het was meer een soort van rochelend ontsnappen van lucht. Van blazen was geen sprake, want nadat de metastasen van de borstvliestumor zijn ruggenmerg zo hadden aangetast dat hij niet meer kon lopen, werd ook zijn middenrif langzaam weggevreten, een letterlijk adembenemend gevoel.

Grimas
Toen jullie je afschminkten, de adrenaline van de spotlightroem uit jullie lichaam wegzopen en elkaar nog maar eens op de schouder sloegen, raakte deze jongen in coma, nadat hij eerst nog verward en in paniek had geschreeuwd, een resultaat van een te lage dosering morfine.

Hij overleed in de armen van zijn moeder en zag er op dat moment uit als een met vel omspannen geraamte, oogkassen met kleine knikkers als ogen, een kaal hoofd en de grimas van een 90-jarige.

Nee, dat heeft u allemaal niet gezien. U was dan ook veel te druk met uzelf bezig. Onder het motto van “de ander” was het “zelf” weer eens de ster van de avond. zoals gewoonlijk.

Roze stofzuigers
Maar, u wilde het ook allemaal niet zien, want de kanker die u voor ogen hebt is niet de kanker die al zoveel families uit elkaar heeft gerukt, zo intens veel verdriet heeft gebracht en zo verschrikkelijk veel leed heeft veroorzaakt dat je gerust mag spreken van verwoeste generaties. De kanker die u voor ogen heeft is niet een oorlog tegen de menselijkheid die waarschijnlijk nooit zal worden overwonnen. De kanker die u voor ogen hebt is er één waarin “topsport” wordt bedreven, waarin “positief zijn” helpt.

De kanker die u voor ogen hebt is een kanker vol glitter en glamour, vol roze stofzuigers en brave maar dwaze Nederlanders die gedwee hun polsbandjes dragen of hun pink ribbons opspelden in de achterlijke veronderstelling dat “awareness” ook daadwerkelijk iets verandert aan het leed dat kanker heet.

Verschillige betrokkenheid
De kanker die u voor ogen hebt is een kanker waarmee mensen zich ludiek kunnen vermaken door hun snor te laten staan en op elkaar kunnen klauteren om zichzelf nog net ietsjes meer te verheffen dan de ander.

De kanker die u voor ogen hebt is een kanker waarin gala na gala, prijs na prijs, BN’er na BN’er en verschillige betrokkenheid na verschillige betrokkenheid, daadwerkelijk onderdeel worden van een ziekte die zoveel leed veroorzaakt, zo gevaarlijk is, zoveel jonge en oude mensen ruw uit het leven wegrukt, dat elke vorm van entertainment een gruwelijke en weerzinwekkende verstoring van de realiteit veroorzaakt.

Confronterend realisme
Uw waardeloze kitsch, een goedkoop plastic prul voor de kijkcijfers, die wordt verkocht onder de camouflage van “goed doel” waardoor alle kritische stemmen meteen verstommen, is geen medicijn maar een middel dat nog erger is dan de kwaal.

Gisteren twitterde ik: “Er komt een dag dat mensen niet opstaan tegen kanker maar tegen gratuite gala’s met BN’ers”.
En als ik de reacties en recensies zo lees, zou het wel eens zo kunnen zijn dat deze dag binnenkort aanbreekt. Een zegen, lijkt mij zo. Het volk heeft tenslotte gewoon recht op confronterend realisme.

Ziekte van deze tijd
De zelfgenoegzame BN’ers die zeggen het zo goed voor te hebben met al die minder bedeelden, kansarmen, hongerigen, zwakken en zieken zijn inmiddels zo talrijk en zo alomtegenwoordig dat men zich haast mag afvragen of ze zelf inmiddels geen ziekte zijn.

Een goedaardige, maar niet te stuiten uitzaaiende ziekte van deze tijd.