Missie Kaapstad: welkom in Safaripark Beekse Bergen

29-11-2012 11:01

De konten zijn hier belangrijker dan de borsten. Een van de eerste Kenianen die we in Moyale, Noord-Kenia ontmoeten, zegt het. “It is all about de matako. We don’t like your skinny girls.” De trend is gezet. We ruilen het uitzicht op fijn gelijnde Ethiopische, Soedanese en Egyptische vrouwen in voor het robuustere dat we aan de andere kant van de evenaar gaan zien. “Jambo matako”, zeg ik met een lach tegen een van de vrouwen van het gezelschap. Met een lach neemt ze het tot zich. De mannen vertellen ons dat vrouwen die woorden graag horen, maar dat blijkt niet helemaal waar te zijn. “Be careful with those words”, zegt ze met een glimlach. We zitten in een café dat aan de gevangenis van Moyale grenst en we drinken Tusker bier met een achttal mannen dat vanavond ook bier drinkt. We vragen ze hoe we morgen het beste de modder kunnen overwinnen. Ze lachen.

We zijn gestrand
Je hebt geen dik gps-systeem nodig om de weg naar Kaapstad te vinden. We zijn niet de eersten die deze route afleggen en waarschijnlijk zijn wij ook niet de eerste lifters die hier zijn gestrand. Wij zijn in ieder geval gestrand, want het verkeer is vanochtend al vertrokken. De Isuzu vrachtwagens rijden in colonne naar de eerste volgende stad, Marsabit, 250 kilometer zuidwaarts. Die afstand wordt, als het weer mee zit, in ongeveer 10 uur afgelegd. Inderdaad, we hebben het hier over een hele hoop modder. “So, do you want to go third, second or first class? Business class is an option too.” Ik kan alleen maar lachen, en Isaac naast me lacht nog veel harder. Het is waar, we komen hier niet, zonder geld uit te geven, doorheen. Bovenop, achterop of voorin de vrachtwagen is hier de manier om jezelf van A naar B te verplaatsen en we weten dat de komende twee dagen daarvan in het teken staan.

We zijn alweer een poosje onderweg en we hebben al het nodige meegemaakt. In Egypte konden we niet liften, in Soedan zaten we achterin pick-ups en bovenop vrachtwagens en in Ethiopië trotseerden we tot ons aller verbazing al ons eerste regen. Regen in Afrika, natuurlijk, maar toch verwacht je er een heleboel droge zonnestralen. In Egypte spraken we mensen over vrouwenrechten, in Soedan behandelden we migratie en in Ethiopië passeerde kinderarbeid de revue. Hoewel we het hier in Kenia wel degelijk over serieuze thema’s gaan hebben, gaan we toch een beetje lacherig met onze eerste indruk om. The Big Five op het visum, een neushoorn op een pakje lucifers en Tusker heeft natuurlijk alles te maken met de slagtand van de olifant op het etiket.

Safaripark Beekse Bergen
We zijn de afgelopen weken van de ene in de andere verbazing gelopen. Een uiterst vruchtbaar Ethiopië, enorm gastvrije Soedanezen en ietwat gedeprimeerde Egyptenaren. We zagen honger, we zagen voorspoed, we proefden de naweëen van de Arabische Lente. En nu staan we voor de ingang van Safaripark Beekse Bergen. Is de spanning eraf? We zijn nog wel even onderweg voordat we de hoge kantoorgebouwen van Nairobi zien, en die modder kan straks alleen maar een goed verhaal opleveren. Isaac is het met me eens. “Now if you also manage to get malaria, then you can say you were in Africa.” Het hele gezelschap lacht. We zijn niet de eersten hier.

Sierd van der Bij (24) lift onder de noemer Thumbs Up Africa van Groningen naar Kaapstad. Je kunt de avonturen van Sierd en zijn medereizigers volgen.