Premier Rutte zou het vertrouwen in de Nederlandse politiek schaden doordat hij al zijn verkiezingsbeloften breekt, zo betoogde Geert Wilders vanochtend in de Telegraaf. Gemakshalve vergeet Wilders dan even dat hij zelf zijn enige belofte bij de verkiezingen van 2010 – de AOW-leeftijd zou op 65 blijven – tijdens de onderhandelingen voor Rutte I direct bij het grofvuil zette. Wilders heeft echter wel een punt, namelijk dat gebroken verkiezingsbeloften de politieke geloofwaardigheid aantasten. Dat probleem ligt echter meer aan de Nederlandse kiezer, dan aan politici.
Vertrouw nooit een politicus die een breekpunt formuleert. Nederland is een coalitieland en onder de juiste omstandigheden is elk politieke standpunt in te wisselen. Wilders wist in 2010 dat hij er nooit in zou slagen om de AOW-leeftijd op 65 te houden. Door dat te accepteren en zijn belofte te breken, kon hij wel zijn stempel op andere onderwerpen in het gedoog-kabinet drukken. Zo werken onderhandelingen altijd.
You can’t handle the truth
Natuurlijk wist Rutte dat hij de hypotheekrente zou moeten aanpakken en dat Griekenland nog vaker een beroep zou doen op Europa. Waarom dan toch die beloftes? Omdat Nederlandse kiezers niet met de waarheid om kunnen gaan. Er is geen politicus, inclusief bij de SP en de PVV, die als puntje bij paaltje komt steun voor Griekenland zou kunnen weigeren. Het zou simpelweg desastreus zijn. Dat weten ze allemaal, maar ze weten ook dat de kiezers die waarheid niet willen horen.
In 1994 sprak het CDA onder leiding van Eelco Brinkman een waarheid die iedereen kende, maar niemand wilde horen: de Nederlandse welvaartstaat is financiëel onhoudbaar en de AOW in het bijzonder moet op de schop. Het leidde tot een historische verkiezingsnederlaag en de creatie van Paars I, het eerste kabinet ooit zonder christelijke partij. Als een volleerde struisvogel stak de Nederlandse samenleving haar hoofd in het zand. We wilden de waarheid niet horen omdat we de waarheid niet leuk vonden. Daarom stemde – en stemt – Nederland dus liever op mensen die beloftes deden – en doen – die ze toch niet konden – en kunnen – waarmaken.
De zorg
Dat probleem manifesteert zich niet alleen bij verkiezingen. Veel Nederlanders zijn kwaad over de oplopende kosten van de zorg, en het feit dat we als burgers steeds meer zelf moeten gaan betalen. Toch werven de ziekenkostenverzekeringen hun nieuwe klanten door te vertellen welke verworvenheden je bij hen allemaal niet kwijt raakt – John de Wolf die zijn eigen ziekenhuis in Rotterdam mag kiezen. Dergelijke verworvenheden brengen echter hogere kosten met zich mee. Niemand wil de waarheid horen, namelijk dat goede zorg geld kost en dat we in diep in de buidel zullen moeten tasten als we geen verworvenheden op willen geven. Zo anders dan de Grieken zijn we namelijk niet.
Nederland wil voor een dubbeltje op de eerste rang zitten, eist gouden bergen. We verwachten de beste zorg, het beste onderwijs, de beste infrastructuur, het beste investeringsklimaat, de mooiste openbare ruimte, de beste sociale voorzieningen en de veiligste samenleving. We willen er echter collectief niet voor betalen want de koopkracht moet omhoog en de belastingdruk omlaag. De persoon die daar eerlijk over is wordt aan het kruis genageld, kan verkiezingswinst vergeten. Ja, het breken van verkiezingsbeloftes – een praktijk waar alle politici die breekpunten formuleren of harde beloftes doen zich schuldig aan maken – schaadt het vertrouwen in de politiek. Maar het zijn de kiezers zelf die geen waarheid willen horen, daar begint het probleem.
Adriaan Andringa schrijft over meer dan Amerika alleen