Hij kon het niet laten. Afgelopen woensdag zouden de onderzoekscommissies die het werk van Diederik Stapel hebben doorgevlooid, verslag uitbrengen van hun bevindingen. Maar ze bleken niet de enigen. Want wie kwam vanuit zijn duistere krochten naar voren, en kroop diezelfde dag slinks naar het voetlicht? Diederik Stapel himself. Hij wilde een publieke schuldbekentenis afleggen. Diederik voelt ‘diepe, diepe spijt’ en verder ook ‘verdriet, schaamte en zelfverwijt’. Het zal hem geraaie weze. Stapel legde ook uit waarom hij ruim een jaar niks heeft gezegd: ‘Ik wilde de commissie niet voor de voeten lopen’. Tot afgelopen woensdag dan. Die ene dag waarop hij de commissie alle ruimte had moeten geven. Toen overwon zijn geldingsdrang het blijkbaar van zijn schaamte. Toen drong de oude, sluwe Stapel zich alsnog naar voren.
Wat mankeert de man? Heel veel. Stapel is, zo vertelde hij, een jaar lang ‘intensief bezig geweest om mijn gedrag te doorgronden (…) Ik heb professionele hulp gezocht, ik ben dagboeken gaan schrijven en dankzij gesprekken met vrienden, familie, en dankzij chemie en therapie leer ik stukje bij beetje mijn kwelgeesten in de ogen te staren en te temmen.’ En wat zag hij dan precies? Na een dergelijke opmerking zou je verwachten dat hij, hoogleraar sociale psychologie, een eerste diagnose durft te stellen. Maar nee. Niets van dat al. Stapel ging vervolgens doodeenvoudig verder met… het pluggen van zijn boek: ‘Op aanraden van mijn familie en vrienden heb ik een deel van mijn dagboekaantekeningen verwerkt tot een boek, dat later deze week verschijnt.’
Gladde, doortrapte, mediageile prof
Met andere woorden, op de dag dat heel Nederland te horen krijgt hoe gruwelijk hij de fout in is gegaan, op het moment dat er voor de laatste keer nationale aandacht zal zijn voor deze fraudezaak, komt Stapel doodleuk vanuit de duisternis te voorschijn om al die aandacht naar zich toe te trekken en… zijn boek te promoten.
De gladde, doortrapte, mediageile prof blijkt nog springlevend. Professionele hulp, vrienden, chemie, therapie: het heeft allemaal niks uitgehaald. Stapel heeft alles en iedereen gebruikt om zijn zelfmedelijden te etaleren, en wil deze nu ook in boekvorm verkopen. Hij vindt nog steeds dat hij in het middelpunt van de belangstelling hoort te staan. Hij wil alle blikken op zich gericht weten, hij wil alle aandacht. Zo niet als geniaal hoogleraar, dan wel als snotterende boeteling. Want zoals elke kleuterjuf weet: negatieve aandacht is óók aandacht. Alleen Stapel weet niet dat hij zo functioneert.
Rad voor ogen draaien
Staat in dat boek Ontsporing te lezen dat hij een pathologische poseur is, een onverbeterlijke aandachttrekker, een doorgewinterde hypocriet? Want die diagnose ligt toch wel voor het oprapen. Nee, helaas. Want wat hem mankeert, vertelde hij woensdag, ‘laat zich niet gemakkelijk samenvatten’. In het boek zelf komt hij niet verder dan uitspraken als: ‘Ik wilde voor God spelen en lof oogsten.’ Het boek liet critici dan ook in verwarring achter.
Toine Mudde sprak in de Volkskrant van ‘een buitenkans om in de belevingswereld te duiken van een ontspoorde psychologie-professor’ maar weet over die wereld vervolgens niks te melden. Geen wonder. Stapel draait in zijn boek iedereen weer een rad voor ogen – zoals hij jarenlang gedaan heeft met zijn postdocs en collega’s. Hij beweert dat al dat frauderen hem al die jaren vreselijk veel pijn deed, maar dat hij er onmogelijk mee kon stoppen. Waarom niet? Dat komen we niet te weten. Dat is echt een raadsel, schrijft hij. Nou, dat valt dus best mee. Zo gecompliceerd is het niet. Het ontbreekt Stapel simpelweg aan de nodige moed om zijn eigen pathologie onder ogen te zien.
Leesachterstand
Het is uiteraard te gemakkelijk om te stellen dat Stapels eigenwaan de enige noodzakelijke verklaring is voor de fraude die is gepleegd. Het wetenschapsbedrijf zélf draagt een flink deel van de schuld, zoals de Commissie-Levelt een jaar geleden al duidelijk maakte, en hetzelfde wetenschapsbedrijf deze week opnieuw flink inpeperde.
Wanneer minister Jet Bussemaker vertelt (in het journaal, diezelfde woensdag): ‘Gelukkig zegt dit niet veel over de Nederlandse wetenschap, maar zegt dit veel over één individu’, dan bewijst deze muts dat ze op dit onderwerp een leesachterstand heeft van een jaar. (Lezen is niet haar sterkste kant. Dat bleek al uit de blunder in het rapport van de Onderwijsinspectie over het derivatenbezit van het hoger onderwijs. Bussemaker, oud-bestuurder van de UvA-HvA, wist niet dat daarin de UvA en VU waren verwisseld.)
Zijn we voortaan van Stapel verlost? Hij suggereert van wel. Stapel vertelde woensdag dat hij zich vanaf nu zal richten ‘op de verdere schoonmaak van mijn leven en de zorg voor diegenen die mijn zorg nodig hebben.’
Poseur
Stapel belooft kortom een brave huisvader te worden. Die uitspraak heeft een positieve kant. Stapel houdt niet langer zijn vakgebied voor de gek, maar alleen nog zichzelf. Want één ding maakt hij met zijn gedrag wel duidelijk: hij is nog helemaal de oude, en heeft totaal niets van zichzelf begrepen. Maar daarover meer in zijn volgende boek. En uiteraard kunnen we over een jaar of wat intekenen voor zijn therapiesessies ‘schoonmaak in je leven’.
Nee, van deze poseur zijn we nog lang niet verlost.