In 1969 ben ik begonnen als voetbalscheidsrechter. Vijftig jaar heb ik in diverse elftallen gevoetbald. Nog iedere zondag ben ik als scheidsrechter actief in de hogere regionen van het amateurvoetbal in de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland en zie ik ook veel andere wedstrijden. Persoonlijk heb ik nooit last gehad van bedreigingen of geweld. Net zoals er bij het overgrote deel van de meer dan 30.000 wedstrijden ieder weekend niets ernstigs gebeurt. Ik beleef veel plezier aan mijn hobby, net zoals de honderdduizenden (!) vrijwilligers die ieder weekend actief zijn om het voetballen in clubverband mogelijk te maken.
Wat er afgelopen zondag is gebeurd in Almere is natuurlijk verschrikkelijk. Maar het verrast me niet. Je had er op kunnen wachten. Niet omdat ik denk dat het nu zoveel erger of geweldadiger is dan vroeger. De nostalgie van mensen als Jan Mulder en Frits Barend over hoeveel netter en correcter het vroeger was steekt schril af tegen mijn herinneringen over spelers als Co Prins, Wim Suurbier, Rinus Israels en Theo Laseroms. En hun oplossingen, kort gezegd “geef sneller gele en rode kaarten” is niet alleen onuitvoerbaar, maar zal weinig effect opleveren.
Moeilijkheidsgraad is hoger
Als ik sta te kijken bij het voetbal van lagere elftallen of bij jeugdelftallen tussen 10 en 18 jaar dan denk ik dat de moeilijkheidsgraad voor die scheidsrechters beduidend groter is dan voor scheidsrechters zoals ik die de hoogste teams fluiten. Veelal ongetrainde spelers met weinig discipline, die zichzelf vaak veel beter inschatten dan ze in werkelijkheid zijn. Maar, mede door het grote tekort aan scheidsrechters, is de scheidsrechter van dienst, doorgaans een vrijwilliger van de thuisclub, vaak niet goed opgeleid en opgewassen tegen situaties die zouden kunnen ontaarden.
Die problemen los je niet op door een oproep te doen aan iedereen om zich voortaan wel goed te gaan gedragen. Het voetbalspel is inherent aan zowel fysiek contact als emoties (bij zowel winst als verlies). En dat is tegelijkertijd ook de charme ervan mits het binnen bepaalde grenzen blijft.
Vanuit mijn ervaringen zouden de volgende vier maatregelen ervoor kunnen zorgen dat excessen (sterk )terug worden gedrongen.
1. Spelstraf als het spel dood is
Hoewel ik me realiseer dat spelregelveranderingen moeilijk door te voeren zijn is er volgens mij één, die -op alle niveaus- tot aanzienlijke vermindering van wangedrag op het veld zal leiden: het kunnen geven van spelstraffen als het spel dood is. Want dat zijn het soort straffen die direct ingrijpen op de situatie in de wedstrijd. Een aantal voorbeelden: als muurtje niet direct op 9 meter gaat staan dan wordt de vrije trap verplaatst naar de plek waar het muurtje staat en als dat in het strafschopgebied is wordt het een strafschop. Als er geprotesteerd wordt bij het geven van een vrije trap dan wordt de bal 5 meter dichterbij het doel gelegd. Het wegtrappen van een bal na fluiten zorgt ervoor dat de vrije trap 10 meter meer naar voren genomen wordt. Als een speler appelleert bij een ingooi, dan wordt de ingooi omgezet in een vrije trap. Als een speler na een overtreding om een gele kaart vraagt voor zijn tegenstander dan wordt alsnog de vrije trap tegen hem gegeven. Als een vrije trap niet snel genoeg genomen wordt dan mag de tegenstander trappen, etc.
Het belangrijkste effect van dit “lik-op-stuk-beleid” zal zijn dat medespelers zelf die spelers tot de orde roepen, omdat het hele elftal last heeft van dit wangedrag. En dat is iets wat nu maar heel weinig gebeurt.
2. Houd iedereen aansprakelijk
Bij ernstige vormen van wangedrag dienen niet alleen de betrokken spelers gestraft te worden, maar ook hun coach, leider en aanvoerder. Zij hebben een medeverantwoordelijkheid, omdat zij die spelers goed kennen en door training, begeleiding of selectie preventief hadden kunnen optreden. En bij de wedstrijd zelf in plaats neutraal te blijven of in woord en gebaar hun ongenoegen te uiten over scheidsrechter en tegenstander, een actieve rol spelen om incidenten te voorkomen. Bij grote incidenten dienen zij daarvoor ook mede-aansprakelijk te worden gesteld en geschorst te worden. Ook als dat zou betekenen dat je daardoor minder mensen hebt die deze rol willen vervullen.
Daarbij dient ook expliciet vastgesteld te worden dat de thuisclub verantwoordelijk is voor het wel en wee van de scheidsrechter en die dienen daar adequater mee om te gaan dan nu het geval is. Bij wedstrijden die problematisch verlopen dienen er een aantal mensen expliciet verantwoordelijk te zijn voor de veiligheid van de scheidsrechter en zijn assistenten.
3. Reduceer rol van clubgrensrechter
Clubgrensrechter vind ik de meest moeilijke en ondankbare taak. Met name rondom buitenspel kan je het nooit goed doen. Niet alleen is dat sowieso al moeilijk vaststel baar, maar je wordt bijna geacht je eigen club te bevoordelen door ook te vlaggen als er geen sprake van buitenspel is. Maar zelfs als je het heel goed doet dan nog kan je veel kritiek krijgen van de aanhangers van de tegenpartij, die dan ook nog vaak een paar meter van je af staan.
Het zou sterk aan te bevelen zijn de rol van de clubgrensrechter te reduceren tot het vaststellen of de bal over de zij- of achterlijn is gegaan en het constateren van buitenspel over te laten aan de scheidsrechter. Nu is dat toch ook al zijn eindverantwoordelijkheid (de grensrechter geeft alleen maar advies).
4. Registreer sportiviteit
Ook zou het volgende kunnen helpen problemen tijdig te signaleren. Rondom de wedstrijd is een uitgebreide formele vastlegging. Er wordt een wedstrijdformulier ingevuld met daarin de namen en codes van alle spelers, trainer, functionarissen. Er wordt op geschreven wie er gewisseld is, wie kaarten heeft gekregen, de uitslag. Dat zijn meer dan 30.000 formulieren per weekend. Een steeds groter deel van deze administratie vindt via de computer en internet plaats.
Maar waarom wordt dat formulier alleen gebruikt voor de formele vastlegging? Zou het niet goed zijn als de scheidsrechter via een soort rapportcijfer zijn oordeel uitspreekt over de mate van sportiviteit van de beide teams, het optreden van de aanvoerder, leider en coach en de wijze van ontvangst van de thuisclub. In het overgrote deel van de gevallen zullen dat positieve scores zijn, maar als de KNVB vaststelt dat keer op keer een bepaald team of bepaalde functionaris slecht scoort dan kan er preventief worden ingegrepen.
Hoewel ik denk dat excessen nooit volledig kunnen worden uitgeband, denk ik dat dit soort maatregelen tot een aanzienlijke verbetering zal kunnen leiden, waar ieder rechtgeaarde voetballiefhebber en dat zijn er in Nederland miljoenen, blij mee zal zijn.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de website van Maurice de Hond.