Eigenlijk zijn hobbits onaangename wezentjes. Reactionaire zelfingenomen creaturen, die op (blote) grote voet leven. Gelukkig komt in de film The Hobbit maar 1 geföhnde lilliputter voor: dertien doldwaze dwergen zorgen voor actie. Wie hoopte dat movember met zijn kankersnorren voorbij was, zal merken dat dankzij 13 dwergen de meest obscure haarcreaties in beeld blijven.
Het leek even alsof in dit nieuwe millennium een echte man alleen maar zijn mannelijkheid kon bewijzen door elk haarzakje op zijn lichaam dicht te schroeien en als een plofkip met kop in het openbaar te verschijnen. Die tijd is definitief voorbij met dank aan Kluun, die de gehele novembermaand met pronte pornosnor in de literaire krochten van dit land verscheen. Regisseur Peter Jackson (zelf niet vies van een warrige moustache) neemt het stokje over en toont in het eerste deel van zijn Hobbit-drieluik hoe kleine dwergen groot kunnen zijn in hun haardiversiteit.
Ordinaire schatgravers
J.R.R. Tolkien schreef met The Hobbit eigenlijk een kinderverhaal over zoetsappige minimensjes, die de dag doorbrengen met twee ontbijten, drie diners en een lange pijp tabak. De 50-jarige Bilbo wordt tegen wil en dank door tovenaar Gandalf uit zijn vredige leventje gerukt om de schat van de dwergen te heroveren. Jawel, de lange man met de nog langere baard en zijn dertien dwergen zijn ordinaire schatgravers. Het gaat niet om een ring die het kwade moet vernietigen, dit reisgezelschap wil wraak op de draak en goud, heel veel goud.
De avonturen van deze haarhelden zijn een stuk beter te behappen dan Jacksons vorige drieluik. Inmiddels zijn de digitale opnametechnieken sterk verbeterd en zien alle vechtscènes er daardoor nog spectaculairder uit. Vrouwen ontbreken, wat de ongegeneerde mannelijke boertige humor alleen maar versterkt. Tolkien noch Peter Jackson wisten wat ze met dames aan moesten, dus dan kun je ze beter dumpen. Bovendien hebben ze over het algemeen geen baard. Of snor.
De saaie hobbit Bilbo komt in de drie uur durende openingsfilm steeds meer los en kijkt niet op een leugentje meer of minder. De huiliehuilie gezichten van Frodo en Sam ontbreken gelukkig. De dwergen eisen een hoofdrol op, al was het maar door alle bizarre gezichtsprotheses, haarstukjes en platte Angelsaksische accenten.
Greed is good
13 Kleine dwergjes zoeken diamanten en goud. Greed is good wisten we al van Gordon Gekko, en als zelfs elf Cate Blanchett haar goedkeuring aan de missie geeft, weet de kijker dat 9 uur later veel blingbling op hem en het reisgezelschap ligt te wachten. Bij het uitkijken naar deel II en III kan hij alvast zelf een Gandalf-baard laten staan. Want sir Ian McKellan is zonder concurrentie de beste acteur in deze productie. Hij is niet constant in beeld, waardoor zijn kwaliteiten extra opvallen. Nog een ander hoogtepunt: de vlucht door het ondergrondse rijk van de orcs is adembenemend, vergelijkbaar met Indiana Jones en the Temple of Doom.
13 kleine dwergjes en 1 dode hobbit. De kans op die finale lijkt niet erg groot, want het krulpermanentje van de hobbits is bijna onuitroeibaar. Wie op grote voet leeft, kan op grootse wijze sterven. Uiteindelijk zal Bilbo met de elfen meevaren, maar dan zijn we heel wat uren verder.