Mist u de tijd ook zo, dat PvdA-ers niet probeerden om de VVD naar de kroon te steken in het implementeren van stoer-klinkende non-oplossingen voor schijnproblemen? Ik in ieder geval wel. Vorige week liet Burgemeester van der Laan weten dat hij, gesteund door kabinetsbeleid, 44 Amsterdamse coffeeshops wil sluiten, vanwege hun nabijheid bij middelbare scholen.
Afstandscriterium
Het bevreemdende daaraan is, dat de Burgemeester hiermee impliciet lijkt te erkennen dat hij nu er niet in slaagt coffeeshops adequaat te controleren. De vraag rijst namelijk, als verkoop aan middelbare scholieren door coffeeshops zo’n groot probleem is, hoe kan het dan dat de Burgemeester deze coffeeshops nog niet gesloten heeft? Immers, verkoop aan minderjarigen is nu al illegaal. Zo er dus sprake zou zijn van het overtreden van die regel, kan de Burgemeester handhaven op grond van individuele overtredingen, door individuele coffeeshops, zonder zich te beroepen op een zinloos en arbitrair afstandscriterium.
Dat er niet of nauwelijks coffeeshops worden gesloten op grond van verkoop aan minderjarigen is waarschijnlijk dan ook geen symptoom van het falen van de Burgemeester in het uitoefenen van zijn handhavende taak, maar toont aan dat er simpelweg weinig sprake is van cannabisverkoop aan minderjarigen door coffeeshops.
Schijnoplossing
Vreemder nog is de klakkeloze aanname dat de afstand tot de coffeeshop van invloed is op de hoeveelheid cannabis die een jongere gebruikt, of op het totale aantal blowende jongeren. Alsof bij 251 meter een soort magische grens zou zijn bereikt, waar de eerst zo blowgrage jongere gelouterd rechtsomkeert maakt. Het sluiten van coffeeshops leidt ook niet tot geringere beschikbaarheid van cannabis; die koop je gewoon, net als in Amerika en Frankrijk, heel handig van een dealer bij de school. (En ja, ook daar mag op scholen natuurlijk niet geblowd worden, maar wat in een portiek om de hoek gebeurt blijft ongewis). Een schijnoplossing dus.
Het aantal cannabisgebruikers, ook onder jongeren, is hoger in die landen waar cannabis moeilijker verkrijgbaar, danwel strafbaar is. Ook zie je daar vaker dat cannabis een gateway drug is; dezelfde dealer die je dat grammetje wiet verkoopt vraagt na verloop van tijd of je “niet eens iets anders wil proberen”. Het sluiten van coffeeshops creëert dus meer kansen voor mensen die je veel moeilijker kunt controleren. Nagenoeg alle coffeeshophouders kijken wel mooi uit voor ze hun broodwinning in gevaar brengen door te verkopen aan minderjarigen. Die scrupules heeft een straatdealer niet.
Cultureel verschijnsel
Ronduit bizar is de relatieve stilte van de kant van de hoeders van de jeugd over alcoholmisbruik onder jongeren. Ondanks de almaar alarmerender berichtgeving over jeugdalcoholisme, zuipketen, indrinken, comazuipen en breezersletjes, beweren noch de Burgemeester, noch het kabinet, dat de alcohol uit de schappen van supermarkten moet, of de slijterij om de hoek van het lyceum dicht. Alcoholgebruik is een algemeen geaccepteerd cultureel verschijnsel. Zelfs alcoholmisbruik is dat.
Ook als je aanneemt dat er een woekerend cannabisprobleem is onder jongeren en dat coffeeshops nabij scholen hiervan de oorzaak zijn, zijn er minder ingrijpende oplossingen te verzinnen, zoals het sluiten van coffeeshops tijdens schooluren.
Er zijn natuurlijk ook terechte klachten over cannabis; veel van de beschikbare soorten zijn veel sterker dan toen het gedoogbeleid vorm kreeg. Dit kan schadelijk zijn voor verslavingsgevoelige cannabisgebruikers, en dus zeker voor verslavingsgevoelige jongeren.
Legalisering
Daarvoor bieden afstandscriteria en het nutteloze ‘blowverbod op scholen’ (blowen gebeurt in de pauze, vijf straten verderop, en niet op het schoolplein), echter geen oplossing. Alleen het reguleren van de productie helpt. Regulering geschiedt het beste via legalisatie maar kan ook door oplossingen zoals de gemeenteplantage.
Zo er problemen zijn die voortkomen uit cannabisverkoop, worden ze veroorzaakt door een gebrek aan bestuurlijke moed om door te pakken naar legalisatie -en daarmee regulering- van de achterdeur. Dit gebrek verhullen door te kiezen voor verdere repressie en schijnoplossingen terwijl aantoonbaar is dat je daar niets mee opschiet, neigt naar gemakzuchtig populisme.
Legalisering van de achterdeur voorkomt criminele telers en blokkeert de distributie aan straatdealers. Het levert volgens het Trimbos Instituut ongeveer 260 miljoen aan belastinginkomsten op. Wellicht kunnen we die dan steken in goed onderwijs voor al onze jongeren, in drugsvoorlichting, en in bestrijding van het toenemende alcoholprobleem?
Jorrit Nuijens is fractievoorzitter van GroenLinks stadsdeel Amsterdam Centrum. Dit stuk verscheen eerder in Het Parool.