Lange traject naar respect moet vanaf nul worden opgebouwd

17-12-2012 13:59

Afgelopen voetbalweekend werd het woord ‘respect’ weer te pas en vooral te onpas gebruikt. En dat leidde tot koddige situaties. Dat kan natuurlijk ook niet anders. Ook op het voetbalveld gelden de regels van de jungle: overleven ten koste van alles en iedereen. Respect tonen, lukt goed in een bibliotheek. Of in een andere laboratorium setting. Maar niet als de oermens in ons wordt aangesproken. Dan vernietigen we. Simpelweg omdat ons instinct zegt dat we anders zelf vernietigd worden.

Vorige week nog werd de indruk gewekt dat de scheidsrechter ook in het voetbal voortaan onomstreden zou zijn. Laten we dit het rugbymodel noemen. Nauwelijks een week later is al volslagen duidelijk dat het om een door de KNVB geregisseerde massale veinspartij ging. Ook de aard van voetbalbeestjes laat zich niet veranderen.

Naïef
Goed bedoeld hoor die Van de Kaart-kaartactie van voetbalclub Pancratius uit Badhoevedorp. Maar ook erg naïef. Want hier gaat natuurlijk alleen maar extra narigheid van komen. Sta je het team van je zoontje aan te moedigen, duwt er zo’n fatsoensdominee langs de lijn een gele kaart onder je neus. Omdat híj vindt dat je te hard, of te lang, ‘schreeuwde’. Of termen gebruikte waar hij niet van gediend is. Hoe subjectief wil je het hebben? En hoe blij moet je zijn als een of andere zedenprediker je publiekelijk aan de schandpaal nagelt. In je eigen woonomgeving.

Braaf
Respect kun je er niet instampen. Respect vormt zich door gebeurtenissen die indruk maken. Respect is dus gebaat bij voorbeeldfiguren. En juist dáár wringt de schoen. Want als er op belangrijke posities in de samenleving volop wordt gegraaid en gegrabbeld, waarom zou je dan als kleine man elke financiële gifbeker wél braaf tot op de bodem leegdrinken? En: als (dik) betaalde voetballers respectloos met elkaar omgaan op het veld, waarom zou je dan als hobbyvoetballer wél respect voor je tegenstander tonen?

Misleiden
Concreter: in de spetterende wedstrijd Feyenoord- ADO Den Haag gistermiddag was er een duwpartijtje tussen Graziano Pellè (Feyenoord) en Danny Holla (ADO Den Haag). Holla ging als door Badr Hari getroffen naar de vlakte. Terwijl er praktisch niets aan de hand was. Enige doel van Holla was om scheidsrechter van dienst Ruud Bossen te verleiden om Pellè de rode kaart te geven. Als Bossen in dit theaterstukje was getrapt, waren de stoppen bij Feyenoord doorgeslagen. Terecht in dat geval. Of gaan we nog steeds beweren dat de scheidsrechter nu eenmaal beslist? Ook als hij gefopt wordt. En daardoor blundert.

Mentaal defect
Ik zou graag zien dat matennaaiers, schwalbekoningen en andersoortige spelregelvervuilers voortaan standaard een wedstrijdje of 10 worden geschorst. Voetballers die na een veel te harde tackle niet eens omkijken naar hun exclusieve slachtoffer, moeten – ook als ze aan een kaart ontsnappen – eveneens een tijd uit de vaart worden genomen. Wegens een mentaal defect. Het lange traject naar respect moet vanaf nul worden opgebouwd. Het is niet anders.

Authentiek taalknutselaar Ton Broekhuisen is tekstschrijver/journalist/ghostwriter. Maar vooral columnist (onder meer vele jaren voor Metro) en blogger.