Mijn ruzie met Yann Martel

21-12-2012 14:23

.
Life of Pi klinkt oppervlakkig als een pleidooi voor verdraagzaamheid van alle religies en de universele waarde van God, maar schrijver Yann Martel vindt eigenlijk dat iedereen zijn eigen leven in de hand moet nemen en niet zeuren. Hij ruziede erover met DeJaaps Dirk Koppes. Gelukkig is er nu de filmversie.

Als je iets echt wil, kun je het bereiken
Barack Obama was diep getroffen door het lezen van Yann Martels Life of Pi, hij vond het een boek waardoor je weer gaat geloven. Op het eerste gezicht is Martels bestseller inderdaad een verhaal over de universele waarde van alle religies. Hoofdpersoon Pi is immers een hindoestaans opgevoed jongetje dat boodschappen doet bij de islam, het christendom en nog veel meer. Eenmaal in een reddingsboot met een zebra, orang-oetan en een Bengaalse tijger komen die wijze levenslessen goed van pas. Ook in de filmversie die nu in de bioscoop draait, komen die feelgood-reli-thema’s langs.

In werkelijkheid heeft Martel een hardere blik op de werkelijkheid, ondervond ik toen ik de Canadese schrijver een paar jaar geleden interviewde. Mijn vraag was of de drenkeling, die zoveel dagen op zee overleeft in gezelschap van een tijger, zijn geluk in eigen hand heeft of een speelbal is in de handen van God. “Als je iets echt wilt, dan kun je het bereiken. Wat dan ook”, stelde Martel. “Niets weerhoud je. Mensen die berusten in het lot, zijn feitelijk slappelingen.” Ik gaf een tegenvoorbeeld: door een sportblessure van mijn knie zou ik nooit marathons kunnen lopen. Terwijl ik dat wel wilde. Onzin, aldus Martel. Dan had ik maar betere artsen moeten zoeken, specialistische fysiotherapie opzoeken, me laten opereren. Maar volgens de dokter had dat geen zin, riep ik vertwijfeld terwijl we op een bankje aan de Amsterdamse gracht zaten. “Bulshit. Dan zoek je maar een andere arts. Als ik na het floppen van mijn eerste boeken de uitspraken van mijn uitgevers had geloofd, dan had ik nooit Life of Pi geschreven. Uiteindelijk ben je verantwoordelijk voor je eigen leven. Je maakt je eigen geluk.”

Niet te verfilmen
Dus ziekte en andere malheur kunnen mensen zichzelf verwijten. “Feitelijk wel. Kijk naar Pi, die belandt in een boot met een zebra, orang-oetan en een tijger. En hij heeft zijn familie verloren in een scheepsramp. Toch staat hij open voor de schoonheid van de zee, toch overleeft hij.” We worden het niet eens, ik beschuldig hem ervan zieken te stigmatiseren, hij kapt het interview af.

Wat Martel van de filmversie van zijn “niet te verfilmen” boek vindt, weet ik niet. Hij zal blij zijn met de prachtige 3D-beelden van de Oscar-winnende regisseur Ang Lee. Een arthouseproductie met een budget van 120 miljoen dollar. De confrontaties tussen tijger en Indiase bootdrenkeling overtuigen van de eerste tot de laatste seconde. Maar Martels geloof in de Amerikaanse droom raakt ondergesneeuwd in deze poëtische beeldenreeks. Uiteindelijk zal het wel goed aflopen met Yann, want geluk, dat maak je zelf.