ThePostOnline

De Rechtszaak: martelen met hete kolen en ‘deodorant in de wonden spuiten’

22-12-2012 13:58

Twee minderjarige jongens zijn ruim een jaar geleden het slachtoffer geworden van mishandeling. Zware mishandeling. Nee, wacht: marteling. In een woning in Osdorp zouden Guantanamo Bay-achtige praktijken zijn uitgevoerd. De drie verdachten verschenen donderdag voor de rechter in Amsterdam. ‘We wilden ze een lesje leren.’ Rechtbankverslaggever Onno den Hollander was erbij.

Beestachtig
Nee, dit is geen doorsnee strafzaak. Zoveel wordt aan het begin van de zitting duidelijk als de officier van justitie het woord neemt. De drie verdachten (21, 21 en 28 jaar oud) worden beschuldigd van zware mishandeling. De opsomming van de aanklacht is bizar en blinkt uit in wreedheid: slaan met een koekenpan, petsen uitdelen met de platte kant van een slagersmes, veroorzaken van brandwonden door hete kolen op een ontblote borst te drukken,  het steken met een kraspennetje in een hoofd, het toebrengen van stroomstoten op de genitaliën, het laten drinken van een mixdrankje shampoo/scheerschuim, waterboarden en deodorant op de wonden spuiten.

Stevige binnenkomer. Niet verwonderlijk dat de inmiddels 16-jarige slachtoffers niet in de rechtszaal zaten. Bang voor een confrontatie met “de groep beesten” die hen lichamelijke en geestelijke littekens heeft bezorgd. In een verklaring die wordt voorgelezen door de advocaten wordt duidelijk dat de twee jongens nog dagelijks lijden onder hetgeen in de woning in Osdorp plaatsvond.

Scenario
De zaak is raadselachtig, blijkt uit alles. Wat deden de twee slachtoffers in de woning van de drie verdachten? Hoe kwamen ze daar? Wat is de aanleiding voor de aftuiging geweest? Zijn ze gelokt, zoals de officier van justitie opperde, of zijn ze met kwade bedoelingen binnengekomen? Wilden ze inbreken in de woning van verdachten? Natuurlijk stellen de drie advocaten zich in hun verdediging op het laatste standpunt. De officier van justitie durfde geen van beide scenario’s als de onbetwiste waarheid te benoemen.

Een lesje leren
‘Maar het maakt voor de zaak niet veel uit’, vervolgt de officier van justitie. ‘Verdachten hebben niet uit noodweer gehandeld. Zelfs al werd er ingebroken, dan konden de drie stevige kerels zich goed verweren tegen de twee jongere insluipers. De politie is niet ingeschakeld, in plaats daarvan hebben de verdachten de slachtoffers in afzonderlijke kamers gezet en zijn zij vernederd en zwaar mishandeld.’

De verdachten vertellen vervolgens op rustige toon hun versie van het verhaal. ‘De inbrekers droegen een muts, handschoenen en hadden een sjaal voor hun hoofd. Het was november, maar warm voor de tijd van het jaar. We wisten gewoon dat ze met kwade intenties kwamen en toen hebben we impulsief gereageerd.’ Alle drie de verdachten bekennen klappen te hebben uitgedeeld en tonen berouw. ‘We wilden ze een lesje leren en zij smeekten of we hun families niet alsjeblieft wilden inlichten of de politie zouden bellen. Achteraf gezien hadden we dat beter wel kunnen doen.’

De officier van justitie neemt deze lezing niet zonder meer over . Een kort onderzoek leerde haar dat de temperatuur op 17 november 2011 in Amsterdam rond het vriespunt lag en zij stelde de vraag of de slachtoffers liever op deze wijze gemarteld zouden worden dan dat hun familie was ingeschakeld.

Geen bewijs
Goed, dat de jongens mishandeld zijn staat nu vast. Maar wie heeft de hete kolen uit de waterpijp op een ontblote borst gedrukt? Wie heeft er gestoken op een schedel? En dat mixdrankje? Waterboarden? Deodorant spuiten? Die stroomstoot op de genitaliën?

Wat betreft het laatste moet er niet overdreven worden, menen de advocaten. Het zou om een pennetje gaan dat nauwelijks voelbare stroomstoten produceert. Niet pijnlijk. En de andere folteringspesterijen zouden plaatsgevonden kunnen hebben (gezien het letsel en de verklaringen van verdachten), maar het is allemaal zeker niet door de verdachte van iedere advocaat zelf gedaan. En van een nauwe en bewuste samenwerking kon ook niet gesproken worden, waardoor medeplegen niet bewezen kan worden, aldus de raadslieden.

De verdediging voert verder aan dat verdachten werden geholpen door nog eens twee vrienden en dat die twee jongens verantwoordelijk zijn voor het daadwerkelijke kwaad. Wie nu uiteindelijk wat precies heeft gedaan wordt tijdens de zitting niet duidelijk.

Impulsief
De officier van justitie stelt dat er voldoende bewijs is voor het medeplegen van de zware mishandeling in de kleine woning. Of het nou inbrekers betrof of niet, de verdachten zijn veel te ver gegaan in hun impulsieve reactie. ‘En een marteling die uren duurt kan überhaupt niet impulsief genoemd worden.’

De verdediging sluit af met de tegenstrijdige verklaringen van de slachtoffers over wat ze in de woning deden en welke verdachte precies welke handeling heeft gepleegd. Onbetrouwbare verklaringen mogen niet worden meegenomen als bewijsstukken. Dan houden we eenvoudige mishandeling over.

Strafeis
De officier van justitie komt uiteindelijk met een strafeis van 6 jaar gevangenisstraf voor de verdachten, die stuk voor stuk al een uitgebreid strafdossier hebben.

De raadslieden dachten eerder aan een straf gelijk aan het voorarrest, namelijk 12 maanden. Een dergelijk hoge straf hadden ze niet verwacht. In vergelijkbare zaken zou er nergens 6 jaar celstraf zijn geëist en zelfs bij een zware mishandeling waarbij het slachtoffer was overleden was de straf niet hoger dan 4,5 jaar detentie. Daarnaast verwijzen zij naar neurologische onderzoeken waaruit blijkt dat verdachten juist rond hun 21ste in een cruciaal stadium van hun ontwikkeling zijn, waardoor 6 jaar detentie enkel een negatief effect op hen zal hebben.

Ook de verdachten lijken geschrokken door de eis. In hun laatste woord tonen ze in mindere of meerdere mate hun berouw. Eén van de verdachten trekt geëmotioneerd het boetekleed aan en spreekt over de grootste fout in zijn leven. Het gedrag van die avond valt niet goed te praten, excuses worden aangeboden.

Eenvoudige- of zware mishandeling, wat kan bewezen worden? En zijn de slachtoffers naar de woning gelokt, of wilden zij daadwerkelijk inbreken? Het zijn essentiële vragen die de rechter in zijn vonnis gemotiveerd zal moeten beantwoorden.

Over twee weken uitspraak.