Een zeer opmerkelijke oproep van paus Benedictus, deze week. Christenen, joden en moslims moeten gezamenlijk de strijd aangaan tegen homoseksualiteit. Homo’s bedreigen namelijk de ‘waarachtige structuur’ van het gezin en daarmee ‘de kern van de menselijke schepping’. Nee, het is niet opmerkelijk dat Benedictus onaardig is tegen homo’s. Van alle recente pausen heeft er geen zich zo geregeld uitgesproken tegen de herenliefde. Opmerkelijk is dat hij een gezamenlijk front wil oprichten van christenen én joden én moslims. Als de Eindstrijd nadert.
Tot voor kort was dat ondenkbaar. Goed, er mocht zoiets bestaan als oecumene, en een interkerkelijke dialoog, maar iedere katholiek die daaraan meedeed, moest donders goed begrijpen dat de katholieke kerk de enige ware kerk is. Andere gelovigen waren door het Kwaad afgedwaald van de ware weg. Maar de nu afgekondigde kruistocht tegen homo’s is een belangrijke stap richting de erkenning dat die religies dezelfde moraal verkondigen en dezelfde god vereren – en vooral wat betreft de islam is dat een erkenning van formaat. Blijkbaar acht de paus homoseksualiteit zo gevaarlijk dat hij bereid is de islam te omarmen als strijder voor dezelfde zaak.
Homo’s krijgen de schuld van seksschandalen
Waarom is de paus zo verbeten op homo’s? Waarschijnlijk denkt hij, zoals veel conservatieve prelaten, dat de seksschandalen binnen de kerk van de laatste decennia het gevolg zijn van het binnendringen van homo’s in het kerkelijk apparaat. De priesteropleidingen vormden decennialang een toevluchtsoord voor homo’s, omdat zij dachten dat ze zo konden ontsnappen aan hun geaardheid (waar ze geen raad mee wisten), en aan de maatschappelijke druk om met een vrouw te trouwen. Dat probleem van een grote homo-instroom werd al heel lang geleden door de Kerk erkend, maar de leiding dacht altijd dat men deze dolende zielen vast wel tot goede priesteres kon kneden. Sinds de seksschandalen kijken velen in de Kerk daar anders tegenaan: de homo’s zijn de opleidingen binnengedrongen niet om te ‘genezen’ maar om zich aan jongens te vergrijpen én om de Kerk (met behulp van de ongelovige media) in diskrediet te brengen. Benedictus heeft het over een bedreiging voor het gezin, maar zijn anti-homo-uitspraken zijn vooral een reactie op de seksschandalen in de kerk. Hij kondigt een oorlog af tegen de ware daders, de homo’s.
‘Goed en Kwaad, Hemel en Aarde’
Los daarvan heeft de paus in algemene zin natuurlijk gelijk. Homo’s vormen inderdaad een bedreiging voor de Schepping. Althans, zoals gelovigen dat zien. God heeft de kosmos uiteraard perfect geschapen, en dat betekent: met perfecte, waterdichte scheidingen tussen alle categorieën. Je hebt Goed en Kwaad. Je hebt Hemel en Aarde. Dieren heb in vele (strikt gescheiden) soorten. En mensen heb je in twee soorten: man en vrouw. Alles wat daarvan afwijkt, alles dat deze goddelijke orde in de war schopt, moet het product zijn van later verval; het werk van de Duivel. Contact met dergelijke mengvormen is schadelijk. Een mooi voorbeeld zijn de spijswetten in het Oude Testament, die ook gebaseerd zijn op het afwijzen van alle ‘grensgevallen’. Een vis moet schubben hebben; schubloze zeebewoners moet je niet eten. Bloed vertegenwoordigt de geest; vlees en bloed moeten daarom strikt gescheiden worden. Een varken heeft gespleten hoeven, en het vreet plantaardig én dierlijk voedsel. Het is een mengeling van verschillende beesten en zoiets moet je niet eten.
De schepping van de Duivel (men neme een schilderij van Jeroen Bosch) zit vol met wangedrochten die Gods orde belachelijk maken. En de homo maakt daar dus ook deel van uit. Voor de paus is het is ondenkbaar dat homo’s onderdeel zouden uitmaken van Gods perfecte schepping. Hij ziet ze als slachtoffers van een duivelse ideologie die zegt dat iedereen ‘zelf zijn sociale rol kan kiezen’. De homo kiest er voor homo te zijn, en is daarmee een volgeling van de Duivel. En dient dus met alle macht te worden bestreden. Door alle gelovigen.
Homo’s in de Arabische cultuur
Overigens roept Benedictus daarbij ten onrechte de islam onder de wapenen, want homoseksualiteit is in de Arabische cultuur geen moreel verwerpelijk gedrag. Het heeft daar dezelfde positie als bij de oude Grieken en Romeinen: niet de daad zélf is verwerpelijk, maar hoé je het doet. Zolang je als man in de homoseksuele relatie maar het ‘mannetje’ bent, en de ander penetreert, is er niks aan de hand. De man die gepenetreerd wordt, moet de minderwaardige zijn (een slaaf, een leerling), of anders wórdt hij daarmee minderwaardig. Een vrouw, zogezegd. Maar we kunnen de paus moeilijk verwijten dat hij geen verstand heeft van de islamitische cultuur; dat staat niet in zijn functieprofiel.
Wat Benedictus wél goed door heeft, is dat de strijd voor homo-emancipatie veel méér is dan een strijd om gelijke burgerrechten, net zoals de opkomst van de evolutieleer veel méér was dan de opkomst van een wetenschappelijke theorie. Wat Darwin deed, was een einde maken aan het idee dat diersoorten onveranderlijk waren, en dus door God waren geschapen. Als homoseksualiteit straks ‘gewoon’ wordt gevonden, en als ‘natuurlijk’ wordt beschouwd, dan komt een veel belangrijker ‘perfect’ onderscheid ter discussie te staan: dat tussen man en vrouw. Dan heeft God daar dus ook al vaag broddelwerk afgeleverd. De paus heeft dus alle reden om gelovigen wereldwijd te mobiliseren in de strijd tegen homo’s. En de rest van de wereld, iedereen die geen boodschap heeft aan de boodschap van de Kerk, heeft alle reden om die flikkers terzijde te staan.