President Bozizé van de Centraal-Afrikaanse Republiek heeft zijn Franse en Amerikaanse ‘neven en nichten’ te hulp geroepen in zijn moeizame poging een opstand tegen zijn regime te bedwingen. ‘Centrafrique’ werd 10 december opgeschrikt door een opstand van rebellen in het noorden van het land. Het zou gaan om een brede coalitie van tegenstanders van de president, onder de naam Séléka (de Alliantie). Séléka zou in de afgelopen jaren vrijwel ieder gevecht met het regeringsleger hebben gewonnen.
Deel van Séléka zijn dezelfde noordelijke rebellen die president Bozizé in 2003 bij een staatsgreep aan de macht hielpen.
De opstandelingen zijn inmiddels tot 75 kilometer van hoofdstad Bangui genaderd.
Noordelijke rebellen
De carrière van president Bozizé wordt getekend door meerdere pogingen van staatsgrepen tegen de verschillende regeringen in Bangui. Na een mislukte coup als minister van Informatie aan de zijde van Ange-Félix Patassé vluchtte Bozizé in 1983 naar Togo. Tien jaar later, toen Patassé tot president was verkozen, keerde Bozizé terug als minister. Nadat Bozizé in 1996 en 1997 met behulp van Franse troepen een opstand neersloeg, werd hij benoemd tot Hoofd der Strijdkrachten van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Hij was daarmee een van de invloedrijkste mannen van het land.
Bozizé probeert zijn pogingen de macht te grijpen altijd te rechtvaardigen met het doel het land naar meer democratie te leiden. Als Hoofd der Strijdkrachten begon hij in 2001 een coup tegen zijn oude kameraad Patassé. Deze mislukte doordat de toenmalige president hulp kreeg van de troepen van de Libische leider Kadhafi. Bozizé vluchtte naar Tsjaad, maar kwam al gauw weer terug. In 2003 lukte het Bozizé met behulp van de rebellen in het noorden van het land eindelijk de macht te grijpen. Hij is sindsdien president van het land.
Democratie en diamanten
Behalve dat Bozizé zijn vier en een half miljoen landgenoten meer democratie wilde brengen, beloofde hij de opbrengsten uit grondstoffen als uranium, goud en diamanten eerlijker onder de bevolking te verdelen. Volgens de rebellen in het noorden van het land is de president daar onvoldoende in geslaagd. En nu keren de rebellen zich tegen de president die ze zelf aan de macht hebben geholpen.
Bozizé beloofde de rebellen afgelopen zondag een nieuwe, meer democratische grondwet en zei een coalitieregering te willen vormen met de opstandelingen. Maar de rebellen wantrouwen deze beloftes en dreigen met een opmars naar de hoofdstad Bangui.
Voormalig kolonisator Frankrijk weigert de door Bozizé gevraagde militaire steun. Wel heeft ze 180 extra militairen naar Bangui gestuurd, waarmee het totaal van de Franse troepenmacht aanwezig in het land uitkomt op 600 man. Volgens de Franse president Hollande zijn de Franse militairen er niet om het regime van Bozizé te steunen, maar om de 1200 Fransen die in het land wonen te beschermen en eventueel te evacueren.
De noodzaak tot evacuatie lijkt extra urgent sinds manifestanten vorige week de Franse ambassade in Bangui aanvielen. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius roept alle partijen op tot een vreedzame oplossing te komen tijdens een gepland overleg in Libreville in buurland Gabon.
In een land dat getekend wordt door een opeenvolging van staatsgrepen is het moeilijk te bepalen wie de rechtmatige machthebber is.
Willem van Ewijk, correspondent te Parijs voor The Post Online.