Het is weer zover. De kerstvakantie is voorbij, en heel burgerlijk Nederland trekt vandaag weer richting werk. Daar wacht in koffiekamers en rondom flexplekken het begin januari-ritueel. Men wenst elkaar ‘het beste’, en doet dit door drie keer met de wangen tegen elkaar te slaan. Sommigen maken hier smakkende zoen geluiden bij, anderen zijn zo verstijfd van ongemakkelijkheid dat dit er even bij inschiet.
Je kent ze wel. Het type mens dat vandaag extra vroeg op kantoor verscheen. Hij die zich misschien wel al dagen verheugt op het zoenen van collega’s en het babbelen over oliebollen, de drukte in de gamma en de deurmat die in de fik vloog door de vuurpijl van de buurman. Het is waarschijnlijk hetzelfde type dat meteen na sinterklaas honderden kerstkaarten op de bus deed. Contact, hoe betekenisloos ook, is voor dit soort niet iets om voor weg te deizen, maar iets moois. Iets gezelligs.
Dan heb je ook nog de minder blije zoener. Vaak zijn dit vrouwen. Bij zoenen komt namelijk meer kijken dan de gretige zoener zich beseft. De mogelijkheid om ‘mis’ te zoenen, het gevaar dat men vier bammetjes pindakaas at voor jou te pakken te krijgen, het ongemakkelijke moment vóór het zoenen, waarbij je weifelend uitgestoken hand vaardig wordt ontweken. Je bent klemgezet. Gotcha.
Mona Keijzer kondigde gister al op twitter aan dat zij niet aan iedereen drie zoenen zou uitdelen. En Mona is niet de enige. In 2004 verbood de toenmalige gouverneur van Moskou, Boris Gromov, het omarmd kussen van politici bij officiële gelegenheden. Dit omdat het teveel tijd in beslag nam. In Nederland begon het zoenen in de jaren ´60, daarvoor begroette men elkaar met een handdruk. Het a-symmetrische driemaal zoenen komt uit Brabant en wordt daarom ook wel de “Brabantse drieklapper” genoemd. In Frankrijk wordt de gewoonte lekker oneerbiedig “de la campagne” genoemd. Onze Beatrix zul je overigens ook niet snel drie zoenend vastleggen: zij geeft er twee, of een uitgestrekte hand. Gelijk heeft ze.