Dat was een mooi najaarsrelletjerelletje. NRC-columnist Jan Kuitenbrouwer schreef dat documentairemaker Coen Verbraak voor zijn documentaire ‘Roemer, tussen pieken en peilen’ niet permanent toegang had tot de SP-leider. Verbraak bestreed dat in een ingezonden brief: er was slechts één moment dat hij Roemer niet mocht filmen: tijdens een brainstorm met diezelfde Kuitenbrouwer. Maar er waren veel meer van die bijeenkomsten zegt Kuitenbrouwer nu. “Wat zou zich dan nog meer buiten Verbraaks gezichtsveld hebben afgespeeld?” vraagt de taaladviseur zich af.
“Als Verbraak toegang had tot Roemer’s volledige agenda, zoals filmer en gefilmde in interviews eensgezind benadrukken, waar waren dan de strategische besprekingen, de pijnlijke trainingen en evaluaties, de ruzies?” schreef Kuitenbrouwer in NRC Handelsblad na de documentaire van Verbraak.
Die laatste nam dat niet en schreef getergd een kattebelletje naar de krant. Er was één bijeenkomst waar hij niet mocht filmen en die was met Kuitenbrouwer. Verbraak vilein: “Hé? Jan Kuitenbrouwer? De NRC-columnist? Ja, precies, die! Dus die Kuitenbrouwer schrijft over politiek, maar geeft achter de schermen ook advies aan politieke partijen? Ja, blijkbaar wel.”
Kuitenbrouwer slaat nu terug. Hij schrijft op zijn weblog dat de beslissing om Verbraak te weren bij de SP lag en niet bij hem. Daarnaast heeft Kuitenbrouwer meer bijeenkomsten met de SP-top gehad. En dan haalt Kuit uit: “Als dat al geldt voor een marginale adviseur, wat zou zich dan nog meer buiten Verbraaks gezichtsveld hebben afgespeeld? Zijn bewering is dus, inderdaad, onwaar.”
Meer over de kwestie op het weblog van Kuitenbrouwer. “Als ik een column schrijf, ben ik columnist en als ik voor een klant werk ben ik adviseur. De adviseur is te huur, de columnist niet.”