‘Een paragnost die zijn patiënten verkracht’, zo schetst het Openbaar Ministerie Nasser M. De 53-jarige zorgverlener heeft bij drie vrouwen van rond de twintig jaar seksuele blokkades geconstateerd en deze zouden middels verkrachting en ontucht zijn weggewerkt. De zaak doet denken aan die van Keith Bakker, maar advocaat mr. Hiddema heeft een andere visie: ‘Alles was liefde.’
Een behandelaar, zorgverlener, therapeut, paragnost, hoe zou Nasser M. zichzelf omschrijven? ‘Zie mij maar als een coach’, vertelt de verdachte aan de rechtbank. ‘Ik help mensen die niet happy zijn in het leven, mensen met problemen tussen de oren. Mijn patiënten hebben voornamelijk relatieproblemen en ik probeer hun mindset te veranderen. Ik voer gesprekken met ze: het doel is hun geest vrolijker te maken.’
Volgens de officier van justitie bleef het echter niet bij het voeren van gesprekken. In de periode tussen 2000 en 2011 zouden er in de woning waar Nasser M. praktijk voerde twee vrouwelijke patiënten tijdens hun behandeling zijn verkracht. Bij een derde slachtoffer wordt ontucht verondersteld. Daarnaast is er in de woning in Amsterdam een hennepkwekerij aangetroffen en wordt Nasser M. verdacht van diefstal van elektriciteit.
De drie jonge vrouwen zijn op vergelijkbare manier misbruikt. In de hoop een oplossing te vinden voor hun psychische problemen hebben zij bij de verdachte aangeklopt voor hulp. Iedere vrouw voerde andere problemen aan, maar de diagnose bleek telkens gelijk: er was sprake van seksuele blokkades.
Hoewel deze conclusie voor de slachtoffers uit de lucht kwam vallen, hebben zij de behandeling niet direct gestaakt. De gesprekken met Nasser M. namen echter al snel een akelige wending. Eén van de vrouwen zou uit een roes zijn ontwaakt zonder broek en onderbroek aan. Op haar slipje zaten sporen van sperma. Een andere vrouw bevestigt ook in een roes te zijn gebracht door de verdachte die haar ontmaagd heeft. Het derde slachtoffer zou, terwijl zij op intieme plekken pijnlijk betast werd, aan een mooie man of anders aan verdachte hebben moeten denken om tot een orgasme te komen, opdat haar seksuele blokkade verdween.
‘Maar er was sprake van wederzijdse verliefdheid’, reageert Nasser M. ‘Tussen beide vrouwen en mij ontstond een grote aantrekkingskracht en van de derde vrouw kan ik me nauwelijks iets herinneren. Haar heb ik hoogstens omhelsd.’
Ook het toedienen van bedwelmende middelen wordt ontkend. ‘Zoiets zou ik nooit doen. Ik ga met respect met mensen om. Mijn focus ligt alleen op goede zaken, want positieve gedachten leveren positieve resultaten op: wat je geeft krijg je terug.’
De wederzijdse verliefdheid wordt door twee vrouwen echter duidelijk weersproken. Ze keken dan wel tegen hem op, aantrekkelijk vonden ze hem zeker niet.
De handelsmethode van de verdachte lijkt volgens de officier van justitie op de manier waarop oplichters te werk gaan. Het voorhouden van seksuele blokkades aan hulpbehoevenden en het misbruik dat hierop volgde is ‘zeer kwalijk’ en ‘heeft ernstige gevolgen voor de slachtoffers, waarvan we hopen dat het er slechts drie zijn.’ Van geweld of letsel is weliswaar geen sprake, maar ‘de bedreigende situatie die nodig is om verkrachting te bewijzen komt voort uit het overwicht van de machtspositie en het leeftijdsverschil dat tussen Nasser M. en de slachtoffers bestond.’
Gelet op het recidiverisico en het advies van de reclassering stelt de officier van justitie de strafeis op vier jaar gevangenisstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar. Tevens dient verdachte verplichte behandeling te ondergaan.
‘Een fikse eis’, volgens advocaat mr. Hiddema, die zijn verdediging begint met de opmerking dat we niet op meerdere slachtoffers hoeven te rekenen, aangezien na alle commotie rondom de aanhouding van zijn cliënt zich geen slachtoffer meer heeft gemeld.
‘Het feit dat Nasser M. heeft bekend dat er seks is geweest tussen hem en twee van zijn patiënten komt de geloofwaardigheid van cliënt ten goede. Hij had deze strafrechtelijke dans kunnen ontspringen door gewoon zijn mond te houden of alles te ontkennen. Dan was er helemaal geen bewijs geweest.’
De advocaat vindt het bewijs dat voorhanden is onvoldoende om zijn cliënt te veroordelen. De verklaringen van de slachtoffers zijn onbetrouwbaar omdat er handelingen van soms wel tien jaar geleden worden beschreven. ‘Daarbij spreken we over psychiatrische patiënten die bijvoorbeeld stemmen horen of in hun jeugd zijn misbruikt en de herinnering daaraan op de behandeling van mijn cliënt kunnen projecteren. Kortom: niet de meest betrouwbare verklaringen.’
Onderzoek naar bedwelmende middelen in het huis van Nasser M. heeft niets opgeleverd. ‘En reken maar dat ze gezocht hebben’, vervolgt mr. Hiddema, die ter verdediging nog aanvoert dat behandelaar en patiënt samen best een liefdesrelatie kunnen hebben. ‘Het kan toch? Zowel behandelaar als vriend zijn? De seks was met wederzijdse instemming en vond niet plaats als onderdeel van de behandeling. Er was sprake van een gelijkwaardige situatie, geen bedreigende situatie.’
Tot besluit stelt mr. Hiddema dat zijn cliënt dient te worden vrijgesproken van verkrachting of het plegen van ontucht. ‘En wat betreft de hennepteelt en diefstal, tja, daar kunt u hem formeel inderdaad op pakken.’
Nadat de officier van justitie nog heeft ingebracht dat verklaringen van mensen met psychische problemen wel degelijk betrouwbaar kunnen zijn is het laatste woord aan Nasser M. Hij houdt het kort en zegt: ‘Ik ben goed bezig.’
Over twee weken oordeelt de rechtbank of zij dat met hem eens zijn.