Mijn telefoon staat de laatste weken roodgloeiend. Niet met opdrachtgevers – was het maar zo’n feest – maar met vrienden, concullega’s en vage kennissen. Iedereen verveelt zich namelijk een ongeluk. De meeste van mijn vrienden en vage kennissen doen ‘iets met nieuws’ en daar schort het hier de laatste tijd nogal aan.
Er zijn al weken geen grote protesten of andere visueel interessante evenementen meer geweest en dat betekent voor het overgrote deel van mijn adressenbestand dat ze werkloos uit het raam zitten te kijken. En dus gaan ze iedereen in hun telefoon bellen om te kijken of er wellicht nog iemand is die ergens wat te doen weet.
En zo kan het gebeuren dat je met vijftien fotografen sterk bij een of andere herdenkingstocht staat waar nog geen dozijn mensen voor zijn komen opdagen. Onmogelijk om een foto te nemen zonder dat er minimaal zes andere fotografen in je beeld staan, dus de meesten hielden het al snel voor gezien. Ik belandde met een paar concullega’s in een theehuis, want ja, we waren nu toch ons bed uit en verder was er immers ook niks te doen.
Na een lange klaagsessie over het gebrek aan ‘actie’, zoals een iemand het verwoordde, moest ik opeens denken aan een stuk dat ik schreef voor Vice, een paar maanden geleden. Daar had ik in gezet: ‘stiekem ook wel lekker dat de boel weer in de fik staat, want om rond te komen moet ik tegenwoordig weer Engelse les geven en muziekrecensies schrijven, en dat is niet bepaald waarvoor ik hier ben komen wonen’. In de comments ging vervolgens iemand helemaal los. ‘De een z’n dood is de ander z’n brood’, klonk het, ik ‘sla de plank mis’ en ‘ga over lijken’. Ik ben opeens een ‘papparazo aan het front’ (en een ‘hij’, maar dat terzijde). Het is, kortom, een ‘walgelijke uitspraak’.
Wat. Een. Gelul. Want zo werkt het toch gewoon?
Goed nieuws is geen nieuws. ‘Nul doden of gewonden bij protest in Cairo’, of ‘Moslimbroederschap stoot niemand voor het hoofd voor derde week op rij’, dat leest geen hond. Ik kan wel hele mooie foto’s maken van een straatjochie en een politieagent die gemoedelijk een kopje thee drinken, maar ik gok dat niemand die gaat afnemen.
Moord, dood, gruwelijke verwondingen en ander verderf, dat is wat mensen willen zien en lezen. En waar mijn inkomen (grotendeels) vandaan komt. Daar kun je dan wel heel faux-ethisch en politiek correct over gaan lopen doen, maar daar schiet mijn portemonnee verder niks mee op.
Maar er komen als het goed is weer goede tijden aan. Op 25 januari is het twee jaar geleden dat de revolutie begon en de dag erna, de 26ste, wordt de uitspraak verwacht in het proces tegen de vermeende verantwoordelijken voor het voetbaldrama in Port Said. Tot die tijd verneem ik graag van Sander waar ik ‘bakken met geld’ kan scheppen met ‘foto’s schieten’, dan verkas ik daar tot die tijd nog even heen.
De komende tijd schrijft journalist en fotografe Ester Meerman vanuit Egypte voor The Post Online. Over het laatste nieuws en haar belevenissen en werk in Caïro. Zij blogt al in het Engels op Stories from Cairo. Volg haar op Twitter: @estermeerman.