Kunst

De Dakloze Lente (21)

20-01-2013 15:00

Marijke kneep in het been van Antoine toen deze al wilde inzetten. “Het is je beurt nog niet.” zei ze met haar tanden op elkaar. In haar linker mondhoek hing een filter zonder sjek. Op haar knieën lag een vloeitje en met haar vrije hand pulkte ze wat tabak uit het zakje en legde het op het vloeitje.
“I love my men.” kreunde ze, daarbij haar hand onafgebroken op Antoine’s knie houdend. Antoine zei niets. Antoine had sowieso nooit iets te vertellen. Het was een breedgeschouderde man, met even brede kaken waar een dikke laag zorgvuldig getrimd baardhaar op lag. Zijn verschijning was imposant. Veel vrouwen in de residentie vertrouwden me toe dat Antoine hét voorbeeld van mannelijkheid was. Dit deden ze altijd in de periode dat ze net in de residentie woonden en me nog voor een onschuldig bijna homoseksuele jongen hielden. Roze shirtjes en vriendelijke glimlach. Geen van de vrouwen zou bang hoeven te zijn dat ik ze zou bespringen en ik was een altijd luisterend oor. Zo dachten ze.

Ik luisterde naar hun verhalen en gaf adviezen. Dat type man was ik en daar werd ik om gewaardeerd. Waardering was één ding, Antoine werd aanbeden. Iedereen was al blij als zijn imposante gestalte in de hoek van de feestzaal zat, als hij op een bank een sigaretje zat te roken en zwijgend met toegeknepen ogen en tevreden glimlach de ruimte inkeek. Hij was leuk als decor, mysterieus  als gesprekspartner voor de vrouwen die door het pantser van deze onbeholpen lieverd heen wilden breken. Voor mannen, zoals ik, was hij ronduit saai.
Als Bob en ik na het gitaarspelen en uitwisselen van de grove eerste versies van onze verhalen, Westmalle trippels openmaakten kwam Antoine er als vanzelfsprekend bijzitten, uitgenodigd door het geluid van de minieme explosie die klonk als het bierdopje van het flesje af werd gewipt. We wilden het net over Kierkegaards idee van ware liefde hebben. Bob bekende dat hij het stadium van ware, onzelfzuchtige liefde nooit zou kunnen bereiken, omdat zijn streng christelijke vrienden in Atlanta, Georgia, hem verboden eerst erotische liefde te ontdekken. Ik zei dat ik vroeger door de te grote liefde voor anderen nooit aan erotische liefde kon beginnen, bang anderen te kwetsen. Nu wist ik dat ik de ware liefde niet kon bereiken, en daarom alleen maar erotische liefde nastreefde. En ik grinnikte. In de eerste weken keken we nog met vragende ogen naar Antoine, die, de fles nog aan de mond, opschrok door zoveel belangstelling en wat bier over zijn soeptrui knoeide.

“Ik weet het niet man. Ik denk dat het beide is. We hebben interactie nodig tussen zelfliefde en liefde voor anderen. Als je niet houdt van jezelf, hoe kun je dan ooit van anderen houden? Hoe weet je dan überhaupt dat je anderen leuk of aantrekkelijk vind, als je nooit de tijd neemt om jezelf te leren kennen, om te ontdekken wat jij leuk vind. Ja, toch? Zoiets toch?”

Dit was op zich een goede bijdrage aan onze gesprekken, zij het niet dat dit een samenvatting was van wat Bob en ik in de drie minuten daarvoor hadden besproken. In de weken die kwamen lieten we Antoine zijn gang gaan, gaven hem bier, maar nooit meer voelden we de behoefte om hem iets te vragen. Wij hadden het geheim ontrafelt dat al die vrouwen zo graag zouden ontrafelen, namelijk, wat er achter die grote stoere jongen schuilging. Niets. Niks anders dan glimlachen, en gezellig meedoen. Overgave aan het gezelschap, dat was alles.

Maar voor Marijke leek het genoeg tijdens dit spel. Had ze mij nu al minuten lang niet aangekeken, ze kriebelde Antoine in de nek terwijl ze exact dezelfde fiches inzette als hij had ingezet, twee groene, een blauwe, en een witte van tien punten.

Dit is de eenentwintigste aflevering van De Dakloze Lente, een feuilleton dat iedere woensdag en zondag op The Post Online verschijnt. Volg het feuilleton De Dakloze Lente op facebook, en op twitter.