De VVD zien we de afgelopen week weer gestaag stijgen, de verschuivingen zijn verder minimaal. PvdA en VVD zijn nu beide 3 zetels groter dan de volgende partij, de PVV. Samen verliezen VVD en PvdA sinds de verkiezingen 27 zetels en winnen PVV, D66, 50PLUS en de SP de meeste zetels. Deze week is er ook gekeken naar de verschillen in partijkeuze tussen verschillende bevolkingsgroepen. Onder andere bij leeftijd zien we grote verschillen.
De partijkeuze is deze week afgezet tegen een viertal kenmerken (geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en inkomen van het huishouden). Dan is goed te zien hoe de profielen van de kiezers onderling verschillen. Nog steeds zien we de grootste verschillen bij de factor “opleidingsniveau”. Bij de mensen met de hoogste opleiding scoren VVD en D66 het hoogst (samen 43 procent). Bij de mensen met een lage opleiding scoren PVV en SP het hoogst (44 procent). Bij de mensen met de lage opleiding scoren VVD en D66 samen maar 15 procent, terwijl PVV en SP bij de mensen met de hoge opleiding samen maar 12 procent scoren.
Bij leeftijd zien we ook grote verschillen. Dat komt mede door 50PLUS, die 13 procent scoort bij de kiezers boven de 55. Daarmee scoort deze partij bij die groep dicht bij VVD en CDA. Alleen de PvdA scoort enkele procenten meer.
Bij de kiezers boven de 55 geeft maar liefst 38 procent 50PLUS een kans op een stem. Dat is beduidend hoger dan PvdA of CDA (28 procent). De VVD scoort nog maar 22 procent bij de ouderen.
39 procent van de kiezers maakt zich grote zorgen voor hun financiele toekomst. 25 procent maakt zich daarover geen zorg. Degenen die zich grote zorgen maken stemmen voor 46 procent PVV of SP. Degene die zich geen zorgen maken over hun financiële toekomst stemmen slechts voor 11 procent PVV of SP. Ook hierdoor is te zien hoe groot de verschillen zijn in electorale voorkeuren tussen bepaalde bevolkingsgroepen. Grotere verschillen dan 5 a 10 jaar geleden. Het een en ander kunt u nog nader bekijken in de bijlage (pdf).