Sinds de uitzending van Bureau Brabant waar de camerabeelden van de zware mishandeling van een man door een groep jongens in Eindhoven werden vertoond, is er veel gebeurd. Een offensief dat zich via sociale media en GeenStijl verspreidde richting de klassieke media heeft ervoor gezorgd dat de daders letterlijk geen kant meer opkonden. Inmiddels staan ze allemaal met naam en beeltenis op het web en lijkt het een kwestie van tijd voordat ze zich allemaal hebben gemeld bij de politie (*).
Daarmee lijkt het allemaal goed af te lopen: een kleine privacyinbreuk, maar de daders zijn wel gevonden. Doeltreffend was het zeker, maar toch moeten we hiermee oppassen.
De afgelopen dagen is meerdere malen naar voren gekomen dat de privacy van de verdachten in het geding is, zeker bij het publiceren van herkenbare foto’s of namen. Vaak werd daarop, enigszins badinerend, gereageerd met de retorische vraag óf deze jongens wel recht hebben op privacy. Mensen die zich zó misdragen, zouden het recht op privacy immers hebben verspeeld.
Maar zo werkt het niet in ons rechtssysteem. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer is immers een mensenrecht, en die hebben wij in Nederland nu eenmaal hoog in het vaandel staan. En juist in dit soort excessieve gevallen wordt weer eens duidelijk waarom.
Toen gisteren de namen van de mogelijke verdachten op GeenStijl verschenen, was een verdachte één van de gebeten honden. Alleen werd toen de verkeerde persoon, die er niets mee te maken had, lastiggevallen met dreigtelefoontjes.
Dit voorval toont haarfijn aan waarom wij een justitieel apparaat hebben: zodat verdachten van een misdrijf niet publiekelijk worden veroordeeld (het middeleeuwse schavot is immers allang niet meer) en zodat wij, de boze menigte, niet in al onze woede per ongeluk de verkeerde persoon kielhalen. De waarborgen die ons rechtssysteem kent, waarvan het recht op privacy er één is, zijn er juist om dit soort fouten te voorkómen.
En nee, de privacy van deze jongens is niet belangrijker dan hun aanhouding.
Zoals gezegd kan een privacyinbreuk onder omstandigheden gerechtvaardigd zijn om een misdrijf op te lossen. Maar het is juist in het belang van ons, als maatschappij, dat ook de privacy van deze jongens tot op zekere hoogte beschermd wordt.
Zodat wij, als maatschappij, op een adequate manier kunnen reageren op dit soort wangedrag. Zodat wij onszelf boven dit soort wangedrag kunnen plaatsen en op ondubbelzinnige wijze kunnen straffen.
Juist door criminelen rechten te geven, tonen wij aan geen maatschappij te zijn van wraaklustige barbaren die het recht in eigen hand nemen, maar van beschaafde, rechtvaardige mensen die in staat is de collectieve woede om dit soort daden te kanaliseren.
Want gestraft moeten ze worden, dat staat buiten kijf. Alleen laten we dat op een hedendaagse manier doen, en niet op een middeleeuwse.
Steve Bertens heeft een master strafrecht en een master privaatrecht.