Kindsoldaten kunnen niet. Daarom zijn er VN Conventies (1989) en Protocollen (2000-2002) die de leeftijd waarop mensen voor krijgshandelingen mogen worden ingezet op vijftien jaar stellen, met een streven naar achttien jaar. Afgaande op een rapport van www.childsoldiersglobalreport.org uit 2008, zijn er echter honderdduizenden kinderen onder de vijftien jaar al dan niet gedwongen onder de wapens. Zelf hebben ‘wij’ westerlingen er een rijke geschiedenis in. Met name op zee, waar in Nederland jongelingen als kruitlopers tot in de negentiende eeuw een essentiële rol vervulden aan boord van oorlogsschepen.
Veel over kruitlopers is er niet te vinden, maar zoek in het Engels op powder monkey en de oogst wordt rijker. Ongeacht de taal, het gaat om jongens vanaf een jaar of tien die het kruit voor de kanons vanuit de kruitkamers onderin het schip naar de stukken op de kanondekken droegen. Volgens sommigen een van de vijf gevaarlijkste oorlogswerkzaamheden ooit. Dit, naast aan land de trommels laten roffelen voor de troep uit, zoals de achtjarige Avery Brown deed gedurende de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865).
Soms ging het om jochies op zoek naar avontuur, soms om op straat geronselde (zwerf)kinderen, en soms waren het zonen van koninginnen die aanmonsterden voor ze zich hoefden te scheren. Prins Albert, de tweede zoon van koningin Victoria, was veertien jaar oud toen hij in 1860 midshipman werd aan boord van het fregat HMS Euryalus. De latere admiraal Nelson begon zijn varende carrière als knul van twaalf jaar nog iets jonger. Op zijn vlaggenschip HMS Victory (104 stukken) vervulden tachtig tot negentig man de taak van powder monkey, waaronder 34 ‘boys’ van twaalf tot negentien jaar oud. Sommige kruitlopers gebruikten dus wel al scheercrème.
Bij de Britse (en Amerikaanse) marine werd je als jeugdige onderverdeeld in ‘Boys’ der Derde-, Tweede- of Eerste Klasse. Een dertienjarige Amerikaanse jongen die in 1927 zelf tijdens gevechten op Yangtze rivier bij Nanking met munitie begon te sjouwen aan boord van de destroyer USS Noa (DD-343) was wellicht de laatste minderjarige powder monkey.
‘Powder Monkey’ van de Franse schilder Louis-Philippe Crépin (1772–1851). (foto: wiki)
De kruitlopers waren niet altijd jongens. Soms waren het vrouwen. Al dan niet aangemonsterd of geronseld ter verpoozing ende vermaeck, want de kleine gaatjes onderin hiervoor gerekruteerde peg boys of misbruikte powder monkeys waren natuurlijk maar surrogaat voor echte kerels.
Nancy Perriam scheepte zich niet ter vermaeck in. Haar verhaal is zowel typerend als opvallend. Ze volgde zoals wel meer marinevrouwen haar man aan boord en verrichtte er (andere) vrouwdingen zoals kledingherstel. Perriams dappere gesleep met kruit tijdens gevechten, waaronder de Slag bij Cape St. Vincent in 1795, leverde haar samen met getoonde verpleegkundige kwaliteiten zelfs een marinepensioen op van £10 per jaar, waar ze tot haar 93e van genoot.
Als vrouw in krijgsdienst je pensioen verdienen in tijden dat je niet voor vol werd aangezien is ook het verhaal van Christian Davies (1667 – 1739) aka Kit Cavanagh aka Mother Ross. Zij diende noch als powder boy, noch ter verpoozing, ook al zocht ze een man. Meer precies, haar eigen man. Om hem te vinden ‘werd’ ze er een, en deed zich voor als een hij. Zo werd ze een infanterist en later een dragonder. Na dertien jaar zoeken vond ze haar kerel eindelijk. In de armen van een Nederlandse prostituee. Desalniettemin bleef ze hem trouw. Net als haar regiment, waar ze nu samen met haar teruggevonden ‘broer’ in bleven dienen. Wiki heeft haar kleurige verhaal.
Terug naar de kruitlopers. In Nederland blijven ze de vergetelheid bespaard dankzij onder meer de edu-actieve activiteiten van www.dedelft.nl waar ze ‘Doe-taken’ hebben voor leerlingen van 6 tot 16 jaar in: ‘Een confrontatie met “ellebogenstoom”, discipline, vindingrijkheid en ambachtelijke vakkennis’.
(Titelfoto: wiki -‘powder monkey’ aan boord van de U.S.S New Hampshire te Charleston, South Carolina circa 1864)