Nog nooit maakte een lafhartige mishandeling in Eindhoven zoveel tongen los op social media in het algemeen en twitter in het bijzonder, als in de afgelopen week. Alleen al de door de titel van deze blogpost wist u welk voorval beschreven zou worden.
Voor social media watchers en communicatiespecialisten is het fascinerend om te zien hoe het nieuws zich als een olievlek door het land verspreidde. Jan met de pet of BN-er, vrijwel iedereen deelde de beelden en sprak zijn afschuw uit.
De actie van Politie Brabant Zuid-Oost om de bewakingsbeeldenbeelden vrij te geven heeft zijn doel niet gemist. De volgende dag al hadden de eerste twee van de acht daders zich gemeld op het politiebureau.
Nog een dag later verscheen er een nieuwe foto online, waardoor voor het publiek het nog eenvoudiger was om de daders te identificeren. Als een raket werkelijk werden de namen bij de gezichten van de zogeheten #hoofdschoppers geplakt, waardoor het nu voor de politie een koud kunstje is de helden aan te houden.
De hamvraag is nu: Is twitter de nieuwe opsporing verzocht?
Het antwoord hierop is minder eenvoudig dan in eerste instantie lijkt.
Dat die kerels aan de publieke schandpaal worden genageld en er een online klopjacht op ze is ontstaan is op zich te billijken. Hadden ze van te voren maar moeten nadenken, nietwaar?
Sterker nog. het is niets nieuws onder de zon, want de schandpaal (Middeleeuwen) en het blok (Bijbelse tijden) zijn bekende en effectieve strafmaatregelen uit het verleden.
Aan de andere werkt twitter zo snel, dat de massa op de zaken vooruit loopt en het voor de wettelijk bevoegde instanties niet meer bij te benen is. Het recht wordt in eigen hand genomen en er worden fouten gemaakt, zoals voor de man die dezelfde naam heeft als een van de verdachten, Tom Kantelberg. Hij is bedreigd en verketterd, terwijl hij totaal niets met de zaak van doen heeft. Wie krijgt daar de schuld van? Tom zit intussen wel met de gebakken peren.
Daarnaast zullen de acht daders hun leven lang achtervolgd worden door deze mishandeling. Eigen schuld dikke bult misschien, maar dat is toch wezenlijk anders dan bij een non-social media dossier.
Het publiek wil graag naar een meer Amerikaanse vorm van verdachten aanpakken, maar in Nederland kennen we vooralsnog een strenge privacywetgeving. De stoelpotenzagers bij GeenStijl stellen deze wet flink aan de kaak door foto’s en namen van de verdachten te publiceren, maar zijn slim genoeg om verder niet rechtstreeks tot opruiing op te roepen. Dat doen de lezers van Geenstijl wel voor ze.
Als de beelden duidelijk zijn, dan zijn het zeker toch daders, geen verdachten? Een interessante stelling.
De roep om verandering komt echter niet alleen uit de hoek van de populaire weblog, ook de Eindhovense burgemeester Rob van Gijzel, stelde dat het veel te lang heeft geduurd voordat de beelden vrij zijn gegeven. De mishandeling vond immers plaats op 4 januari 2013 en de uitzending van Omroep Brabant op 21 januari.
Het OM is uiterst tevreden dat social media ervoor heeft gezorgd dat de verdachten zijn opgespoord, maar waarschuwt duidelijk dat mensen niet het recht in eigen hand moeten nemen door een heksenjacht te beginnen. Het is gelukkig nog niet voorgekomen, maar het zou zo maar kunnen dat bij een volgende zaak een van de verdachten een lesje geleerd krijgt van de wraaklustige meute. De gevolgen zouden niet te overzien zijn.
Het is heel duidelijk dat de beleidsmakers in Nederland ernstig zoekende zijn hoe om te gaan met het veranderde speelveld dankzij social media.
Jan Willem Alphenaar schreef eerder een blog getiteld: “De massa is medogenloos. Het snelrecht van social media.” De moeite waard om te lezen.
Hoe het ook zij social media is deel van ons leven en het is here to stay. De politie begrijpt dat maar al te goed en ons land kent dan ook al honderden twitterende brigadiers. Menig misdrijf is dankzij twitter opgelost.
Social media als opsporing verzocht is dus niet zonder gevaren. Er is echter een perfecte oplossing. De snelheid van twitter én het beschermen van de privacy. Het is niet geheel nieuw, want we hebben iets soortgelijks al gezien bij ProjectX in Haren, maar wel beter gedefinieerd.
Op de bewakingsbeelden in Eindhoven, zijn weliswaar de gezichten van de geweldplegers onherkenbaar gemaakt, maar de politie had zelf ook wel kunnen voorspellen dat door de context van de beelden, zoals de grootte van de groep, opvallende kleding, drukke straat etc., de daders snel gevonden zouden worden. Helemaal door de ervaringen die er al zijn met social media.
Als de politie de politie de daders in hun geheel onherkenbaar had gemaakt, dan hadden we waarschijnlijk een hele andere situatie gekregen.
Volledig onherkenbaar? Waarom zou dat helpen?
Door daders in eerste instantie volledig onherkenbaar in beeld te brengen, ontstaat er een interessante situatie. Als de politie bovendien erbij vermeldt dat de verdachten zich nu kunnen melden op het politiebureau, begint het balletje te rollen. Uiteraard is deze oproep niet onvoorwaardelijk, want als de politie aan de beelden een tijdsultimatum van 1 week verbindt, krijgen bepaalde personen het erg warm. Dit is fase 1. Als fase 1 is gepasseerd zonder resultaat, dan kan de politie na één week alsnog de beelden ongecensureerd laten uitzenden. Fase 2.
Zowel in fase 1 als fase 2 zal twitter zijn werk doen. In fase 1 zullen alleen de daders zelf zich herkennen aangevuld met hele goede bekenden van hen. Gezien de precedenten die we op social media met deze mishandeling in Eindhoven en de opsporing van de relschoppers bij Project X hebben gehad, kan het niet anders dan dat het gros van de verdachten zich als de wiedeweerga begeeft richting het politiebureau.
Het fijne van dit concept is dat ook de daders die zelfs in fase twee niet zouden zijn gepakt, zich vanwege de angst ‘uit zichzelf’ al in fase 1 zullen aangeven. En daarbij, de politie hoeft niet eerst drie weken lang tijd, mankracht en energie te verspillen om het zelf op te lossen. Ze gebruiken gewoon de krachtigste tool van dit moment ten volle: twitter.
Hoe mooi is dat? Krijgt Burgemeester van Gijzel toch nog zijn zin. En belangrijker: het slachtoffer en zijn familie krijgen eerder gerechtigheid.
Het zou de standaard moeten worden om slimmer social media in te zetten.