In 2011 voerde Low Vertical mijn eindejaarslijst aan. Zo onder de indruk was – en ben – ik van het debuut I Saw A Landscape Once op het Belgische kwaliteitslabel ZealRecords. Oogstende uit de indietronic, indierock, slowcore en zelfs emocore voor de arrangementen, bevatte vrijwel elk nummer een verrassende wending. Zo verrassend en overtuigend dat ik bij de eerste keer beluisteren van dat debuut er van overtuigt was dat ik op een nieuwe Belgische superhit zat, de volgende dEus zo gezegd, in lijn met de wijze waarop NME elke nieuwe kleine Britse band met een marginale hit op de cover pleurt en omdoopt tot The New Beatles of de redding van de rock ‘n’ roll.
Maar goed, ik ben niet de NME en mijn enthousiasme over een plaat of een band ten spijt, zal dat geen cover op – nog steeds – een van de meest invloedrijke muziek magazines van de wereld opleveren. I Saw A Landscape Once had geen Suds & Soda, en binnen Nederland was er – buiten een enkele sessie bij 3voor12 en een verdwaalde recensie – geen aandacht voor deze Belgen. De verrassing van het debuut veranderde daarom bij mij naar vol verwachting wachten op de tweede. Met We Are Giants is dat wachten dan eindelijk voorbij en wordt de belofte van het debuut volledig ingewilligd.
De wendingen – soms tegen het absurde aan op het debuut – zijn op We Are Giants genuanceerder. Geen breuken zoals in PlanetMinusMonkey, waar de band halverwege het nummer met een piano tussen de benen van de trap af lijkt te vallen en geen rauwe posthardcore riffs die plotsklaps uit de hoge hoed worden getoverd na een minimale opbouw van elektronica; de spanning zit hem deze maal in de details. Details en verfijning die ook mogelijk zijn gemaakt door een zeer heldere productie (wederom in de handen van Wout Vlaeminck die ook het debuut van Raketkanon produceerde). Vergeleken met We Are Giants lijkt I Saw A Landscape Once zelfs een beetje gruizig, terwijl deze al niet te klagen had aan helderheid in geluid.
Zo is Epic Slaughter, hoewel de titel anders impliceert, een klein achterste voren gespeeld melodietje, dat slechts met kleine verschuivingen in die melodie naar een einde opbouwt. Steeds iets groter, steeds met iets meer dreiging om vervolgens – op de ontlading – soepel over te lopen in de afsluiter van de plaat, Noa. Bouwend op details, een haast onhoorbare echo op de zang, elektronische ruis die steeds meer toeneemt, een constante hartslag in de achtergrond en steeds net iets meer pathos in de enkele zin die wordt herhaald. Of je wilt of niet, je wordt mee getrokken in de bombastisch kleine maar hypnotiserende spiraal.
Low Vertical leunt hier meer op de glitch, IDM en minimal techno om de popliedjes op te bouwen. Een geluid waardoor een referentie met het Duitse The Notwist al snel wordt gelegd, maar ook met Radiohead in de elektronische momenten. Dat laatste niet op de laatste plaats door de vocalen die ergens ergens tussen het tragische van Ben Christophers en Thom Yorke en de drogere stem van Tom Barman in hangen. Met de Belg deelt het trio overigens ook de experimentele zijde; Low Vertical maakt – gelijk dEus – pop met een catch. Een onderliggende tegendraadsheid die niet altijd meteen opvalt, maar er wel degelijk voortdurend onder ligt, even als een dreiging. Zelfs als het drietal luchtig klinkt, zoals in Sun Sun, een technopopdiscohit in een mix tussen Air en Daft Punk, liggen er ergens aan de horizon donkere wolken die al snel de zonnestralen zullen onderbreken.
Hier had ik een film van boven besproken nummer willen zetten, maar dan wordt BUMA/STEMRA boos.
Maar de Belgen zijn op hun sterkst wanneer die dreiging niet een beetje op de achtergrond sluimert, maar vol op de voorgrond ligt. Het onderkoelde Sensei dat traag alle kleur uit de kamer spoelt of het eerder omschreven Epic Slaughter, nummers die met kleine middelen en kleine verschuivingen in de bleeps en blops of net niet irriterende synthesizer partijen de aandacht geheel naar zich toe trekken. Het zijn geen radiohits, maar als je je zelf even helemaal wil verliezen in een onduidbare emotionele leegte, zijn het de nummers om de warmte van eenzaamheid in te vinden.