Band: Tomahawk
Album: Oddfellows
Label: Ipecac Records
Releasedatum: 29 januari 2013
Dat gitarist Duane Denison (The Jesus Lizard) en zanger Mike Patton (o.m. Faith No More) een geheel eigen kijk hebben op muziek maken, dat is redelijk bekend. Hun uitspattingen zijn namelijk negen van de tien keer van het type (een beetje) vreemd maar wel lekker. Het vierde album van hun band Tomahawk heet dan ook heel toepasselijk Oddfellows. Eens kijken welke kant dit op gaat…
Laten we gelijk met de deur in huis vallen: Jezus, Duane! Mike! Waar komen jullie nu weer mee aanzetten!? Net als op voorganger Anonymous, een plaat die geïnspireerd was door muziek van de Indianen, wordt wederom voor een eigen weg gekozen. Het eindproduct is het best te omschrijven als een rockplaat met een mysterieuze ondertoon waarbij invloeden worden gehanteerd uit de muziekgeschiedenis van pak hem beet 1950/60 tot heden. Een plaat van deze soort brengt een breed scala aan invloeden met zich mee maar dat komt de consistentie nou niet bepaald ten goede. Oddfellows is dus typisch zo’n werk waarvan je niet weet wat je er van moet denken als je hem de eerste keer geluisterd hebt. Ondergetekende, Tomahawk/Patton fan sedert 2001, wist na meerdere luisterbeurten nog steeds niet helemaal hoe hij zijn vinger erop moest leggen. Elk nummer klinkt anders maar maakt dit Oddfellows? Nee, zeker niet.
Wat voorgeschoteld wordt zijn liedjes van een minuut of drie met een kop en een staart waarin – met dat pallet van verschillende stijlen – heel wild maar ook subtiel met de muzikale penselen gemept wordt. In I.O.U. is een drumcomputer en een vleugel van stal gehaald om een kalme, mysterieuze sound neer te zetten om vervolgens in een soort rock- en gospelorgie uit te barsten dat herinneringen oproept aan het slotstuk van Faith No More’s King for a Day, Fool For a Lifetime. En net als je een beetje meegesleurd wordt stuwt het kwartet het nummer, heel erg des Tomahawks, in een andere richting. Dat trucje wordt in Rise Up Dirty Waters nog eens vakkundig overgedaan met jazz drumwerk en een up tempo passage die aan Mr Bungle’s California herinnert.
Aan de andere kant van de medaille hebben we een kort, snel en ook erg punk klinkend nummer als Typhoon of het heerlijk rockende Stone Letter en White Hats/Black Hats waarin Mike Patton ouderwets de longen uit z’n lijf zingt en schreeuwt. Opvallend is ook dat er behoorlijk veel koortjes gebruikt zijn. Het vult de nummers zoals A Thousand Waters mooi op maar draagt ook in grote mate bij aan de eigenzinnigheid die Tomahawk al sinds haar oprichting kenmerkt. Simpelweg omdat je dergelijke partijen op plaatsen tegenkomt waar je ze niet verwacht. Soms is het echt Beach Boys galore! En dan hebben we de sterke refreinen in bijvoorbeeld Waratorium, South Paw en het eerder genoemde White Hats/Black Hats nog niet eens besproken.
Oddfellows herbergt een hoop sterke nummers die zeer uiteenlopen qua stijl. Hoewel er in muzikale zin weinig op valt aan te merken krijg je vaak het idee dat je niet naar hetzelfde album zit te luisteren. Als geheel had er dus meer in kunnen zitten en in deze zin is Oddfellows een van de mindere goden uit het oeuvre. Maar goed, deze aanpak kan ook gezien worden als een nieuwe variant van de “wij-sturen-u-het-bos-in-methodologie” die deze rare jongens – en dat zijn ze! – altijd zo succesvol hebben toegepast.
P.S. Patton-o-fielen die menen dat ik Z.K.H. Mike Patton en zijn consorten geschoffeerd heb mogen hun beklag doen in de comments.
Tarik el Fehmi is muziekliefhebber en dus ook Patton-o-fiel.