Toen ik bijna twee jaar terug Koo Koekoek mocht opvolgen als voorzitter van de Scheidsrechters Vereniging Amsterdam (SVA), was ik met die benoeming door de leden zeer vereerd. De vereniging waarvan ik inmiddels zo’n twintig jaar lid ben, had mij uitverkoren om in de voetsporen te treden van iemand die zich 25 jaar lang als voorzitter onnoemelijk grote verdiensten had verworven. De SVA is een sympathieke en nuttige vereniging, die dit jaar haar 90-jarig jubileum viert.
Mijn ambtsperiode werd gekenmerkt door een aantal aangrijpende gebeurtenissen, waaronder het overlijden van een paar zeer gewaardeerde vrijwilligers van de vereniging en het verschrikkelijke incident rond de persoon van Richard Nieuwenhuizen. Met name dat laatste geval heeft enorm veel losgemaakt in de samenleving en ook ik, als voorzitter van de SVA, moest meerdere media-optredens verzorgen.
Naar mijn mening – die door vrijwel iedereen wordt gedeeld – ben ik in mijn optredens als voorzitter van de SVA altijd onberispelijk geweest.
Als privé-persoon ben ik zeer actief op de zogeheten social media. Met name Facebook wordt door mij al jaren ingezet als instrument van communicatie. Daarbij bedien ik mij graag van satire, ironie en spitse humor.
Niet iedereen kan dat waarderen en dat hoeft ook allerminst. Helaas zijn er mensen die vervolgens menen om de op Facebook soms hoog oplopende discussies en conflicten ook buiten dat medium te moeten uitdragen. Minimaal één van hen heeft zich daarom beklaagd bij de KNVB over de wijze waarop ik mij op de social media manifesteer.
Als gevolg daarvan plofte er op dinsdag 22 januari 2013 een in een email vervatte brief van de KNVB op mijn virtuele deurmat.
Zonder het principe van hoor en wederhoor toe te passen en zonder zich af te vragen hoe mijn uitingen op Facebook precies moeten worden geduid, heeft de KNVB mij onmiddellijk gesommeerd mijn gedrag aan te passen aan de normen en waarden van de voetbalbond, hoewel er in mijn meer dan 30 jaar lidmaatschap van de KNVB nog nooit eerder klachten over mij waren geuit. Ook toen ik circa 7 jaar KNVB-scheidsrechter was en zo’n vier jaar bestuurslid van de Scheidsrechters Vereniging Amsterdam is er nooit een klacht over mij binnengekomen.
Ik was en ben over dit gedrag van de KNVB zeer ontstemd. Want niet alleen ging de brief naar mij persoonlijk, maar tevens in kopie naar het bestuur van de SVA. Daardoor heeft mijn reputatie alleen al onder mijn mede-bestuursleden onnodig ernstige schade geleden.
In het gesprek dat ik op dinsdag 29 januari 2013 had met de heren Van Praag en Fransen van de KNVB, bleek men niet bereid openlijk te erkennen dat een dergelijk optreden tegen een individueel KNVB-lid geen pas geeft. Van alles wat er in de voorbije dagen gebeurd is, is dat nog wel wat mij het meeste grieft: dat ik door een organisatie waarvan ik meer dan 30 jaar een lid was van onbesproken gedrag, volkomen ten onrechte opeens word weggezet als een onfatsoenlijke racist.
Ik heb besloten om de opzegging van mijn lidmaatschap van de KNVB derhalve te handhaven.
De SVA is aangewezen op een goede verstandhouding met de KNVB. Het zou niet correct zijn als die vereniging wordt geleid door iemand die een met de KNVB zeer vertroebelde verhouding heeft.
Om die reden heb ik besloten om per heden mijn voorzitterschap van de SVA neer te leggen, zodat de vereniging niet langer wordt belast met de discussie rond mijn persoon.
De gevolgen voor mij prive zijn verstrékkend en toe te schrijven aan mensen die willens en wetens derden willen inzetten om hun op Facebook opgelopen frustraties glad te strijken en aan een organisatie, in casu de KNVB, die dat soort mensen kennelijk maar al te graag terwille is. Dat op die manier mensen worden beschadigd wier motieven boven ieder morele twijfel zijn verheven, is zeer bedenkelijk en een potentieel gevaarlijke ontwikkeling in onze maatschappij, waar vrijheid van meningsuiting een in de grondwet verankerd recht is.
Ik had de SVA een prettiger start van het jubileumjaar toegewenst en ik betreur het, dat dit haar mede door toedoen van de KNVB niet is gegund.
Hans van der Liet