Help, opera!

01-02-2013 12:00



Om de destijds oppermachtige katholieke kerk genadeloos hard in het kruis te trappen, moest je in 1867 een stevig paar kloten hebben. Verdi had stevige kloten. Tijdens het knotsgekke pontificaat van de antisemitische paljas Pius IX legde hij, met zijn beladen opera Don Carlos, het religieuze instituut onbarmhartig op de pijnbank, door zonder scrupules op brute wijze in de toen meest heftig bloedende wond van de kerk te roeren.

Macabere martelbrigade

De zestiende-eeuwse Spaanse Inquisitie stond in de tweede helft van de negentiende eeuw te boek als de zwartste bladzijde uit de verderfelijke historie van de katholieke kerk. Verdi, toch al geen fervent fan van het katholicisme, vond het tijd om het eens open en bloot, in de vorm van een Franstalige opera, over die macabere martelbrigade te hebben. De Wereldtentoonstelling van Parijs leek hem wel een aardig moment en reken maar dat het tijdens die première van Don Carlos de moord stikte van veelal katholiek gezinde notabelen, waaronder leden van het nog immer vooraanstaande vorstenhuis Bourbon.

De opera handelt over de onbesuisde troonopvolger Don Carlos, die tevergeefs tracht de tirannieke macht van de Inquisitie te breken en bij zijn vader, koning Filips II, voortdurend vurig pleit voor een versoepeling van de vrijheid van Godsdienst. De diplomatieke markies van Posa staat hem daarin bij. Beide hoge heren zijn een doorn in het oog van de stekeblinde Grootinquisiteur; door Verdi neergezet als een tachtigjarige bejaarde die, ondanks zijn fysieke mankementen, helder genoeg van geest is om de religieuze touwtjes van het Spaanse rijk nog stevig in handen te houden.

Waarachtige sleutelscène

De waarachtige sleutelscène in Don Carlos is het huiveringwekkende duet tussen de zojuist beschreven Grootinquisiteur en de Spaanse koning Filips II in het vierde bedrijf, de opera telt er vijf, en de muziek die Verdi er voor componeerde behoort tot de meest duistere maten uit zijn complete oeuvre. Het is een bloedstollende op muziek gezette dialoog tussen een trotse majesteit en een nog trotsere kerkleider.

Het gesprek start met een peinzende Filips II, die de Grootinquisiteur in alle eerlijkheid opbiecht in zijn maag te zitten met zijn Godsdienstvrijheid predikende zoon Don Carlos (in het videofragment vanaf 1:09). De strenge kerkrechter wil weten wat de koning van plan is met zijn zoon en de monarch antwoordt hem absolutie te verlenen, daar een troonopvolger geen doodstraf verdient. De Grootinquisiteur protesteert door te stellen dat God de Vader, om de wereld te redden, zijn Zoon ook heeft opgeofferd (in het videofragment op 2:24).

Wat Filips II betreft zijn de twee uitgepraat, maar de katholieke kreupele grijpt de gelegenheid aan om stevig van wal te steken over een intrigant aan het Spaanse hof (vanaf 3:48): de markies van Posa mag dan wel vriend en vertrouweling zijn van zowel de koning als ook van de troonopvolger, hij is bovenal een edelman die middels stille diplomatie tracht om die vermaledijde Godsdienstvrijheid te verwezenlijken en dient daarom uitgeleverd te worden aan en berecht te worden door de Inquisitie. Filips II is echter niet van zins om dat verzoek te honoreren (op 6:43), maar daarop briest de religieuze opperrechter dat de monarch in dat geval morgen zélf voor het hoogste kerkelijke tribunaal mag verschijnen. Voor die druk zwicht de majesteit en concludeert (op 9:03) dat de wil van de koning ondergeschikt is aan de wil van de kerk. Daarmee is de dood van de markies van Posa gevonnist.

spijkerhard nagelen

Deze inktzwarte en zwartgallige scène sloeg destijds in als een regelrechte bom. Men kende Verdi tot dan toe als een vaderlandslievende en eigenzinnige componist, die weliswaar weinig met het katholicisme ophad, maar niemand kon bevroeden dat hij het instituut katholieke kerk zó spijkerhard publiekelijk aan de schandpaal durfde te nagelen.

In Help, opera! schept operakenner Jochem Rietjens orde in de chaos van de wonderlijke wereld die opera heet en logenstraft daarbij meteen de erudiete snobs die er de mond vol van hebben, maar amper behept zijn met enige kennis over het genre.