Politiek

Zes reden waarom socialmedia monitoring door Europa zal falen

04-02-2013 16:52

Grote consternatie dit weekend in Groot-Brittannië. The Telegraph heeft vernomen dat de Europese Commissie sociale media gaat monitoren. Op sociale media wordt door eurosceptici namelijk veel negatiefs over Europa gezegd en daarom gaan EU-ambtenaren daarop reageren met feiten. Ze doen dit niet onder de naam van de Europese Commissie. Dit zou een manier zijn om de beeldvorming te verbeteren en eurosceptici de wind uit de zeilen te nemen. GeenStijl dook bovenop dit nieuws en BNR maakte er een item over.

De EU wil dit programma opzetten in de aanloop naar de Europese verkiezingen van 2014. De kernvraag is: moeten we ons zorgen maken over deze anonieme EU-propaganda? Er zijn zes redenen om hard om dit plan te lachen.

1. Investering

De Europese Unie investeert twee miljoen euro in sociale mediamonitoring. Er zijn al voorlichtingsbureaus en informatiestands bij bibliotheken, er is een enorme website, een online vragenservice, een Europees voorlichtingsapparaat wat het werk van journalisten vergemakkelijkt en ga zo maar door. In 2013 is er meer dan 100 miljoen euro begroot voor het DG Communicatie van de Europese Commissie. Sociale mediamonitoring maakt dus minder dan 2% van die begroting uit.

2. Adviseurs

Is twee miljoen euro een reëel bedrag om de publieke opinie te beïnvloeden? Laten we aannemen dat een communicatieadviseur die dit werk moet uitvoeren 50.000 euro per jaar kost. In dat geval kunnen we 40 adviseurs betalen over in totaal 27 lidstaten. Aangezien Nederland een kleine lidstaat is, betekent dit dat er in Nederland waarschijnlijk minder dan één adviseur werkzaam zal zijn. Zou deze persoon in staat zijn alle online reacties over Europa te monitoren en te becommentariëren?

3. Kiezers

Het gaat de EU om het overtuigen van eurosceptische kiezers. Laten we ons beperken tot de PVV. Bij 13 miljoen stemgerechtigden en een opkomst van 37% met een gelijke uitslag voor de PVV van 17% zijn dit rond de 800.000 PVV-stemmers. Zij moeten alleen worden overtuigd. Men kan zeggen: de communicatieadviseur hoeft alleen de ‘influentials’ bereiken, maar de vraag is natuurlijk waar die zich bevinden en hoe je die herkent. Niemand weet dat.

4. Discussies

De vraag is vervolgens wie er online aanwezig zijn op politieke fora en of je op die manier veel mensen kunt bereiken. Allerlei onderzoeken laten zien dat reacties onder blogs worden gedomineerd door een relatief kleine groep reageerders. De meeste lezers reageren nooit, sommigen soms en een enkeling altijd. Voor de meeste lezers gaat het om de blogs en niet om de reacties. Het bereik via reacties is per definitie beperkt, ook als de website supergoed wordt bezocht.

5. Feiten

De Europese Commissie suggereert dat burgers door meer feitenkennis positiever oordelen over de EU. Als bewezen is dat we vrede en welvaart aan Brussel te danken hebben, moeten burgers dit alleen te weten komen en dan zullen ze geen PVV stemmen. Maar het probleem is dat dit niet is bewezen en dat het bij Europa vooral om het gevoel van burgers gaat dat je niet meer de baas bent in je eigen land en dat je controle verliest. Daar helpen rationele argumenten niet tegen.

6. Succes in het verleden

Maar het beste argument tegen het plan komt van GroenLinks. In augustus vorig jaar stond in NRC Next een modieus verhaal over haar innovatieve campagnevoering. Studenten zouden zich op fora in discussies mengen en zo het perspectief van GroenLinks naar voren brengen. En dit zonder te zeggen dat GroenLinks ze had ingehuurd. Uiteindelijk moest modieus Nederland toekijken hoe GroenLinks de verkiezingen verloor. Misschien had GroenLinks eerst even moeten uitdenken wat het potentiële effect van haar strategie kon zijn? En zou de Europese Commissie dat niet ook eens moeten doen?

Chris Aalberts is auteur van Achter de PVV en Veel gekwetter, weinig wol