Foodgeek Anna bespreekt iedere week een vreemd ingrediënt. Wat doet het, en belangrijker: wat maak je ermee? Deze week: gember.
Ik hou van gember. Het lelijke knolletje doet al tijden dienst in mijn antigriepsoep en verkoudheidsthee. Het is een van de weinige huis-tuin-en-keuken medicijnen waar ik echt vertrouwen in heb. Het werkt direct tegen misselijkheid en die scherpe sensatie van de gember verjaagt de ergste keelpijn. In de strijd tegen talloze aandoeningen schijn je gember te kunnen gebruiken.
Maar het is niet alleen geneeskracht waar mijn liefde op is gebaseerd. Gember is ook nog eens een onmisbaar kruid in de keuken. Het werkt zowel in de hoofdmaaltijd als in zoete nagerechten en gebak. Het beste is om rauwe geraspte gemberwortel te gebruiken. Dit is het smaakvolst en brengt al die gezondheidsvoordelen mee. Soms is het echter gemakkelijker om bewerkte gember te gebruiken zoals stemgember. Deze bolletjes gember op siroop zitten bijvoorbeeld in het gemberdeeg van de gingerbreadman die men rond de kerst bakt en soms zelfs voorziet van een heel gemberkoekhuis.
Ook gembersiroop is een handig middel om allerlei gerechten mee op te leuken. Mijn noedelsoep kan niet zonder, en het zit ook in veel wokgerechten die onder mijn toezicht op tafel verschijnen. Op een pannenkoek of in de thee is het echt een geweldige toevoeging. Mijn gemberhart brak dan ook toen ik tot de volgende conclusie kwam: gembersiroop in de supermarkt is troep. Niks meer dan een boel overgeraffineerde suiker met een zwak, wee gembersmaakje. Die in de biowinkel is gemaakt van rietsuiker en doet het al een stuk beter, maar in mijn keuken is deze week gebleken dat er niets gaat boven zelfgemaakt.
Mijn eerste zelfgemaakte gembersiroop heb ik gebruikt om ginger beer mee te maken. Met dit (alcoholvrije) frisdrankje veroverde gember pas echt een plek in mijn leven. Deze extra gemberige variant van ginger ale, is eigenlijk de enige frisdrank die ik de moeite (en calorieën!) waard vind. Vanwege het branden in de keel vind ik het een goed alternatief voor whisky op een alcoholvrije avond of ochtend. In Engeland is het populair en goed verkrijgbaar van diverse merken.
Mijn favoriet is die van Fentimans, een authentiek aandoend merk dat ginger beer in twee gradaties pittigheid maakt. Niet te zoet en met een flinke gemberkick. Gelukkig wonen we niet in Engeland en moeten we dus zelf siroop maken om frisdrank van te brouwen.
Om gembersiroop te maken heb je in ieder geval een leeg flesje nodig voor de siroop en het liefst een trechter om het erin te krijgen. Als je geen trechter hebt, kun je bijvoorbeeld een smeltpannetje of een maatbeker met een schenktuitje gebruiken.
Zet een pannetje klaar en doe er evenveel water als suiker in. Ikzelf heb een kopje water, een half kopje oerzoet/sucanat en een half kopje rietsuiker gebruikt. Je kunt ook gaan voor honing, agavesiroop, gewone suiker of ahornsiroop: als je zoetstof maar gelijk staat aan je water. Schil een flink stuk gember, ter grootte van twee duimen, en rasp fijn. Hoe verser de gember, hoe gemakkelijker te schillen en raspen. Haal het dus bij voorkeur op een (biologische) markt. Je kunt het ook in zo klein mogelijke stukjes snijden als je geen rasp hebt.
Meng de gember door het suikerwater en kook het op middelhoog vuur ±45 minuten tot het siroop is. Voeg een snuf zout en een flinke kneep citroensap toe. Laat de siroop gedeeltelijk afkoelen en schenk over in het bewaarflesje, laat het hierin zonder dop verder afkoelen. Sluit af en bewaar of maak er gingerbeer van. Hiervoor meng je de siroop met een fles spawater, extra citroen- of limoensap en misschien een scheutje appel- of perensap. De verhoudingen zijn heel erg afhankelijk van je smaak, dus meng met beleid en proef regelmatig.
Foodgeek Anna Curvers (twittert ook) neemt elke week een nieuw, eng, onbegrepen, hip of vreemd product uit het supermarkt- of natuurwinkelschap en zoekt uit wat ermee te doen.
Foto: Tahir mq