http://www.youtube.com/watch?v=0Tb4P2i98IY
Paffend plebs, anarchistisch geteisem en een hemeltergende feministe avant la lettre: dat waren nou niet bepaald uitgangspunten waar het publiek van de Opéra-Comique, een van de meest toonaangevende operagezelschappen van Parijs, in 1875 op zat te wachten. Men verwachtte een van warme klanken en een vleugje exotisme voorziene tranentrekker, maar kreeg met Carmen van Georges Bizet een inkijkje in de rauwe achterbuurten van Sevilla en een grillige partituur voor de kiezen.
Geen wonder dat de première, waarbij concullega Charles Gounod – nota bene een van zijn leermeesters – luidkeels scandeerde dat een specifieke aria van hem gejat was, uitdraaide op een fiasco. Muziekrecensent Léon Escudier beschreef de opera daags na de eerste voorstelling als ‘somber’ en ‘obscuur’. Criticaster Ernest Newman zei erover dat de toeschouwers ‘gechoqueerd raakten door het drastische realiteitsgehalte’.
De voortekenen lieten ook al een onheilspellend licht op deze productie schijnen. Zo is er erg lang gezocht naar een geschikte actrice annex zangeres om de titelrol te vertolken en moest de première uitgesteld worden, omdat er meer repetities nodig waren. Ook waren er op het allerhoogste niveau heftige discussies over het plot van de opera. Daarbij liepen de emoties dermate hoog op, dat de toenmalige directeur van de Salle Favart – waar Carmen in première ging -, Adolphe de Leuven, om een impasse te doorbreken, na een verbintenis van meer dan vijftig jaar zijn ontslag indiende. Hij was er namelijk pertinent op tegen dat de hoofdrolspeelster op het toneel vermoord zou worden en tegelijkertijd weigerde Bizet halsstarrig om ook maar iets aan zijn slotscène te veranderen.
Carmen handelt over een in een schorriemorrie sigarettenfabriek werkzame vrijgevochten zigeunerin, die in haar vrij te spenderen uurtjes met een illustere smokkelaarsbende optrekt. Ze is een vrouw die dondersgoed doorheeft dat de doorsnee Sevilliaan op haar geilt als klonten boter. Die kerels vindt ze allemaal niet zo interessant. Nee, Carmen zet haar zinnen op mannen die haar niet zien staan, zoals de Navarrees Don José; een soldaat die meer aandacht heeft voor de loop van zijn geweer dan voor het vrouwelijk schoon om hem heen.
Niettemin zwicht deze Bask voor de verleidingen van Carmen en zodra hij daadwerkelijk, na heel veel twijfels, toehapt, laat zij hem meteen vallen als een baksteen, om het vervolgens aan te leggen met de arrogante stierenvechter Escamillo. Daardoor ontstaat een fatale kortsluiting in de hersenpan van Don José, die met zijn keuze voor Carmen afscheid heeft genomen van huis en haard en noodgedwongen heeft moeten deserteren uit het leger. Berooid en totaal buiten zinnen vermoord hij Carmen, voor de ingang van de arena, exact op het moment dat haar toreador in diezelfde arena een stier de doodsteek geeft.
Carmen is een zogeheten opéra-comique. Dat wil niet zeggen dat het een komische opera is, maar dat zang en gesproken dialogen elkaar afwisselen. Het videofragment begint met een korte dialoog tussen Don José en Micaëla, een dorpsmeisje en jeugdliefde van de soldaat, waarin hij in een brief van zijn moeder leest dat die hoopt dat haar zoon met zijn jeugdliefde trouwt.
Dan komt Don José in een ordinaire straatruzie terecht, waarbij het hels krijsende vrouwelijk krapuul uit de sigarettenfabriek elkaar in de haren vliegt (in het videofragment vanaf 0:55): een ruzie tussen Carmen en Manuela heeft de fabrieksmeiden in twee kampen verdeeld en de toegesnelde soldaten moeten alle zeilen bijzetten om de vechtende meute tot kalmte te manen. Soldatenbaas Zuniga gebiedt Don José vervolgens in alle tumult om de twee oproerkraaiers, Manuela en Carmen, te gaan halen (in het fragment op 2:21), zodat hij in elk geval die bloedzuiger Carmen aan de tand kan voelen.
Zodra de rust enigszins is wedergekeerd, legt Carmen, op bevel van Zuniga, een verklaring af. Zij zet hem daarbij behoorlijk te kakken, door een tra-la-la-wijsje aan te heffen (vanaf 5:43), waarmee ze de lachers van haar aanhang op haar hand heeft. Voor Zuniga is het verder duidelijk: zet Carmen maar in het cachot. Hij gelast Don José (op 7:45) om haar naar het gevang te begeleiden. Een plek waar ze uiteindelijk nooit belandt, omdat ze de inmiddels toch wel een beetje verliefde Don José ervan overtuigt haar te laten ontsnappen.
De botheid en ruwheid van deze scène laat zien dat Bizet zijn tijd mijlenver vooruit was met zijn felrealistisch theaterdrama. Dat Carmen in tweede instantie een groot succes is geworden heeft de componist echter niet meer mee mogen maken: de depressieve kettingroker, wiens werk amper voor het voetlicht werd gebracht, stierf amper drie maanden na de première, op 36-jarige leeftijd, aan een hartinfarct. Al is daar geen onomstotelijk bewijs voor en sluit men suïcide ook niet voor honderd procent uit.
In ‘Help, opera!’ schept operakenner Jochem Rietjens orde in de chaos van de wonderlijke wereld die opera heet en logenstraft daarbij meteen de erudiete snobs die er de mond vol van hebben, maar amper behept zijn met enige kennis over het genre.