De ritmesectie en tweede gitarist van de Duits/Zwitserse progmetal band The Ocean besloten in 2010 dat hun schema nog niet vol genoeg was. Wat doe je dan? Nog een band oprichten (voor de lol!) en deze Coilguns noemen. Hun eerste album Commuters verschijnt op 25 februari en laat een hele goede indruk achter.
Band: Coilguns
Titel: Commuters
Label: Pelagic Records
Release: 25 februari 2013
Coilguns speelt een chaotische vorm van hardcore gecombineerd met technische metal. Verwacht dus hard maar gevarieerd gitaarwerk (waarbij gitarist Jonathan Nido de gitaar en bas tegelijk voor zijn rekening neemt) plus de nodige Moog synthesizers en een legertje gastmuzikanten om het geheel nog meer impact te geven. Opvallend in hun sound is de dynamiek tussen up- en mid-tempi en de afwezigheid van, zoals ze het zelf noemen, ‘the double foot-machine’.
Commuters is op de ouderwetse wijze vastgelegd: met uitzondering van de zang en een paar overdubs op synth en gitaar is vrijwel alles live opgenomen en dat geeft dit album veel rauwe energie. Daarnaast is het lastig om te horen waar de nummers beginnen en eindigen omdat alles zo mooi in elkaar over loopt, dit album is een grote stroom van geluid die je meesleurt. Opener Commuters part 1 is een heerlijk recht-toe-recht-aan liedje dat rond de klok van drie minuten de term spanning opbouwen bijna een nieuwe betekenis geeft. Althans, dat denk je want Commuters Part 2 is dan begonnen. Daarin bespeelt drummer Luc Hess subtiel z’n snaredrum waarover zanger Louis Jucker vol overtuiging een soort van spoken word neerzet aangezet met een paar naargeestig klinkende gitaarakkoorden. Vanaf daar wordt in alle rust door verschillende gastmuzikanten laagje op laagje gestapeld om uiteindelijk bij de climax uit te komen die de muziek van bands als deze kenmerkt. Dit trucje is al vaker gedaan maar het wordt hier wel heel goed uitgevoerd.
Halverwege de plaat wordt in Submarine Warfare Anthem de productie doodleuk op de schop genomen wat een soort van Pantera-achtige vuigheid tot gevolg heeft. Dergelijke bokkensprongen brengen grote risico’s met zich mee omdat het de algehele sound van de plaat op losse schroeven kan zetten maar het pakt goed uit. Het stoort niet en dit nummer profiteert eigenlijk alleen maar van deze toegevoegde bak hoorbare vuigheid. Verder loopt Commuters over van de uitspringers zoals het tweeluik Hypnograms/Machines Of Sleep dat, voor de liefhebber, bol staat van wat we voor de goede orde maar even ‘time signature fucks’ zullen noemen. En dan hebben we het snelle, zeer rock n roll klinkende Minkowski Manhattan Distance en het lang uitgesponnen, creapy klinkende Eartheans nog niet genoemd.
Er is een puntje van kritiek: de synthesizer stukken zijn vaak niet goed hoorbaar of herkenbaar door het gitaargeweld. In het laatste pre-studiorapport van dit album is te zien dat er synth bas wordt gespeeld maar deze is niet altijd als dusdanig herkenbaar, maar goed. The devil is in the detail zullen we maar zeggen. De boys gaan binnenkort weer op tour – data zijn nog niet bekend – en later dit jaar gaan ze live weer aan de slag met hun andere band The Ocean en het is te hopen dat bandleider Robin Staps ‘the mothafuckin’ Coilguns’ als support neer zet. Hun debuut is er een om mee thuis te komen. Ga ze dus vooral zien en horen.