Nederlandse slachterijen slachten een groot deel van de Nederlandse kip halal. Afgelopen weekend ontstond er grote rumoer rondom het bericht dat kip in Nederland halal geslacht wordt. Staatssecretaris Sharon Dijksma wordt na het reces naar de Kamer geroepen om opheldering te geven over de etikettering.
Dagblad Trouw ging op onderzoek uit en kwam tot de conclusie dat het allemaal onzin was. In ronkende toon liet Trouw de lezer in een soort opiniestuk weten dat er helemaal niets aan de hand is en dat slachterij Storteboom helemaal niet heeft beweerd halal te slachten.
Journalistiek integer als we zijn ging ThePostOnline opnieuw op zoek naar wederhoor. En dan nu de feiten:
De onduidelijkheid zit hem in het woord ‘onverdoofd’ bij het ‘onverdoofd halal slachten’. Een dier kan wat de halal- reglementen betreft onverdoofd worden geslacht en tegelijkertijd toch zo verdoofd zijn dat het niet in strijd is met dierenwelzijnswetgeving.
Wat er echter bij slachterij Storteboom in Putten aan de hand is, verdient een prijs.
Een productieleider van Storteboom zegt tegen Trouw ‘we slachten altijd mét verdoving, we houden ons aan de wettelijke voorschriften. Geen halal-slacht, dus.’
ThePostOnline belde naar aanleiding van deze opmerkelijke Trouw-onthulling opnieuw met Arianne Kort, de kwaliteitscoördinator van slachthuis Storteboom te Putten. Kort: ‘Ik weet niet wie Trouw gesproken heeft maar wij slachten elektrisch en dus halal.’
(We hebben het op tape, Trouw is van harte uitgenodigd te komen luisteren naar deze feiten.)
Abdelfatteh Ben Ali-Salah is directeur Halal Correct Certification. Zijn bedrijf controleert onder andere het kippenvlees dat bij Storteboom wordt geslacht. Ali-Salah vertelt tegen ThePostOnline dat de kip bij Storteboom ‘elektronisch wordt verdoofd en daarna wordt geslacht zodat het conform de halaleisen is.’
Deze manier van slachten is volgens Ali-Salah ‘een compromis tussen de halalwetten en de Nederlandse Dierenwelzijnswetgeving. Het dier sterft niet door de stroomstoot maar doordat het dier leeg bloedt, dat is dus volgens de halalregels.’
Op de vraag waarom er onderscheid gemaakt wordt tussen halal kip en gewone kip antwoordt Ali-Salah: ‘Moslims moeten de zekerheid hebben dat vlees halal is.’
Logisch, anders mogen ze het niet eten. ‘De gewone consument heeft die behoefte niet en dus hoeft daar ook geen sticker op.’
Ali-Salah ontkracht overigens dat halalkip duurder is. Bij veel islamitische slagers is het kippenvlees juist goedkoper.
Dagna Hoogkamer van Albert Heijn verklaart het prijsverschil uit de twee verschillende leveranciers voor kippenvlees. ‘We hebben met Wahid een aparte leverancier voor onze halalproducten.’
Een aparte leverancier, een aparte prijs.
Ook Abdelhakim Chouaati, woordvoerder van ‘de Halalpolitie’ heeft het over het ‘elektronisch verdoven en dus halal slachten‘. De elektrische waterbakverdoving is islamitisch-juridisch gezien halal, schrijft de Halalpolitie op haar website.
Chouaati ziet echter een probleem in een nieuwe wetgeving waardoor de stroomstoot door regels uit Brussel verhoogd is van 100 naar 150 milliampère. Wanneer de kip al komt te overlijden door deze zwaardere stroomstoot is het vlees natuurlijk niet meer halal. ‘Daar maken imams zich wel zorgen over’, aldus Chouaati. ‘Door deze verhoogde stroomstoten is er minder kip waarvan je echt zeker weet dat het halal is.’
Bedrijven als Storteboom uit Putten hanteren deze methode echter wél om kip als halal te kunnen verkopen. Wie houdt nu wie voor de gek?
Jan Odink van Nepluvi (de vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie) zegt tegen de Wegener kranten dat ook de andere verdovingsmethode wel degelijk voor halal door kan. ‘Na gasverdoving klopt het hartje nog. Er zijn landen die dat goed vinden.’
Volgens Odink is het heel arbitrair wanneer iets halal is. ‘Vraag drie moslims wat halal is en je krijgt drie verschillende antwoorden.’
Dagblad Trouw (een kwaliteitsjournalistiek blad) vond het overigens niet nodig bij ThePostOnline wederhoor te halen op het ‘verkeerd geciteerd’ van Storteboom: ‘Journalisten die journalisten interviewen vind ik nooit zo nodig’, aldus Robin de Wever, de schrijver van het Trouw-artikel, tegenover ThePostOnline.
Dat journalisten overal in praatprogramma’s komen zitten is wellicht wat overdreven maar een beetje wederhoor was bij Trouw kennelijk al teveel gevraagd.
Ach, so much voor hoor en wederhoor…