Verslaggever dezes houdt sinds 2009 bij hoe het nu zit met de door de PVV beweerde islamisering van ons land en de kabinetsreactie daarop. Ook het nieuwe kabinet is van mening dat het fenomeen niet bestaat. Waren het eerder Ella Vogelaar (PvdA) en Piet Hein Donner (CDA) die dit aan het parlement mochten mededelen, nu valt de eer te beurt aan Ivo Opstelten (VVD). In tegenstelling tot zijn voorgangers heeft hij aan één zin genoeg: “Ik deel niet de mening dat er sprake is van islamisering van ons land.”
Het was op woensdag 17 mei 2006 dat Wilders voor het eerst vroeg om een kabinetsreactie op die vermeende islamisering. Sinds woensdag 12 maart 2008 was het standaardantwoord van alle ministeries op de zinsnede van Wilders cum suis: “Onder islamisering wordt verstaan: de maatschappij organiseren volgens islamitische principes. Hiervan is in Nederland geen sprake. In ons land gelden de basiswaarden en grondprincipes van de democratische rechtstaat. Dit houdt in dat de overheid een neutrale positie inneemt ten opzichte van de inhoud en organisatie van religies, dus ook ten opzichte van de islam.” De auteur van deze zin? Toenmalig Integratieminister Ella Vogelaar (PvdA).
Ook het eerste kabinet Rutte (met gedoogsteun van de PVV) geloofde niet in islamisering van de samenleving. De uitleg was toen al wat korter: “Rekening houden met het gegeven dat een toegenomen deel van de Nederlandse bevolking zich tot het islamitische geloof rekent, is geen islamisering, maar bij uitstek uiting van de westerse waarden van geloofsvrijheid en tolerantie.“ Was getekend, Piet Hein Donner.
Dat kan bondiger, moet Opstelten gedacht hebben. Dus toen PVV-leider Geert Wilders hem vroeg: “Bent u bereid de islamisering van ons mooie land rigoureus terug te dringen? Zo nee, waarom niet?” antwoordde hij woensdag 27 februari op vraag zes: “Ik deel niet de mening dat er sprake is van islamisering van ons land.”
Waarvan akte.